NEDERLANDS
– Pomp uitschakelen.
– De afsluitkraan aan de drukzijde van de pomp
sluiten.
Gevaar voor verbranding!
Naargelang de temperatuur van het
medium en de systeemdruk kan er bij
het volledig openen van de ontluch-
tingsschroef heet medium onder hoge
druk vrijkomen in resp. vloeibare of
dampvormige toestand.
– Elektrische onderdelen beschermen tegen het
vrijkomende water.
– Ontluchtingsschroef (fig. 1, pos. 1) voorzichtig
openen met geschikt gereedschap.
– De as van de motor meermaals met de schroe-
vendraaier voorzichtig terugduwen.
– Na 15 tot 30 s de ontluchtingsschroef terug
aandraaien.
– Pomp inschakelen.
– Afsluitkraan terug openen.
Gevaar de pomp te beschadigen!
OPGELET!
De pomp kan bij geloste ontluch-
tingsschroef blokkeren naarge-
lang de hoogte van de bedrijfs-
druk.
Gevaar de pomp te beschadigen!
OPGELET!
De vereiste aanvoerdruk moet
aan de zuigzijde van de pomp
voorhanden zijn!
Gevaar voor verbranden bij aanraken
van de pomp!
Naargelang de bedrijfstoestand van de
pomp resp. de installatie (de tempera-
tuur van het medium) kan de hele pomp
zeer heet worden.
6.2
Instelling
– Controle van de draairichting bij 3~: De draai-
richting wordt, naargelang de klemmenkast,
door een lampje op resp. in de klemmenkast (fig.
4, pos. 1) aangegeven. Het lampje licht groen op
als de draairichting juist is. Bij verkeerde draai-
richting blijft het lampje gedoofd. Ter controle van
de draairichting de pomp kort inschakelen. Bij
verkeerde draairichting als volgt handelen:
– De pomp spanningsvrij schakelen.
– 2
willekeurige
klemmenkast.
– Draaistroommotoren, die met behulp van een
steinmetz schakeling zijn aangesloten op een
wisselstroomnet, kunnen bij verkeerd aange-
sloten condensatoren in de verkeerde richting
54
fasen
omruilen
in
draaien. In dat geval moeten de condensato-
raansluitingen W2 en V2 worden opgeruild
(gestippeld getekend in fig. 8 a en 8 g).
Bij het gebruik van de SK-C2 moeten de aans-
luitingen U1 en V1 worden omgeruild (fig. 8 d).
– De pomp terug in bedrijf nemen.
– Omkeren van de draairichting:
Bij 1~; pompen met klemmenkasttype 1 ,2 (Fig.4):
Klemmenkastdeksel na het lossen van de be-
vestigingsschroeven afnemen, 3-standen scha-
kelaar binnenin (fig. 4, Pos. 3) op het symbool
van het gewenste toerental in de klemmenkast
instellen.
Bij 1~ en 3~pompen met klemmenkasttype; 3,
4, 5 (Fig.4):
Klemmenkastdeksel na het lossen van de be-
vestigingsschroeven afnemen, omschakelstek-
ker (fig. 4, pos. 3) alleen wegnemen bij uitge-
schakelde pomp, en terug zo opbrengen dat het
symbool van het gewenste toerental in de
klemmenkast door de overeenkomstige pijl van
de omschakelstekker wordt aangegeven.
Het ingestelde toerental kan ook bij gesloten
klemmenkastdeksel door een venster worden af-
gelezen.
OPGELET!
7 Onderhoud/Service
Gevaar voor stroomstoten!
Voor alle onderhouds- en installatie-
werkzaamheden alle polen van de
pomp spanningsvrij maken, en beveili-
gen tegen onbevoegd terug inschakelen.
Gevaar voor stroomstoten!
Bij hoge watertemperaturen en systeem-
drukken de pomp eerst laten afkoelen.
de
Gevaar de pomp te beschadigen!
Indien bij een dubbele pomp de
beide afzonderlijke pompen lopen
(parallelbedrijf), moeten de inge-
stelde toerentallen van beide pom-
pen hetzelfde zijn.