Inbedrijfstelling; Beveiligingszekeringen; Verwijderen - Genius LYNX 06 Instrucciones Para El Uso

Ocultar thumbs Ver también para LYNX 06:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 41
Page 66
LYNX 06
Gids voor de installateur
display van de besturingseenheid de waarde "AS" weergeeft. Om het
aantal cycli op nul te stellen moet handmatig worden gehandeld.
Deze functie geeft een signalering, maar verhindert de normale
werking van het automatisch systeem niet.
Het scherm dat volgt op de parameter "U" toont het aantal uitgevoerde
cycli, uitgedrukt in duizendtallen; bijvoorbeeld, als "05" wordt afgelezen,
betekent dit dat het automatisch systeem 5000 cycli heeft uitgevoerd.
Het maximaal aantal cycli dat de besturingseenheid kan tellen is 99000,
als deze waarde wordt bereikt stopt de eenheid en moet de teller met de
hand op nul worden gesteld.
10.1.1. n
ulstelling aantal cycli
Om het aantal uitgevoerde cycli op nul te stellen moet als volgt worden
gehandeld:
1. Druk de knop P1 in, en houd hem ingedrukt tot op het display de
eerste parameter "A" wordt weergegeven.
2. Loop door alle bedrijfsparameters tot het aantal uitgevoerde cycli
wordt weergegeven.
3. Druk de knoppen P1 en P2 van de afstandsbediening tegelijkertijd
ongeveer 10 seconden in.
4. Wanneer op het display de waarde "00" verschijnt is de waarde
gewist.
5. Druk nogmaals de toets P1 in, of wacht 60 seconden, om naar de
normale werking terug te keren.
6. Geef een OPEN-impuls om een cyclus te laten uitvoeren.

11. INBEDRIJFSTELLING

Voor de eerste inbedrijfstelling van de installatie moet de volgende pro-
cedure worden gevolgd:
1. Schakel de voeding naar het automatisch systeem in en controleer of
alle leds zich in de in paragraaf 8 beschreven toestand bevinden.
2. Controleer of het display de waarde "– –" weergeeft.
3. Stel vervolgens de bedrijfsparameters in, zoals beschreven in
paragraaf 10.
4. Geef, zodra de parameters zijn ingesteld, een OPEN/CLOSE-impuls
door op een willekeurige op deze ingang aangesloten impulsgever
te drukken, of met de radioafstandsbediening, als deze al in het
geheugen is opgeslagen.
5. De besturingseenheid begint met het OPENEN tot de eindschakelaar
voor het openen is bereikt en op het display de waarde "OP" wordt
weergegeven.
Tijdens deze fase voert de besturingseenheid geen vertraging
uit.
Als het automatisch systeem niet beweegt en het display de
waarde "OP" weergeeft, betekent dit dat een sluitingsma-
noeuvre wordt uitgevoerd en de draden van de motor moeten
worden omgedraaid. Geef een RESET-commando door op de
knop P5 te drukken, schakel de spanning uit en draai de op de
klemmen 6 & 8 aangesloten draden om, schakel de voeding
weer in en hervat de procedure vanaf punt 4.
1. Als de eindschakelaar voor het openen is bereikt, begint, als de
automatische sluiting is geactiveerd, de besturingseenheid de
pauzetijd af te tellen en geeft het display de waarde "tc" weer. Als
de automatische sluiting niet is geactiveerd, blijft het automatisch
systeem stilstaan in afwachting van een nieuw OPEN/CLOSE-im-
puls, en geeft het display de waarde "OP" weer.
2. Als de ingestelde pauzetijd is verstreken, begint het automatisch
systeem, met automatische sluiting of, na een OPEN/CLOSE-im-
puls, zonder de automatische sluiting, de sluitingsmanoeuvre tot
de eindschakelaar voor het sluiten is bereikt. Het display geeft de
waarde "CL" weer.
3. Tijdens de sluitingsmanoeuvre voert de besturingseenheid de inge-
stelde vertraging uit.
4. Als de sluitingsfase is beëindigd, geeft het display de waarde
"– –" weer en is het automatisch systeem gereed voor de normale
werking.
Als de beschreven procedure begint met het automatisch systeem
half of helemaal open, bijvoorbeeld na een RESET-commando,
voert de besturingseenheid ook tijdens de sluitingsmanoeuvre
geen vertraging uit. Geef het commando voor nog een cyclus en
controleer of het automatisch systeem goed werkt.
Iedere keer dat toegang wordt verkregen tot de weergave van
de bedrijfsparameters, of dat de elektrische voeding wegvalt,
voert de besturingseenheid tijdens de eerste cyclus auto-
matisch de zelflerende procedure van de bedrijfscyclus uit.
Tijdens het leren van de bedrijfscyclus voert het automatisch
systeem geen vertragingen uit.

12. BEVEILIGINGSZEKERINGEN

Op de besturingseenheid zitten twee beveiligingszekeringen, zie de lay-
out. Als een van deze zekeringen moet worden vervangen, houd u dan
aan de specificaties in de volgende tabel:
Zekering
F1=T5A 250V 5x20
F2=T500mA 250V 5x20

13. VERWIJDEREN

Het vuilnisbaksymbool op het etiket van het product,
op het product zelf of op de handleiding geeft aan dat
het product, wanneer het wordt afgedankt, niet met het
huisvuil mag worden meegegeven.
De gebruiker moet het afgedankte apparaat naar een
speciaal centrum brengen waar elektrisch en elektronisch
afval wordt verzameld, of terugbrengen naar de verkoper
wanneer een nieuw apparaat van een vergelijkbaar type
wordt gekocht, in de verhouding een op een.
Als het afgedankte apparaat correct wordt ingezameld om vervolgens op
milieuverantwoorde wijze te worden gerecycled, verwerkt en verwijderd,
heeft het minder nadelige gevolgen voor het milieu en de gezondheid, en
wordt het hergebruik en/of recycling van de materialen van het apparaat
bevorderd.
Als de gebruiker het product niet volgens de voorschriften afdankt,
worden de door de geldende regelgeving voorgeschreven administratieve
sancties opgelegd.
Beveiliging
Primaire wikkeling
transformator / Voeding motor
Voeding accessoires /
Verlichting Indicatielampje

Capítulos

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido