INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
22
Bedradingsverbinding
LET OP
!
De aansluitkabel die op de binnen- en
buitenunit is aangesloten moet voldoen
aan de volgende technische specificaties
(Rubberen isolatie, type H05RN-F goed-
gekeurd door HAR of SAA).
Als het stroomsnoer beschadigd is, moet
het worden vervangen voor een speciaal
snoer of assemblage die leverbaar is
door de fabrikant of zijn servicevertegen-
woordiger. Als de verbindingslijn tussen
de binnenunit en de buitenunit meer dan
40m bedraagt, moeten de communica-
tiekabel en de stroomkabel afzonderlijk
worden aangesloten.
Voorzorgsmaatregelen bij het aanleg-
gen van stroombedrading
Gebruik ronde drukblokken voor aansluitingen
op het klemmenbord van de stroom.
Rond drukblok
NORMALE
DWARSDOORSNEDE
GEBIED 0.75 mm
2
Stroomdraad
Volg indien deze niet beschikbaar zijn de on-
derstaande instructies op.
- Sluit geen bedrading van verschillende diktes
aan op het klemmenblok van de stroom.
(Speling in de stroombedrading kan abnor-
male hitte veroorzaken.)
- Bij het aansluiten van bedrading van dezelfde
dikte, doet u dit zoals getoond in onder-
staande afbeelding.
- Gebruik voor de bedrading het daartoe be-
doelde stroomdraad en sluit het stevig aan, be-
veilig vervolgens om te voorkomen dat druk
van buitenaf wordt uitgeoefend op het klem-
menblok.
- Gebruik een geschikte schroevendraaier om de
klemschroeven vast te draaien. Een schroeven-
draaier met een te kleine kop beschadigt de bo-
venkant en maakt het correct vastdraaien
onmogelijk.
- Het te vast aandraaien van de klemschroeven
kan ervoor zorgen dat ze breken.