INSTALLATIE EN DEMONTAGE
De volgende algemene informatie beschrijft hoe de IntelliFlo®-pomp te installeren.
De IntelliFlo
pomp installeren
®
Alleen gekwalificeerd servicepersoneel mag de IntelliFlo® pomp installeren. Raadpleeg 'Belangrijke
waarschuwingen en veiligheidsinstructies' op pag. 42 tot 44 voor bijkomende informatie over de installatie en de
veiligheid.
Inhoud van de IntelliFlo
IntelliFlo
VSD 2 pomp, dichtingsring en de snelstartgids.
®
Plaats
1. Installeer de pomp zo dicht mogelijk bij het zwembad of bubbelbad. Om wrijvingsverliezen te verminderen en
het rendement te verbeteren, dient u korte en rechte aanzuig- en stuwleidingen te gebruiken.
2. Blijf minimum 1,52 meter (5 voet) weg van de binnenwand van het zwembad of bubbelbad. Of volg de plaatselijke
voorschriften.
3. Installeer de pomp op minstens 0,9 meter (3 voet) van de uitlaat van het verwarmingselement.
4. Installeer de pomp niet hoger dan 2,5 meter (8 voet) boven het waterpeil.
5. Installeer de pomp in een overdekte en goed geventileerde plaats beschermd tegen overdreven vocht, (d.w.z.
tegen regen, tuinsproeiers enz.).
6. Pompen van hot tubs en bubbelbaden mag u niet binnen de buitenmantel of onder de zijmantel van een hot
tub of bubbelbad installeren.
7. Installeer de pomp met achteraan een speling van ten minste 80 mm (3 inch) zodat de motor gemakkelijk
verwijderd kan worden voor reparatie en onderhoud.
Leidingsgestel
•
Hoe groter de diameter van de leiding, hoe beter. Breng een draaddichtingsmiddel aan rond de inlaat- en
uitlaataansluitstukken (mann. adapters).
•
Installeer geen haakse ellebogen onmiddellijk in de pompinlaat of -uitlaat. In de aanzuigleiding mag een
afsluiter, elleboog of T-stuk niet dichter bij de voorkant van de pomp aangebracht worden dan vijf keer de
diameter van de aanzuigleiding (d.w.z. een buis van 50 mm (2 inch) vereist een recht stuk van 250 mm (10 inch)
voor de pompinlaat). Dit zal helpen om de pomp sneller te vullen waardoor ze langer zal meegaan.
•
Aanzuigsystemen die zich in het water bevinden, dienen schuifafsluiters te hebben in de aanzuig- en stuwleiding
om het onderhoud te kunnen uitvoeren; de afstand van de schuifafsluiter in de aanzuigleiding tot de pomp
moet minimum vijf keer de diameter van de aanzuigleiding bedragen, zoals hierboven beschreven.
Elektrisch
•
De vaste bedrading moet voorzien zijn van een middel om ze af te sluiten, in overeenstemming met de
voorschriften.
•
Als de voedingskabel beschadigd is, moet die vervangen worden om gevaren te vermijden.
•
De pomp moet gevoed worden via een aardlekschakelaar met een stroomsterkte van niet meer dan 30mA
van het type A of B).
Optionele Display Relocatiekit
Voor een beter toegankelijke bediening van de pomp, is een display relocatiekit (P/N R356905) beschikbaar
die toelaat om de display en bediening van de pomp op een andere plaats te monteren. Het display op de
pomp wordt vervangen door een blind deksel.Een verbindingskabel en andere benodogde onderdelen voor het
verplaatsen van het display alsmede een handleiding zijn bij de kit inbegrepen.
52
pomp kit
®
P-QSG-VSD2 - Rev.September 2017