Flex ALR 512 Instrucciones De Funcionamiento página 65

Rotatielaser
Omschakelen van de modus
Als u van de standaardmodus „rond-
draaiende laserstraal" naar de andere
bedrijfsmodi wilt omschakelen:
n Bedien de modustoets (22):
– 1x = scan 1 (lijn)
– 2x = scan 2 (pendelende straal)
– 3x = punt
Als u de positie van de straal bij deze
bedrijfsmodi wilt veranderen:
n Druk op de toets (21) op het apparaat
of de afstandsbediening om de straal-
positie met de wijzers van de klok mee
te verstellen.
n Druk op de toets (24) op het apparaat
of de afstandsbediening om de straal-
positie tegen de wijzers van de klok in
te verstellen.
Als u naar de standaardmodus
„ronddraaiende laserstraal" wilt terugkeren:
n Druk op de omschakeltoets (16).
De laserstraal roteert.
Horizontaal gebruik
n Plaats het apparaat op een zo egaal
mogelijk oppervlak.
n Schakel het apparaat in.
Het apparaat nivelleert zichzelf in het
nivelleerbereik (± 5°) en de straal begint
te roteren.
De LED (11) brandt.
Als het apparaat te schuin is opgesteld,
(>5°), klinkt een waarschuwingssignaal
en staat de straal stil.
In dit geval:
n Zet het apparaat op een andere
(meer egale) plaats.
of
n Compenseer oneffenheden door iets
onder het apparaat te leggen.
n Schakel het apparaat na afsluiting
van de werkzaamheden uit.
Tilt-functie
In het normale geval wordt de ALR bij
een positieverandering binnen het
zelfnivelleerbereik (±5°) automatisch
bijgesteld. Bij een onbedoelde
positieverandering (bijvoorbeeld het
verstellen van een statiefbeen) zou het
apparaat binnen het zelfnivelleerbereik
worden bijgesteld, maar zou de oude
referentiehoogte verloren gaan.
Dit wordt voorkomen door de tilt-functie.
Het apparaat wordt daardoor ook binnen
het zelfnivelleerbereik uitgeschakeld.
n Schakel het apparaat in.
Wacht tot het zelfnivelleren heeft
plaatsgevonden.
n Druk op de toets voor de tilt-functie (14).
De tilt-functie is geactiveerd.
Als het toestel nu uit zijn positie wordt
gebracht, wordt de rotatie uitgeschakeld
en knippert de laserstraal. Indien nodig kan
de zelfnivellering door het indrukken van de
toets (15) worden geactiveerd. Als u de tilt-
functie wilt uitschakelen, drukt u op de toets
(14).
De tilt-functie kan niet samen met de
slope-functie geactiveerd worden.
65