• Gebruik van oplaadbare batterijen
6. Gebruik van een netadapter
7. PC-link functies
8. Foutmeldingen
9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwi-
jdering
• Veiligheid en bescherming
• Apparaatonderhoud
• Reinig de manchet
• Nauwkeurigheidstest
• Verwijdering
10. Garantie
11. Technische specificaties
Garantiebon (zie achterzijde)
1. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen.
Het batterijcompartiment 9 bevindt zich aan de onderzijde van
het apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij
op de aangegeven polariteit.
Instellen van datum en tijd
1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het
scherm. U kunt het jaar instellen door op de M-knop 3 te
drukken. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te
stellen, drukt u op de MAM-knop 4.
2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de MAM
knop om te bevestigen en stel dan de dag in.
3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te
stellen.
4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de MAMknop indrukt, zijn
de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven.
5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de MAMknop
ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het jaartal begint te
knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven
beschreven.
Selecteer de juiste manchet
Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de
manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm
(de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm).
56
Manchetgrootte
voor omtrek van de bovenarm
S
17 - 22 cm
M
22 - 32 cm
M - L
22 - 42 cm
L
32 - 42 cm
L - XL
32 - 52 cm
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet AT niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector AK duw de connector 6 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
Indien u een extra microlife manchet koopt, verwijder dan
de connector AK van de manchetslang AL en plaats de
originele connector op de manchetslang van uw nieuwe
manchet (geschikt voor alle manchetmaten).
Selecteren van de gebruiker
Met dit apparaat kunt u de resultaten van 2 gebruikers opslaan.
Selecteer de gebruiker (gebruiker 1 of gebruiker 2 BN) door op
de gebruikersknop te drukken 5.
Controleer voor elke meting of de juiste gebruiker isgese-
lecteerd.
Selecteren van de standaardmodus of MAM modus
Voor elke meting kunt u kiezen tussen of een standaard (enkelvou-
dige) meting of een MAM (automatische drievoudige) meting. In de
MAM modus worden automatisch 3 metingen gestart en het resul-
taat wordt automatisch geanalyseerd en weergegeven. Aangezien
de bloeddruk variabel is, is een drievoudige meting betrouw-
baarder dan een enkele meting.
Om de MAM modus te selecteren, druk op de MAM knop 4 tot
het MAM-symbool AP in het display verschijnt. Om de stan-
daard modus (enkele meting) te selecteren, druk nogmaals op
de MAM knop, totdat het MAM symbool verdwijnt.
Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om
aan te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen
wordt.
Tussen de metingen wordt een rusttijd van 15 seconden aange-
houden. Het aftellen wordt weergegeven in het scherm.