Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

1
Inleiding
De Vetus uitlaatsysteem-onderdelen zijn uitsluitend geschikt om te
worden toegepast in watergeïnjecteerde uitlaatsystemen.
De maximale continue gebruikstemperatuur van de kunststof delen
van de uitlaat systemen is 70˚C.
Pas een temperatuuralarm toe om een te hoge uitlaatsy-
steemtemperatuur te signaleren.
Indien om de tegendruk in het uitlaatsysteem te verlagen
de hoeveelheid geïnjecteerd koelwater wordt vermindert
dient gecontroleerd te worden dat er tijdens stationair
draaien van de motor toch voldoende water geïnjecteerd
wordt. Een te hoge temperatuur van het uitlaatsysteem
wordt hiermee voorkomen.
Ook als de menging van het koelwater met de uitlaatgas-
sen niet optimaal is kan een te hoge temperatuur in het
uitlaatsysteem het gevolg zijn.
Over het algemeen wordt een goede menging verkregen
bij een vrijwel verticaal opgestelde uitlaat injectie-bocht.
Een slechte menging komt bijvoorbeeld voor bij een sta-
tionair draaiende motor; in het bijzonder in die gevallen
waarbij de op de motor gemonteerde koelwaterinjectie-
bocht vrijwel horizontaal is opgesteld.
Tref indien noodzakelijk voorzieningen, bijvoorbeeld door
het plaatsen van een waterwervelaar of een waterverdeler
in de uitlaatleiding, om de meng ing van koelwater met
uitlaatgassen te verbeteren
Pas als uitlaatleiding bij met water geïnjecteerde uitlaatsystemen
een geschikte kwaliteit slang toe.
Deze slang moet gewapend zijn, bestand zijn tegen uitlaatgassen,
een hoge temperatuur (100°C) en olieresten. Voor het verwerken is
goede buigzaamheid een vereiste terwijl de slang bij verhitting niet
mag 'inklappen' .
Vetus uitlaatslang voldoet aan alle hiervoor gestelde eisen.
Het complete VETUS programma behelst de volgende slang-
diameters: 30, 40, 45, 50, 60, 65, 75, 90, 100, 110, 125 en
150 mm. Afhankelijk van het motorvermogen moet een mini-male
slangdiameter worden toegepast:
Motorvermogen
Slangdia-
tot:
meter:
10 kW (14 pk)
30 mm
18 kW (25 pk)
40 mm
23 kW (32 pk)
45 mm
29 kW (40 pk)
50 mm
40 kW (55 pk)
60 mm
50 kW (68 pk)
65 mm
2
030414.02
Motorvermogen
Slangdia-
tot:
meter:
65 kW (90 pk)
75 mm
95 kW (130 pk)
90 mm
118 kW (160 pk)
100 mm
142 kW (193 pk)
110 mm
184 kW (250 pk)
125 mm
265 kW (360 pk)
150 mm
Als tijdens stilstand van de motor water uit de uitlaatdemper
in het uitlaatsysteem van de motor terecht komt (bijvoorbeeld
onder zeil als het schip extreem rolt of stampt) zal dit onher-
roepelijk tot schade aan de motor leiden.
Teveel water in de uitlaatdemper kan starten van de scheeps-
motor belemmeren; tap dan eerst het water af. Een te grote
hoeveelheid water in de uitlaatdemper kan worden veroor-
zaakt als ook na herhaaldelijke startpogingen de motor niet
wil aanslaan.
2

Installatie

Opstelling zwanenhals LT
Monteer de zwanenhals op een zodanige plaats dat de boven-
zijde van de zwanenhals zich tenminste 45 cm boven de waterlijn
bevindt, zie tekening 1. Bij een zeilschip dient de zwanenhals tevens
zoveel mogelijk midscheeps te worden opgesteld.
Alle zwanenhalzen hebben standaard een horizontale uitgang. Bij
de types LT 40/45/50/60 kan ook een verticale uitgang verkregen
worden. Deel A dient dan afgezaagd te worden, zie tekening 2. De
randen moeten afgebraamd worden.
De zwanenhals dient, indien mogelijk, direct boven de uitlaat-
demper te worden opgesteld, zie tekening 3 en 5. Dit beperkt de
hoeveelheid teruglopend water tussen het hoogste punt en uitlaat-
demper.
Indien de zwanenhals direct op de spiegeldoorvoer wordt gemon-
teerd, dient met de maximale lengte van de uitlaatleiding tussen de
uitlaatdemper en het hoogste punt rekening te worden gehouden,
zie tekening 4 en 6.
N.B. Voor uitlaatsystemen met een diameter van 30 mm is geen zwa-
nenhals LT beschikbaar.
Uitlaatleiding
Om een goede afvoer van het in de uitlaatleiding geïnjecteerde
koelwater te verzekeren dient de uitlaatleiding, vanaf het waterin-
jectiepunt tot aan de uitlaatdemper, over de volledige lengte op
afschot te worden geïnstalleerd.
De uitlaatleiding bevat tijdens bedrijf water. Het gewicht neemt hier-
door aanzienlijk toe, ondersteun daarom de uitlaatleiding.
De uitlaatleiding van uitlaatdemper naar spiegeldoorvoer moet zo
worden geïnstalleerd dat:
- Het hoogste punt in de uitlaatleiding zich niet meer dan
150 cm boven de onderzijde van de uitlaatdemper bevindt.
- De lengte van dat deel uitlaatleiding, tussen de uitlaatdemper en
het hoogste punt, niet meer dan 300 cm bedraagt.
W
aarschuWing
Zwanenhals LT
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Lt

Tabla de contenido