Druksensoren; Aansluiting En Instelling Van De Optisch Gekoppelde Ingangen; Parameters Die Gekoppeld Zijn Aan De Multi Inverter Functionering; Parameters Die Belangrijk Zijn Voor De Multi Inverter - DWT WaCS PWM Serie Instrucciones De Instalación Y Mantenimiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 267
4.2.2.3

Druksensoren

De druksensor of druksensoren moet(en) op de persverzamelleiding worden gemonteerd. Er kunnen meer
dan één druksensoren zijn als ze ratiometrisch (0-5V) zijn, in het geval van stroomsensoren (4-20mA) is er
slechts één sensor. In het geval er meerdere sensoren zijn, zal de druk worden afgelezen als gemiddelde
van alle sensoren. Om meerdere ratiometrische druksensoren (0-5V) te gebruiken is het voldoende om de
connectors in de hiervoor bestemde ingangen te steken, zonder dat er parameters te hoeven worden
ingesteld. Het aantal gemonteerde ratiometrische druksensoren (0-5V) kan naar gevarieerd worden tussen
één en het maximumaantal aanwezig inverters. Er kan daarentegen slechts één druksensor 4-20mA
gemonteerd worden, zie paragraaf 2.2.3.1.
4.2.3

Aansluiting en instelling van de optisch gekoppelde ingangen

De ingangen van de inverter zijn optisch gekoppeld, zie par 2.2.4 en 6.6.13 dit betekent dat de galvanische
isolatie van de ingangen ten opzichte van de inverter gegarandeerd is, ze dienen voor het activeren van de
functies vlotter, hulpdruk, deactivering van het systeem, lage druk op de aanzuiging. De functies worden
gesignaleerd door de berichten F1, Paux, F3, F4. De functie Paux zorgt, indien geactiveerd, dat het systeem
onder druk wordt gebracht met de ingestelde druk, zie par 6.6.13.3. De functies F1, F3, F4 bewerkstelligen
voor 3 verschillende oorzaken een uitschakeling van de pomp zie par 6.6.13.2, 6.6.13.4, 6.6.13.5.
Wanneer men een multi inverter systeem gebruikt, moeten de ingangen als volgt gebruikt worden:
de contacten die de hulpdrukwaarden realiseren, moeten in parallel op alle inverters worden
doorgevoerd, zodat op alle inverters hetzelfde signaal aankomt.
de contacten die de functies F1, F3, F4 realiseren kunnen zowel met onafhankelijke contacten voor
iedere inverter, als met een enkel, parallel op alle inverters doorgeschakeld contact worden
aangesloten (de functie wordt alleen geactiveerd op de inverter waar de bedieningsinstructie
aankomt).
De parameters voor instelling van de ingangen I1, I2, I3, I4 maken deel uit van de gevoelige parameters, de
instelling van één van deze parameters op een willekeurige inverter zal dus leiden tot automatische uitlijning
op alle inverters. Aangezien de instelling van de ingangen niet alleen de keuze van de functie bepaalt, maar
ook het soort polariteit van het contact, zal de functie noodzakelijkerwijs op alle inverters worden gekoppeld
aan hetzelfde type contact. Om deze reden moeten, wanneer voor iedere inverter onafhankelijke contacten
gebruikt worden (die gebruikt kunnen worden voor de functies F1, F3, F4), deze allemaal dezelfde logica
hebben voor de verschillende ingangen met dezelfde naam; oftewel, met betrekking tot eenzelfde ingang, of
men moet voor alle inverters normaal geopende contacten of normaal gesloten contacten aanleggen.

4.3 Parameters die gekoppeld zijn aan de multi inverter functionering

De multi inverter parameters die in een menu weergegeven kunnen worden, kunnen in de volgende types
worden onderverdeeld:
Parameters die alleen gelezen kunnen worden

Parameters die alleen lokaal belangrijk zijn

Configuratieparameters multi inverter systeem op hun beurt onder te verdelen in
Gevoelige parameters
o
Parameters met facultatieve uitlijning
o
4.3.1

Parameters die belangrijk zijn voor de multi inverter

4.3.1.1
Parameters die alleen lokaal belangrijk zijn
Dit zijn parameters die per inverter verschillend kunnen zijn. In sommige gevallen is het zelfs noodzakelijk
dat ze verschillend zijn. Voor deze parameters is het niet toegestaan de configuratie tussen de verschillende
inverters automatisch uit te lijnen. Bijvoorbeeld in het geval van handmatige toekenning van de adressen,
moeten deze parameters verplicht verschillend van elkaar zijn.
Lijst van de parameters met lokale betekenis voor de inverter
 CT
Contrast
 FP
Testfrequentie in handbediende modus
 RT
Draairichting
 AD
Adres
 IC
Configuratie reserve
 RF
Herstel fouten en waarschuwingen
NEDERLANDS
422
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido