− De aansluitsnoeren kunnen niet worden vervangen. Bij een beschadigd snoer moet het apparaat resp. de onderde-
len worden afgevoerd.
− Gebruik het apparaat uitsluitend, als er zich geen personen in het water bevinden!
− Het apparaat, aansluitingen en stekkers zijn niet waterdicht en mogen niet onder water aangelegd of gemonteerd
worden.
− Houd de contactdoos en de netsteker droog.
Symbolen op het apparaat
De op het apparaat gebruikte symbolen hebben de volgende betekenis:
Gevaar voor persoonlijke schade door onvakkundig gebruik
Onvakkundig gebruik van het apparaat kan leiden tot lichamelijke of financiële schade. Lees altijd eerst
de gebruiksaanwijzing.
Gevaar voor persoonlijke schade door een algemene gevarenbron
Gevaarlijke UVC-straling. Gevaar voor oog- en huidletsel door flitsen. UVC-lamp uitsluitend in de behui-
zing gebruiken.
De gebruikssymbolen op het apparaat hebben de volgende betekenis:
Beschermd tegen het aanraken van gevaarlijke delen. Beschermd tegen spatwater.
Tegen rechtstreeks zonlicht beschermen.
Bij vorst het apparaat deïnstalleren.
Opstelling
Afbeelding (A)
Houd bij de planning rekening met het volgende:
− afstand van het apparaat ten opzichte van het water: min. 2 m (veiligheidsafstand!).
− Apparaat niet aan direct zonlicht blootstellen.
− Waterretourpunt. OASE adviseert: Leg de retourslang zo, dat het gereinigde water indirect, bijv. via een beekje,
weer naar de vijver wordt teruggeleid. Zo wordt het tevens van zuurstof voorzien.
− Hoogteverschil tussen het filterdeksel en het waterretourpunt: max. 2 m.
Opstelmogelijkheid 1: in de buurt van de vijver ingraven.
Graaf in de buurt van de vijver een gat, waarin u het reservoir tot aan de markering (B 11) plaatst.
Opstelmogelijkheid 2: in de buurt van de vijver opstellen.
Plaats het apparaat in de buurt van de vijver (bijv. achter struiken verstopt) en zorg dat het niet onder water komt te
staan. De ondergrond moet stevig en egaal zijn.
Aansluiting van een filterpomp
Voor het functioneren van de drukfilter is een filterpomp vereist (niet bij de levering inbegrepen). De verbinding met de
pomp mag uitsluitend via drukslangen plaatsvinden, die voor ten minste 0,2 bar resp. de maximale druk van de pomp
zijn toegelaten.
Op het apparaat kunnen slangen worden aangesloten met een binnendiameter van 1 1/2" of 2".
- NL -
39