5 Controlelampje Spuitpistool
groen: Spuitpistool ok
oranje: Hendel van de spuitpistool tij-
dens het inschakelen bediend
rood: Spuitpistool verwijderd of stuurlei-
ding beschadigd
6 Weergaveveld
Spuitinrichting
Spuitpistool
1 Sproeier
2 Spuitpistool
3 Koppeling straalmiddel-slang
4 Koppeling stuurleiding
5 Veiligheidshendel
6 Hendel
7 Schakelaar bedrijfsmodi
Stand „1": Luchtdrukstraal
Stand „2": Droogijsstraal (luchtdruk en
droogijsbrokjes)
Spuitpistool Advanced (optie)
1 Sproeier
2 Spuitpistool
3 Hendel
4 Beveiligingsknop
5 Koppeling straalmiddel-slang
6 Koppeling stuurleiding
7 Toets Droogijsdosering aan/uit
Brandt rood bij uitgeschakelde droogijs-
dosering
8 Toets Droogijsdosering verhogen
9 Toets Straaldruk verhogen
10 Toets Straaldruk verlagen
11 Toets Droogijsdosering verlagen
Koffer voor accessoires
De koffer dient voor het opbergen van de
sproeiers en bijhorend gereedschap.
1 Sluiting
2 Handgreep
3 Ontgrendeling
Koffer openen
Sluitingen openen.
Deksel naar beneden zwenken.
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar, Leg geen zware
voorwerpen op het geopende deksel.
Koffer van het apparaat scheiden.
Ontgrendelingen indrukken en koffer
wegnemen.
Koffer op het apparaat aanbrengen.
Koffer met de sluitingen naar boven
draaien.
Eén kant van de koffer tegen de houder
zetten en vergrendelen.
Koffer tegen het apparaat duwen en de
tegenoverliggende houder vergrende-
len.
Inbedrijfstelling
Gevaar
Gevaar voor verwonding door rondvliegen-
de droogijspellets.
Bij het gebruiksklaar maken van het appa-
raat alle samenstellende delen, vooral de
straalmiddelslang controleren, of ze in een
staat volgens de voorschriften verkeren.
Beschadigde delen door correcte vervan-
gen.
Vervuilde delen reinigen en controleren, of
ze volgens de voorschriften werken.
Apparaat op een horizontaal, effen op-
pervlak plaatsen en parkeerrem van de
stuurrollen blokkeren.
Instructie:
Ter bescherming tegen slijtage en veront-
reiniging kan de straalmiddelslang met een
beschermslang overtrokken worden. In-
dien nodig de beschermslang voor de aan-
sluiting over de straalslang schuiven.
Spuitmiddelslang met het apparaat ver-
binden en beveiligen.
Spuitpistool met de spuitmiddelslang
verbinden en beveiligen.
Stuurleiding met het apparaat verbin-
den.
Stuurleiding met het spuitpistool verbin-
den.
4
-
NL
Sproeiers
Waarschuwing
De selectie van de sproeier is afhankelijk
van het materiaal van het reinigingsobject
en de verontreiniging.
Ook heeft het beschikbare luchtvolume een
aanzienlijke invloed op de keuze van de
sproeier.
Alle sproeiers worden zonder werktuig op
de schroefdraad van het spuitpistool ge-
schroefd. De op de sproeier aangebrachte
sleutelvlakken dienen voor het losmaken
van vastzittende sproeiers met een platte
sleutel.
Voorzichtig
Gevaar vankoudlassen. Sproeierschroef-
draad voor de montage met het bijgevoeg-
de vet bestrijken.
De juiste lans of sproeier kiezen
De onderstaande tabel toont het luchtver-
bruik bij verschillende sproeiers.
Elke sproeier is gekenmerkt met luchthoe-
veelheidsindex XS - XXL.
Met de sproeiertabel kan dus voor elke
sproeier het luchtverbruik bepaald worden.
55