NEDERLANDS
Aanvullende veiligheidsinstructies voor niet-
oplaadbare batterijen
Probeer nooit om batterijen te openen.
Bewaar batterijen niet op plaatsen waar de temperatuur
40 °C kan overschrijden.
Volg bij het afdanken van batterijen de instructies in de
paragraaf "Milieu" op. Verbrand de batterijen niet.
Onder extreme gebruikscondities kan er vloeistof uit de
batterijen vrijkomen. Als u vloeistof op de batterijen
opmerkt, gaat u als volgt te werk:
- Verwijder met behulp van een doekje voorzichtig de
vloeistof van de batterijen. Vermijd huidcontact.
Onderdelen
1. Aan/uitschakelaar (laserinstrument)
2. Aan/uitschakelaar (steunbalkzoeker)
3. Deksel van het batterijcompartiment
4. LED-indicators
5. Inzetstukhouder
6. Markeer/ophanginzetstuk
7. Spiegatinzetstuk
8. Afstandinzetstuk
9. Laseropeningen
Assemblage
De batterij plaatsen (fig. A)
Druk op de ontgrendelingsknop (10) en schuif het deksel
van het batterijcompartiment (3) van het instrument af.
Sluit de batterij op de connector aan. De grotere
batterijaansluiting wordt op de kleinere aansluiting van
de connector aangesloten.
Plaats de deksel weer terug en klik deze op de plaats.
Inzetstukken aanbrengen en verwijderen
Het markeer/ophanginzetstuk wordt gebruikt om een
markering op de waterpaslijn aan te brengen of om het
instrument met behulp van de bijgeleverde gipsplatenpen aan
een gipsplaat op te hangen. Het spiegatinzetstuk wordt
gebruikt om het instrument met een schroef of een spijker op
andere soorten muren op te hangen. Het afstandinzetstuk
wordt gebruikt om de laserlijn te verlengen.
Montage
Plaats het inzetstuk vanaf de achterzijde van het
instrument in de houder.
Lijn de inkepingen op het inzetstuk met de uitsparingen in
de inzetstukhouder uit.
Klik het inzetstuk op zijn plaats.
Verwijderen
Houd de inkepingen op het inzetstuk ingedrukt.
18
Druk het inzetstuk uit de houder.
Gebruik
Toepassing van de waterpasstelfunctie van het
laserinstrument (fig. B)
Plaats het instrument vlak tegen de muur zoals weergegeven.
Druk om het instrument aan te zetten de aan/
uitschakelaar (1) in.
Beweeg het instrument zover nodig om de laserlijnen
correct te plaatsen.
Hang indien nodig het instrument met behulp van het
juiste inzetstuk aan de muur.
Opmerking: de laserlijn zal alleen waterpas zijn als het
instrument minder dan 5° van de verticale stand afwijkt.
Toepassing van het afstandinzetstuk (fig. C)
Gebruik als u de laserlijn wilt verlengen het inzetstuk zoals
weergegeven.
Opmerking: de steunbalksensor kan niet worden gebruikt als
het afstandinzetstuk is geplaatst.
De straal beter zichtbaar maken (fig. D)
Als door de lichtomstandigheden de laserlijn moeilijk te zien
is, kunt u met gebruikmaking van één van de inzetstukken de
lijn duidelijker zichtbaar maken, zoals weergegeven.
Toepassing van de steunbalkzoekfunctie (fig. E)
U kunt deze functie gebruiken om houten of metalen
steunbalken door gipsplaten van maximaal 18 mm dik op te
sporen.
Monteer het markeerinzetstuk (6).
Plaats het instrument vlak tegen de muur zoals
weergegeven.
Houd de aan/uitschakelaar (2) ingedrukt.
De rode LED-indicator (4) gaat branden en het instrument
geeft één piep tijdens het kalibreren. Nadat dit is voltooid:
Schuif het instrument langzaam in horizontale richting.
Zorg ervoor dat het instrument niet kantelt of wordt opgetild.
Vertraag als de rode LED-indicator (4) gaat branden en
schuif het instrument verder tot het instrument een piep
geeft en de bovenste groene LED-indicator gaat branden.
Dit geeft de positie van één kant van de steunbalk aan.
Markeer deze positie via het gat in het markeerinzetstuk (6).
Verschuif het instrument verder tot de LED-indicators
uitgaan.
Beweeg terwijl u de aan/uitschakelaar (2) nog steeds
ingedrukt houdt het instrument in tegengestelde richting.
Vertraag als de rode LED-indicator (4) gaat branden en
schuif het instrument verder tot het instrument een piep
geeft en de bovenste groene LED-indicator gaat branden.
Dit geeft de positie van de andere kant van de steunbalk aan.