Flex CSM 4060 Manual De Instrucciones página 60

Ocultar thumbs Ver también para CSM 4060:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 45
– Als het zaagblad in de zaaggroef
gedraaid of verkeerd uitgericht wordt,
kunnen de tanden van de achterste
zaagbladrand in het oppervlak van het
werkstuk vasthaken, waardoor het
zaagblad uit de zaagspleet beweegt en
de zaag in de richting van de bediener
terugspringt.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd
of foutief gebruik van de zaag. Deze kan
worden voorkomen door geschikte
voorzorgsmaatregelen, zoals hierna
beschreven.
– Houd de zaag met beide handen vast
en breng uw armen in een positie waarin
u stand kunt houden ten opzichte van
de terugslagkrachten. Houd u altijd aan
de zijkant van het zaagblad en breng
het zaagblad nooit in één lijn met uw
lichaam.
Bij een terugslag kan de cirkelzaag naar
achteren springen. De bediener kan de
terugslagkrachten echter beheersen als er
geschikte maatregelen zijn genomen.
– Als het zaagblad vastklemt of het zagen
om een andere reden wordt
onderbroken, laat u de aan/uit-
schakelaar los en houdt u de zaag in het
materiaal rustig tot het zaagblad volledig
stilstaat. Probeer nooit om de zaag uit het
werkstuk te verwijderen of deze achteruit
te trekken zolang het zaagblad beweegt
of er een terugslag kan optreden.
Spoor de oorzaak van het vastklemmen
van het zaagblad op en maak deze door
geschikte maatregelen ongedaan.
– Als u de zaag weer wilt starten terwijl
het zaagblad in een werkstuk steekt,
centreert u het zaagblad in de
zaagspleet en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk zijn
vastgehaakt.
Als het zaagblad vastklemt, kan het uit het
werkstuk bewegen of een terugslag
veroorzaken als de zaag opnieuw wordt
gestart.
– Ondersteun grote platen om het risico
van een terugslag door een vast-
klemmend zaagblad te verminderen.
60
Cirkelzaag voor metaal CSM 4060
Grote platen kunnen hun eigen gewicht
doorbuigen. Platen moeten aan beide
zijden worden ondersteund, zowel in de
buurt van de zaaggroef als bij de rand.
– Gebruik geen stompe of beschadigde
zaagbladen.
Zaagbladen met stompe of verkeerd
uitgerichte tanden veroorzaken door een
te nauwe zaaggroef een verhoogde
wrijving, vastklemmen van het zaagblad
en terugslag.
– Draai voor het zagen de instelling van
de zaagdiepte en de zaaghoek vast.
Als tijdens het zagen de instellingen
veranderen, kan het zaagblad
vastklemmen en kan een terugslag
optreden.
– Wees bijzonder voorzichtig als
u invallend zaagt in een plaats die u niet
kunt overzien, bijvoorbeeld een
bestaande muur.
Het invallende zaagblad kan blokkeren en
een terugslag veroorzaken bij het zagen in
plaatsen die u niet kunt overzien.
Beschermkap
– Controleer voor elk gebruik of de
onderste beschermkap correct sluit.
Gebruik de zaag niet als de onderste
beschermkap niet vrij kan bewegen
en niet onmiddellijk sluit. Klem of bind
de onderste beschermkap nooit in
geopende stand vast.
Als de zaag valt, kan de onderste
beschermkap verbogen worden. Open de
beschermkap met de terugtrekhendel.
Controleer dat de beschermkap vrij
beweegt en bij alle zaaghoeken en
zaagdiepten het zaagblad of andere delen
niet aanraakt.
– Controleer de functie van de veer voor de
onderste beschermkap. Laat het
gereedschap voor gebruik nazien als
de onderste beschermkap en de veer
niet correct werken.
Beschadigde delen, plakkerige resten
of ophopingen van spanen laten de
onderste beschermkap vertraagd werken.
loading