6
Handleiding
Nederlands
6.1
Bevestigen / Alarmbeelden
Alle systeemonderdelen zijn bedrijfsgereed, ingeschakeld en van parameters
voorzien. Op de monitor is het livebeeld te zien. De groene en rode LED
branden. In de parametrering is een modus vastgelegd.
Modi
Automatische bevestiging, livebeeld bij alarm
In geval van alarm wordt het livebeeld in overlay-vensters getoond. Het alarm
wordt automatisch bevestigd. Als het volgende alarm wordt gedetecteerd,
worden de laatste alarmbeelden gewist. Dit is altijd het laatste alarm in het
alarmgeheugen.
Handmatige bevestiging, livebeeld bij alarm
In geval van alarm wordt het livebeeld in overlay-vensters getoond. Het
systeem blijft scherp. Bij een nieuw alarm worden echter geen nieuwe
alarmbeelden opgeslagen, maar op de contactuitgang gesignaliseerd. Dit is
altijd het oudste onbevestigde alarm in het geheugen van alarmbeelden. Na de
handmatige bevestiging verschijnt het livebeeld.
Handmatige bevestiging, alarmbeeld bij alarm
In geval van alarm wordt het alarmbeeld (nr. 0) in overlay-vensters getoond. De
vensters worden na 5 sec. verborgen. Het systeem blijft scherp. Bij een nieuw
alarm worden echter geen nieuwe alarmbeelden opgeslagen, maar op de
contactuitgang gesignaliseerd. Dit is altijd het oudste onbevestigde alarm in het
geheugen van alarmbeelden. Na de handmatige bevestiging verschijnt het
livebeeld.
Bevestiging van alarmen
In geval van alarm knippert de rode LED.
Het alarm wordt bevestigd door indrukken (> twee seconden) van de impuls-/
draaischakelaar. Daarna stopt de rode LED met knipperen en brandt; niet bij
automatische bevestiging.
– 101 –
A1 February 03/Trb