Medtronic MiniLink Manual De Usuario página 78

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 59
MP6025647-21A3 / A
•  Als er een bloeding is opgetreden, druk dan een steriel gaasje of een schone doek
op de inbrengplaats totdat de bloeding stopt. Pas als de bloeding is gestopt, sluit u
de zender op de sensor aan.
•  Als de bloeding na drie minuten nog steeds aanhoudt, verwijdert u de sensor. Gooi
deze weg. Breng een nieuwe sensor aan op een andere plaats.
Neem voor hulp contact op met het Servicenummer als er bijwerkingen optreden die te
maken hebben met de zender of de sensor.
Blootstelling aan magnetische velden en straling
Als u moet worden blootgesteld aan stralingsbronnen (röntgen, MRI, diathermie, CT-
scan, enz.), dan moet u de sensor en de zender afdoen alvorens de onderzoekskamer te
betreden. De magneetvelden en straling in de directe omgeving van deze apparaten
kunnen ervoor zorgen dat de zender niet meer functioneert. Als uw zender per ongeluk
wordt blootgesteld aan een magneetveld, mag u hem niet meer gebruiken. Neem in dat
geval contact op met het Servicenummer voor verdere instructies.
Vliegveldbeveiliging
Op de Noodgevalkaart staat belangrijke informatie over beveiligingssystemen op
vliegvelden en het gebruik van uw zender aan boord van een vliegtuig. Zorg er altijd voor
de aan u verstrekte noodgevalkaart bij u te hebben als u gaat reizen, vliegen, enzovoort.
Voorzorgsmaatregelen
Stel een wisselschema op voor het selecteren van inbrengplaatsen voor de sensor.
Vermijd plaatsen met littekenweefsel, plaatsen die door kleding worden afgekneld en
plaatsen die tijdens lichaamsbeweging sterk in beweging zijn.
Mededeling
Dit apparaat voldoet aan de voorschriften van de Amerikaanse Federale Communicatie
Commissie (FCC) en de internationale normen inzake elektromagnetische compatibiliteit.
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking dient te voldoen aan de
volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen
afgeven en (2) dit apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen
stoorsignalen, met inbegrip van stoorsignalen die tot een ongewenste werking kunnen
leiden.
De zender veroorzaakt geen storing van radiofrequente signalen van andere bronnen.
Deze FCC-normen zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen excessieve
radiofrequente storing, en een ongewenste werking van het apparaat als gevolg van
elektromagnetische storing te voorkomen.
-72-
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido