Hoofdstuk 3. Routineonderhoud
• Als de motor vetuitlaatpluggen heeft, verwijdert u deze voordat u vet toevoegt. Als de motor
fittingen voor vetafvoer heeft, is het niet nodig deze te verwijderen.
Breng vet aan als volgt:
1. Stel de machine in bedrijf of bedien de motor met handmatige functies tot deze warm is.
2. Sluit de stroom van de machine af.
3. Als de motor vetuitlaatpluggen heeft, verwijdert u deze. Zie
.
4. Breng vet EM
(Tabel
6
werkt op 60 Hz, is de opgegeven hoeveelheid vet voor elke smeernippel 18,4 ml (0,65 fl oz).
5. Als de motor vetuitlaatpluggen heeft, stelt u de machine in bedrijf of gebruikt u handmatige functies
om de motor twee uur te laten draaien. Plaats de uitlaatplug weer terug.
Tabel 11: Intervallen en hoeveelheden voor motorsmering Gebruik vet EM
Op de motornaamplaat (zie
6)
NEMA (IEC)
RPM minder dan of
framegrootte
Maximaal 210
(132)
>210 tot 280 (132
tot 180)
>280 tot 360 (180
tot 200)
>360 tot 5000
(200 tot 300)
Onderhoudsonderdelen—machines en bedieningsgroep
3.1.5.
BIUUUM10]
Supplement 1
Controleer de transportbanden en riemschijven zoals hieronder worden uitgelegd.
Met de stroom afgesloten:
• Kijk uit naar vuil, stof, olie en vet. Verwijder verontreinigingen.
• Kijk uit naar schade aan de band zoals getoond in
• Kijk uit naar versleten riemschijven zoals getoond in
PELLERIN MILNOR CORPORATION
10) aan, terwijl de motor stilstaat. Als de motor met de naamplaat in
Afbeelding
Jaren
gelijk aan
900
5.5
4.5
1200
1800
3
3600
1.5
900
4.5
1200
3.5
1800
2.5
3600
1
900
3.5
1200
3
1800
2
3600
0.5
900
2.5
1200
2
1800
1
3600
0.5
Banden en riemschijven controleren
130
verklaring betreffende voorzichtigheid 23
(Tabel
Interval
Fluid
Uur
ounces
11000
9000
0.34
6000
3000
9000
7000
0.65
5000
2000
7000
6000
0.87
4000
1000
5000
4000
2.23
2000
1000
Afbeelding
7.
Afbeelding
7.
Afbeelding
10)
Hoeveelheid
ml
9.5
18.4
24.6
63.2
[Document