6 Onderhoud
6.1 Inspectie
Het is raadzaam na het ontslag van elke patiënt of na elke
gebruiksperiode de luchtcellen en de bekleding van de
matras door een gekwalificeerd en deskundig persoon te
laten controleren op bijvoorbeeld binnengedrongen vocht,
vlekken, scheuren of schade.
Matrassen controleren
1. Haal de bekleding volledig los.
2. Controleer de witte onderkant van de bekleding op
vlekken.
3. Controleer de interne luchtcellen op verkleuring.
4. Vervang de verkleurde onderdelen en verwijder deze
volgens de lokale wetgeving.
6.2 Reiniging en desinfectie
6.2.1 Algemene veiligheidsinformatie
LET OP!
Besmettingsgevaar
– Tref voorzorgsmaatregelen voor uw
eigen veiligheid en gebruik de juiste
beschermingsuitrusting.
LET OP!
Risico op elektrische schokken en beschadiging
van het product
– Schakel het apparaat uit en haal indien van
toepassing de stekker uit het stopcontact.
– Houd bij het reinigen van elektrische onderdelen
rekening met de betreffende beschermingsgraad
tegen het binnendringen van water.
– Zorg dat er geen water op de stekker of het
stopcontact spat.
– Raak de contactdoos niet aan als u natte
handen hebt.
BELANGRIJK!
Het gebruik van de verkeerde vloeistoffen
of methoden kan het product aantasten of
beschadigen.
– Alle gebruikte reinigings- en
desinfecteringsmiddelen moeten effectief
zijn, met elkaar gecombineerd kunnen worden
en de te reinigen materialen beschermen.
– Gebruik nooit bijtende vloeistoffen (zuren,
basen enzovoort), schurende reinigingsmiddelen
of oplosmiddelen (thinner, aceton enzovoort).
We raden u aan een mild schoonmaakmiddel
te gebruiken.
– Zorg altijd dat het product volledig droog is
voordat u het weer in gebruik neemt.
Volg voor reiniging en desinfectie in klinische
omgevingen of omgevingen voor langdurige zorg de
intern ingestelde procedures.
1630000-B
6.2.2 Reinigingsintervallen
BELANGRIJK!
Regelmatig reinigen en desinfecteren zorgt voor
een soepele werking, verhoogt de levensduur en
voorkomt besmetting.
Reinig en desinfecteer dit product
– regelmatig als het wordt gebruikt;
– voor en na onderhoudswerkzaamheden;
– als het in contact is gekomen met lichaamsvocht;
– voordat een nieuwe gebruiker er gebruik van
maakt.
BELANGRIJK!
– Houd bij wanneer het systeem wordt gereinigd.
6.2.3 Reinigingsinstructies
BELANGRIJK!
– Het product mag niet worden gereinigd
in geautomatiseerde wasinrichtingen, met
hogedrukreinigingsapparatuur of met stoom.
Als onderdeel van de reiniging van het systeem moet
er een reinigingsverslag worden bijgehouden.
Bedieningseenheid reinigen
1. Neem de behuizing en de slangbevestigingen van de
bedieningseenheid af met een vochtige doek en een
geschikt reinigingsmiddel.
2. Reinig met een nylon borstel voorzichtig alle kieren,
aangezien hierin micro-organismen kunnen zitten.
3. Neem de behuizing en de slangbevestigingen van de
bedieningseenheid af met een vochtige doek om alle
resten reinigingsmiddel te verwijderen.
4. Laat alle behandelde oppervlakken aan de lucht drogen.
Hangers reinigen
1. Veeg de buitenkant van de hangers periodiek af met een
vochtige doek en een geschikt reinigingsmiddel.
De bekleding reinigen
(verwijderen van verontreiniging zoals stof en organisch
materiaal)
1. Verwijder alle bekleding om deze te wassen.
2. Was de bekleding op de maximale temperatuur die is
aangegeven op het productlabel en met een verdund
wasmiddel (instructies op het label).
BELANGRIJK!
Door de bekleding op hogere temperaturen te
wassen, kan deze krimpen.
De bekleding drogen
1. Hang de bekleding aan een lijn of stang en laat deze
in een schone binnenomgeving uitdruipen en drogen,
of droog de bekleding op een lage temperatuur in de
droger.
Onderhoud
133