Interferentie
Interfererende stof
Bilirubine
Vitamine C
Triglyceriden
Reumafactoren (RF)
Leukocyten
Trombocyten
β-caroteen
Ibuprofen
Salicylzuur/acetylsalicylzuur
Tetracyclinen
Urea
Anticoagulantia (Li-heparine of EDTA)
Meetbereiken
Softwareversies van QuikRead go ≥ 4.1 geven zowel de CRP- als Hb-uitslagen.
CRP
Voor volbloed monsters is de meetrange 5–200 mg/L CRP, bij een normale hematocriet waarde
van 40%. Wanneer de hematocriet waarde lager of hoger is dan 40%, dan zal de meetrange
veranderen zoals weergegeven in de volgende tabel. Als de hematocriet waarde buiten de
range van 15%–75% ligt, dan zal de analyser geen CRP resultaat laten zien.
Monster
type
Volbloed-monster
Plasma/Serum
monster
Hemoglobine (Hb)
Het meetbereik van de test voor hemoglobine in volbloedmonsters is 50–245 g/L (5,0–24,5 g/
dL, 3,1–15,2 mmol/L).
13 Traceerbaarheid
CRP
De CRP-assay opgenomen in de QuikRead go CRP+Hb-test is gestandaardiseerd volgens het
ERM
-DA 472-referentiemateriaal.
®
Hemoglobine
De hemoglobine-assay, opgenomen in de QuikRead go CRP+Hb-test, is traceerbaar op de
ICSH-standaard (cyaanmethemoglobine) 1995 en het CRM BCR-522-referentiemateriaal.
14 Verwijdering
● Voer de inhoud af volgens de nationale en lokale wetgeving.
● Alle patiëntmonsters, gebruikte cuvetten, capillairbuisjes en plunjers moeten worden
behandeld en afgevoerd als potentieel infectieus materiaal.
● Gebruikte materialen van de QuikRead 101 en QuikRead go kit componenten:
Papier: gebruiksinstructies
Karton: Kitdoos inclusief binnenwerk
Plastic: Cuvetten, reagensdoppen, afdekfolie voor cuvettenrek, cuvettenrek, plunjers,
extractie flesjes en buisjes, staafjes, plunjer- en capillairbuisjes
Glas: Capillairbuisjes
Metaal: Buizen van reagensdoppen, deksels van cuvetten, doppen van plunjer- en
capillairbuisjes
Niet te recyclen delen: De deksels van de reagensdoppen (van al de verschillende
soorten) en de magneetkaarten (PVC)
● Bij gebruik overeenkomstig een goede laboratoriumpraktijk, goede beroepshygiëne en de
gebruiksinstructies, zullen de geleverde reagentia naar verwachting geen gevaar voor de
gezondheid vormen.
15 Troubleshooting
Foutmeldingen
Foutmeldingen van de QuikRead go analyser zijn weergegeven in onderstaande tabel. Meer
informatie over foutmeldingen vindt men in de handleiding van de QuikRead go analyser.
Foutmelding
Meting niet toegestaan.
Controleer reagens cap.
Meting niet toegestaan.
Cuvet temperatuur te laag.
Meting niet toegestaan.
Cuvet temperatuur te hoog.
Meting geannuleerd.
Blanko te hoog.
Meting geannuleerd.
Onstabiele blanko.
Meting geannuleerd.
Fout bij toevoeging van
reagens.
Geen resultaat.
Hematocriet te laag.
Geen resultaat.
Hematocriet te hoog.
Onverwachte lage en hoge meetresultaten
Mogelijke redenen voor onverwachte lage en hoge resultaten zijn weergegeven in de
onderstaande tabel.
Probleem
Mogelijke oorzaak
Onverwacht
Monstervolume te
laag resultaat.
klein.
Monster volume te
groot.
Onverwacht
hoog
Buffer volume te
resultaat.
klein.
De cuvet is vuil.
Componenten van
verschillende kit lots
of testen gebruikt.
Onverwacht
Onjuiste opslag van
laag/hoog
reagentia.
resultaat.
Onjuist monster-
volume:
plasma/serum/
controle monster
Hematocriet
Monster
%
volume
15–19
20–28
29–35
36–41
42–46
47–50
51–53
54–56
57–60
61–62
63–64
65–66
67–68
69–70
71–72
73–74
75
–
Correcties
Controleer of er op de cuvet een reagens cap zit en dat het
blauwe binnendeel niet naar beneden is gedrukt.
Laat de cuvet opwarmen tot kamertemperatuur
(18...25 ºC). Meet dezelfde cuvet opnieuw.
Laat de cuvet afkoelen tot kamertemperatuur (18...25 ºC). Meet
dezelfde cuvet opnieuw.
Meet dezelfde cuvet opnieuw. Het blanko proces is niet volledig
of het monster kan interfererende substanties bevatten. In het
laatste geval kan de test niet worden afgemaakt.
Voer een nieuwe test uit. Er is een probleem met toevoegen
van reagens. Controleer of de reagens cap goed is afgesloten.
Wanneer de hematocrietwaarde in een volbloed sample
beneden de hematocriet meetrange van het instrument ligt (zie
sectie 12), wordt geen resultaat getoond.
Wanneer de hematocrietwaarde in volbloed samples boven de
hematocriet meetrange van het instrument ligt (zie sectie 12),
wordt geen resultaat getoond.
Geen interferentie aangetoond
tot een concentratie van;
200 µmol/l
200 µmol/l
11,5 mmol/l
525 IU/ml
65 x 10
/l
9
1000 x 10
/l
9
3,7 µmol/l
500 mg/l
650 mg/l
200 mg/l
5000 mg/l
Geen verstoring
CRP-meetbereik
mg/L
5–150
5–160
5–180
5–200
5–220
5–240
5–260
5–280
20 µL
5–300
5–330
5–340
5–360
5–390
5–410
5–440
5–470
5–510
20 µL
5–120
12 µL
5–200
Correcties
Voer een nieuwe test uit. Controleer of de capillair
volledig is gevuld. Vermijd luchtbellen.
Voer een nieuwe test uit. Controleer of de capillair
goed is gevuld. Veeg de evt. overmaat van het patiën-
tenmonster van de buitenkant van de capillair af.
Voer een nieuwe test uit. Controleer dat het volume
correct is, het vloeistof oppervlak dient tussen de
twee gemarkeerde lijnen op de cuvet te zitten.
Voer een nieuwe test uit. Raak het heldere oppervlak
van het onderste gedeelte van de cuvet niet aan.
Voer een nieuwe test uit. Controleer dat alle
reagentia van hetzelfde kit lot zijn.
Voer een nieuwe test uit. Controleer dat de reagentia
zijn opgeslagen zoals vermeld in de gebruiks-
instructies.
Controleer dat het gebruikte monstervolume
(20 of 12 µL) overeenkomt met het ingestelde
monster volume op de analyser.
In gevallen waarbij het
meetresultaat boven
of beneden de limiet ligt,
wordt het resultaat b.v.
weergegeven, als;
"> 200 mg/L CRP".