Et: Uitwisselingstijd; Cf: Draaggolffrequentie; Ac: Versnelling - DWT WaCS PWM Serie Instrucciones De Instalación Y Mantenimiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 267
Voorbeeld 2:
Een pompgroep bestaande uit 2 inverters (N=2 automatisch gedetecteerd) waarin alle inverters actief en
gelijktijdig werkend zijn (fabrieksinstellingen NA=N en NC=NA) en één als reserve (IC=reserve op één van
de twee inverters).
Het effect zal als volgt zijn: de niet als reserve geconfigureerde inverters start nog steeds als eerste, indien
de opgebrachte druk te laag is zal ook de tweede, als reserve geconfigureerde inverter starten. Op deze
wijze probeert men altijd in elk geval één inverter (de als reserve geconfigureerde) zo min mogelijk te
gebruiken, maar kan deze wel te hulp schieten als dit nodig is doordat er een grotere hydraulische belasting
is..
Voorbeeld 3:
Een pompgroep bestaande uit 6 inverters (N=6 automatisch gedetecteerd) waarvan 4 ingesteld als actief
(NA=4), 3 als gelijktijdig werkend (NC=3) en 2 als reserve (IC=reserve op twee inverters).
Het effect zal als volgt zijn: er zullen hooguit 3 inverters tegelijk starten. De werking van de 3 inverters die
gelijktijdig kunnen werken zal via rotatie plaatsvinden tussen de 4 inverters, zodat de maximale werktijd ET
van elk van de inverters in acht wordt genomen. In het geval één van de inverters een storing heeft, treedt er
geen enkele reserve in werking aangezien er niet meer dan drie inverters tegelijk (NC=3) kunnen starten en
er nog steeds drie actieve inverters aanwezig zijn. De eerste reserve treedt in werking zodra een andere van
de drie overgebleven inverters een storing krijgt, de tweede reserve treedt in werking wanneer een andere
van de drie overgebleven inverters (inclusief reserve) een storing krijgt.
6.6.9

ET: Uitwisselingstijd

Instelling van de maximale ononderbroken werktijd van een inverter in een groep. Heeft alleen betekenis
voor pompgroepen met onderling verbonden inverters (link). De tijd kan worden ingesteld tussen 10 s en 9
uur, of op 0; de fabrieksinstelling is 2 uur.
Wanneer de tijd ET van een inverter verstreken is, wordt de startvolgorde van het systeem opnieuw
toegekend om de inverter met de verstreken tijd op de minimumprioriteit te zetten. Het doel van deze
strategie is de inverter die al gewerkt heeft zo min mogelijk te gebruiken en de werktijden van de
verschillende machines waaruit de groep bestaat zo gelijk mogelijk te houden. Als, ondanks het feit dat de
inverter op de laatste plaats in de startvolgorde is gezet, de hydraulische belasting zodanig is dat de inverter
in kwestie toch in werking moet treden, zal deze toch starten om de drukopbouw in de installatie te
garanderen.
De startprioriteit wordt in twee condities toegekend, op basis van de tijd ET:
1) Uitwisseling gedurende het pompen: wanneer de pomp ononderbroken is ingeschakeld totdat de
absolute maximale pomptijd overschreden wordt.
2) Uitwisseling in standby: wanneer de pomp standby is, maar 50% van de tijd ET is overschreden.
Indien ET gelijk aan 0 wordt ingesteld, geschiedt de uitwisseling in standby. Iedere keer dat een pomp van
de groep stopt, zal bij de volgende herstart een andere pomp starten.
Als de parameter ET (maximale werktijd) op 0 is ingesteld, zal er bij iedere nieuwe start uitwisseling
plaatsvinden, ongeacht de feitelijke werktijd van de pomp.

6.6.10 CF: draaggolffrequentie

Instelling van de draaggolffrequentie van de modulatie van de inverter. De in de fabriek vooringestelde
waarde is in de meeste gevallen de juiste waarde, het wordt dan ook afgeraden om wijzigingen door te
voeren tenzij men zich echt ten volle bewust is van het effect van de uitgevoerde veranderingen.

6.6.11 AC: Versnelling

Instelling van de variatiesnelheid waarmee de inverter de frequentie varieert. Oefent zowel invloed uit op de
startfase, als gedurende de regeling.. Over het algemeen is de vooringestelde waarde optimaal, maar in het
geval er zich problemen bij de start voordoen of HP fouten, kan deze waarde veranderd en verlaagd worden.
Iedere keer dat u deze parameter wijzigt, is het goed om te controleren of de regeling van het systeem nog
steeds goed is. Bij problemen door oscillatie verlaagt u de versterkingen GI en GP zie de paragrafen 6.9.4
en 6.6.5. Het verlagen van AC maakt de inverter langzamer.
NEDERLANDS
444
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido