4. REINIGINGSPROCEDURES, LEKTESTS EN PROEFDRAAIEN
4-1. REINIGINGSPROCEDURES EN LEKTEST
1) Verwijder de dop van de onderhoudsopening in de afsluitkraan van de gasleiding aan de buitenunit.
(De afsluitkranen zijn in eerste instantie geheel gesloten en met de dop erop.)
2) Sluit het meterverdeelstuk en de vacuümpomp aan op de onderhoudsopening van de afsluitkraan
in de gasleiding aan de buitenunit.
Dop voor
afsluitkraan
*4 tot 5 slagen
(Aanhaalkoppel
19,6 tot 29,4
*Sluiten
Afsluitkraan voor
N•m, 200 tot 300
*Ope-
VLOEISTOF
kgf•cm)
nen
Inbussleutel
Dop voor onder-
houdsopening
(Aanhaalkoppel
13,7 tot 17,7
N•m, 140 tot 180
kgf•cm)
Voorzorgsmaatregelen tijdens gebruik
regelkraan
Onderhouds-
opening
A
Regelkraan
Openen
Sluiten
Vulslang
Behuizing
3) Start de vacuümpomp. (Trek vacuüm gedurende meer dan 15 minuten.)
4) Controleer het vacuüm met het meterverdeelstuk. Sluit vervolgens het meterverdeelstuk en stop
de vacuümpomp.
5) Wacht één tot twee minuten. Controleer of de wijzer van het meterverdeelstuk in dezelfde stand
blijft staan. Controleer of de manometer inderdaad –0,101 MPa [Meter] (–760 mmHg) aangeeft.
6) Verwijder het meterverdeelstuk snel van de onderhoudsopening van de afsluitkraan.
7) Wanneer de koelmiddelleidingen zijn aangesloten en ontlucht, open dan alle afsluitkranen aan
beide kanten van de vloeistof- en gasleiding volledig. Als de airconditioner werkt met deels gesloten
kranen, functioneert hij slechter en ontstaan er problemen.
8) Zie 1-3. en vul indien nodig de voorgeschreven hoeveelheid koelmiddel bij. Vul het vloeibare koel-
middel langzaam bij. Als u dit niet doet, kan de samenstelling van het koelmiddel in het systeem
veranderen waardoor de airconditioner slechter kan gaan werken.
9) Plaats de dop weer op de onderhoudsopening om de oorspronkelijke situatie te herstellen.
10) Lektest
4-2. PROEFDRAAIEN
1) Steek de stekker in het stopcontact en/of zet de netschakelaar aan.
2) Druk eenmaal op de E.O. SW (noodbedieningsschakelaar) voor KOELEN
(COOL) en twee keer voor VERWARMEN (HEAT). Het proefdraaien
duurt 30 minuten. Indien het linkerlampje van de bedieningsindicator
om de 0,5 seconde knippert, controleer dan of de verbindingskabel (A)
5. VERPLAATSEN EN ONDERHOUD
5-1. DE OMBOUW VERWIJDEREN EN INSTALLEREN
Verwijderingsprocedure
1) Ontgrendel de bovenste en onderste schoe-
pen zoals getoond in
en
met een dun
voorwerp. Verwijder vervolgens de horizontale
schoepen.
2) Verwijder het voorpaneel.
3) Verwijder de 5 schroeven waarmee de ombouw
is bevestigd.
4) De ombouw bestaat uit 3 componenten. Ver-
wijder ze in de volgende volgorde: rechts, links,
en midden onderaan. Om de rechte component
te verwijderen, trek de rechterbovenhoek. Om
de linke component te verwijderen, trek de
linkerbenedenhoek. Om de component midden
onderaan te verwijderen, koppel de haak op de
boven midden opening.
Installatieprocedure
1) Installeer de ombouw door de verwijderingsprocedure omge-
keerd uit te voeren.
2) Druk op de posities die door de pijlen zijn aangegeven om de
ombouw volledig op de binnenunit vast te zetten.
3) Monteer het voorpaneel en de horizontale schoepen.
5-2. DE BINNENUNIT VERWIJDEREN
Verwijder de onderkant van de binnenunit van de instal-
latieplaat.
Wanneer u de hoek losmaakt, maak dan zowel de linker als de
rechter onderhoek van de binnenunit, zoals is aangegeven in
de afbeelding rechts, los door de unit naar beneden en naar
u toe te trekken.
Compoundmanometer
–0,101 MPa
(voor R410A)
(–760 mmHg)
Manometer
(voor R410A)
Meterverdeelstuk
(voor R410A)
Hendel
laag
Hendel hoog
Vulslang (voor R410A)
Afsluitkraan
voor GAS
Adapter die
terugstromen
voorkomt
Vacuümpomp (of de vacuüm-
pomp heeft een functie die
terugstromen voorkomt)
Wanneer u de regelkraan op de onderhouds-
opening bevestigt, kan de schuifafsluiter van
de regelkraan vervormen of los komen te zit-
ten als er te veel druk op wordt uitgeoefend.
Hierdoor kan er gas gaan lekken.
Wanneer u de regelkraan op de onderhouds-
opening bevestigt, controleer dan eerst of de
schuifafsluiter van de regelkraan is gesloten
voordat u onderdeel A vastdraait. Draai on-
derdeel A niet vast of draai de behuizing niet
om als de schuifafsluiter geopend is.
Noodbedie-
ningsscha-
kelaar
(E.O. SW)
Ontgren-
delen
Bovenste en on-
derste schoepen
tussen binnen- en buitenunit goed aangesloten is. Na het proefdraaien wordt de noodwerking
gestart (temperatuur ingesteld op 24°C).
3) Druk om de bediening te stoppen de E.O. SW meerdere keren in totdat alle LED-lampjes zijn
gedoofd. Zie de bedieningshandleiding voor details.
Controleren of de afstandsbediening werkt
Druk op de toets ON/OFF (aan/uit) van de afstandsbediening (6) en controleer of u een elektronische
pieptoon van de binnenunit hoort. Druk nogmaals op de toets ON/OFF (aan/uit) om de airconditioner
uit te zetten.
• Als de compressor tot stilstand komt, kan deze ter bescherming van de airconditioner de eerste 3
minuten daarna niet opnieuw gestart worden.
4-3. FUNCTIE VOOR AUTOMATISCH HERSTARTEN
Dit product is uitgerust met een functie voor automatisch herstarten. Als tijdens de bediening de
stroom uitvalt, zoals tijdens stroomstoringen, zorgt de functie er na herstel van de stroomtoevoer
automatisch voor dat de unit in de vorige bedieningsstand wordt opgestart. (Zie de bedieningshand-
leiding voor details.)
Waarschuwing:
• Zet de unit na het proefdraaien of de controle van de werking van de afstandsbediening uit met
de E.O. SW of de afstandsbediening voordat u de voeding uitschakelt. Als u dit niet doet, dan
start de unit automatisch op wanneer de voeding weer wordt ingeschakeld.
Voor de gebruiker
• Zorg ervoor dat de gebruiker na de installatie van de unit het automatisch herstarten krijgt
uitgelegd.
• Als de functie voor het automatisch herstarten niet nodig is, dan kan deze worden gedeacti-
veerd. Neem contact op met de onderhoudsdienst voor het deactiveren van de functie. Zie de
onderhoudshandleiding voor details.
4-4. INSTALLATIEPOSITIE INSTELLEN
Zorg ervoor dat de afstandsbediening overeenkomstig de stand waarin de binnenunit is geïnstal-
leerd wordt ingesteld.
Montagepositie:
Links: Afstand tot objecten (muur, kast, enz.) bedraagt
aan de linkerkant minder dan 50 cm
Midden: Afstand tot objecten (muur, kast, enz.) bedraagt
aan de linker- en rechterkant meer dan 50 cm
Rechts: Afstand tot objecten (muur, kast, enz.) bedraagt
aan de rechterkant minder dan 50 cm
Opmerking:
U kunt de installatiepositie alleen instellen als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
• De afstandsbediening is uitgeschakeld.
• De weektimer is niet ingesteld.
• De weektimer wordt niet bewerkt.
1) Houd
op de afstandsbediening 2 seconden ingedrukt om de werkingsstand voor het instellen
van de positie in te schakelen.
2) Selecteer de doelinstallatiepositie door te drukken op
3) Druk op
om het instellen van de positie te voltooien.
Montagepositie
Links
Display van de
afstandsbediening
4-5. UITLEG AAN DE GEBRUIKER
• Leg de gebruiker met de BEDIENINGSINSTRUCTIES (bedieningshandleiding) uit hoe de aircon-
plaatsen van de afstandsbediening in de houder, reinigen, voorzorgsmaatregelen tijdens bediening,
enz.).
• Raad de gebruiker aan om de BEDIENINGSINSTRUCTIES zorgvuldig door te lezen.
5-3. LEEGPOMPEN
Bij verplaatsen of verwijderen van de airconditioner dient het systeem volgens de onderstaande
procedure te worden leeggepompt, zodat geen koelmiddel in de atmosfeer terecht kan komen.
1) Sluit het meetverdeelstuk aan op de onderhoudsopening van de afsluitkraan in de gasleiding aan
de buitenunit.
3) Draai de afsluitkraan in de gasleiding aan de buitenunit bijna geheel dicht, zodat deze gemakkelijk
volledig te sluiten is wanneer de manometer 0 MPa [Meter] (0 kgf/cm
4) Schakel de noodwerking voor KOELEN (COOL) in.
Als u de noodwerking voor KOELEN (COOL) wilt inschakelen, maakt u de netsnoerstekker los en/of
schakelt u de netschakelaar uit. Sluit na 15 seconden de netsnoerstekker weer aan en/of schakel de
netschakelaar weer in. Druk vervolgens eenmaal op de E.O. SW (noodbedieningsschakelaar). (De
airconditioner kan gedurende 30 minuten zonder onderbreking in de noodwerking voor KOELEN
(COOL) blijven werken.)
5) Draai de afsluitkraan in de gasleiding van de buitenunit volledig dicht zodra de manometer 0,05
tot 0 MPa [Meter] aangeeft (ongeveer 0,5 tot 0 kgf/cm
6) Schakel de noodwerking voor KOELEN (COOL) uit.
Druk de E.O. SW (noodbedieningsschakelaar) meerdere keren in totdat alle LED-lampjes zijn
gedoofd. Zie de bedieningshandleiding voor details.
WAARSCHUWING
Als u het koelmiddel uit het apparaat pompt, zet de compressor dan stop voordat
u de koelmiddelleidingen losmaakt. De compressor kan barsten als er lucht etc.
in komt.
This product is designed and intended for use in the residential, commercial and
light-industrial environment.
2006/95/EC: Low Voltage Directive
The product at hand is
2006/42/EC: Machinery Directive
based on the following
2004/108/EC: Electromagnetic Compatibility Directive
EU regulations:
2009/125/EC: Energy-related Products Directive
HEAD OFFICE: TOKYO BLDG., 2-7-3, MARUNOUCHI, CHIYODA-KU, TOKYO
100-8310, JAPAN
AUTHORIZED REPRESENTATIVE IN EU:
MITSUBISHI ELECTRIC EUROPE B.V.
HARMAN HOUSE, 1 GEORGE STREET, UXBRIDGE, MIDDLESEX UB8 1QQ, U.K.
(Links)(Midden)(Rechts)
. (Door
in te drukken wordt de
Midden
Rechts
2
) aangeeft.
2
).