6.
MONTAGE VAN DE INSTALLATIEPLAAT EN MAKEN VAN DE
LEIDINGDOORVOER.
6.1 Montage van de installatieplaat van het binnendeel
WAARSCHUWING
Gebruik een leidingzoeker voordat de benodigde gaten in de wand worden geboord om
stroomkabels en leidingen in de wand op te sporen, zodat onnodige beschadigingen van de wand
en gevaarlijke situaties worden voorkomen.
a.
Breng de installatieplaat horizontaal op een voldoende stevige wand aan en houd een ruimte
rond de installatieplaat aan. Zie afbeelding 8
b.
Als de wand is gemaakt van baksteen, beton of een vergelijkbaar materiaal, dienen acht gaten met
een diameter van 5 mm in de wand te worden geboord. Breng de pluggen voor de desbetreffende
bevestigingsschroeven aan.
c.
Monteer de installatieplaat op de wand met acht schroeven van het type "A" .
G
OPMERKING
Monteer de installatieplaat en boor gaten in de wand in overeenstemming met het materiaal
van de wand en de desbetreffende bevestigingspunten op de installatieplaat. (afmetingen zijn in
"mm" tenzij anders aangegeven).
Correcte montage
van installatieplaat
Afbeelding 8
1
74
74
6.2
Boren van de leidingen, condenswaterslang en stroomkabeldoorvoer.
a.
Bepaal de positie van het gat aan de hand van het schema in Fig. 9. Boor een gat ≥ 65 mm enigszins
schuin omlaag in de richting van de buitenzijde; dit voorkomt dat er water naar binnen dringt (fig. 10).
b.
Maak altijd gebruik van een boorgeleider bij het boren in metalen roosters, metalen platen of ver-
gelijkbare materialen.
Wand
Binnen
Buiten
Afbeelding 10
7.
AANSLUITEN VAN DE KOUDEMIDDELLEIDINGEN
7.1
Aansluiten van de koudemiddelleidingen
a.
Voorzie de uiteinden van de leidingen van een zogenaamde "flare" met wartel of een soortgelijke
schroefverbinding.
b.
Binnendeel: Draai de wartelmoer eerst met de hand vast aan de leidingen van het binnendeel en
draai de wartelmoer vervolgens met een steeksleutel en een momentsleutel vast zoals getoond in
Fig. 13.
c.
Buitendeel: Draai de wartelmoer met de hand vast aan de aansluitingen op de kranen van het bui-
tendeel en draai de moer vervolgens met een steeksleutel en een momentsleutel vast zoals getoond
in fig. 13.
Leiding van
binnenunit
Wartelmoer
d.
Pas de juiste aanhaalmomenten toe (zie tabel 1) om te voorkomen dat de leidingen, verbindingsstuk-
ken en moeren beschadigd raken.
Leidingen
Afbeelding 13
1
75
75