NEDERLAND
AANWIJZINGEN VOOR HET SNIJAPPARAAT
Het snijapparaat kan enkel bij lopende motor ingeschakeld worden, de hendel (7) bevindt zich in
en de graszak is ingeschakeld.
HET INSCHAKELEN VAN HET SNIJAPPARAAT (zie pagina 122)
I
3
1 - Activeer de rem (9)
2 - Zet de hendel (10) op START.
Nu is het snijapparaat ingeschakeld en draait het mes!
3 - U kunt beginnen met het maaien in de vooruitversnelling nadat u het rempedaal heeft los gelaten.
Als de bestuurder van zijn stoel opstaat slaat de motor af.
UITSLUITING VAN HET SNIJAPPARAAT
Laat de inschakelinghendel voor het mes (9) los tot het uitschakelen.
Het mes blijft binnen de 5 seconden stilstaan.
(zie pagina 123)
L
micro mandpositie
a
b
micro rempedaal
c
micro stoel
d
controlelampje werking (model elektrische start)
e
controlelampje volle mand (model elektrische start)
f
micro mesinschakeling
ONDERHOUD
Alle onderhouds-, controle- en reinigingswerkzaamheden moeten met stilstaande en afgekoelde machine worden uitgevoerd. De volgende
werkzaamheden mag de gebruiker zelf uitvoeren. Alle andere werkzaamheden voor het onderhoud, de controle en de reparaties moeten door
bevoegde werkplaatsen worden uitgevoerd.
Motor controleren
Olie verversen
Filter reinigen
Bougie controleren
Luchtfilter vervangen
Accu en aansluitingen reinigen
Remmen controleren
Beweeglijke delen controleren
Tractor reinigen
Bij het gebruik in extreme situaties of bij zeer hoge temperaturen, de controles vaker uitvoeren!
VEILIGHEIDS - EN CONTROLETOESTELLEN
ositie (max. gas). De bediener bevindt zich op de tractor
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
46
■
■
■
■
■
■