werken en controleer met een goed werkend meetinstrument of er nog spanning op de machine
aanwezig is. Zorg ervoor dat niemand anders de hoofdschakelaar kan omzetten tijdens het werken.
WAARSCHUWING 2 : Vastloop / Verstrik en Verpletter Gevaar—Kontakt met bewegende delen
kunnen uw ledematen verpletteren , sommige bewegingen worden automatisch uitgevoerd. De bewegende
delen zijn afgeschermd met de nodige kettingen, kappen en platen.
• Haal geen kettingen, kappen of panelen weg.
• Reik niet in de machine of tussen het frame.
• Houdt uzelf en anderen van de machine.
• Zorg dat u weet waar de noodschakelaar, trekkoorden en/of veiligheids-platen zitten, en gebruik ze
bij nood om de machine te stoppen.
Veiligheidswaarschuwingen—Extern Mechanisch Gevaar
2.1.3.
BIUUUS12]
Hieronder vindt u informatie over de risico's aan de voorzijde, zijkanten, achterzijde of bovenzijde van de
machine.
WAARSCHUWING 3 : Verpletter Gevaar—Alleen Verende/In veren hangende of staande machines-
Ruimte tussen de wand en het frame kunnen verwijnen en uw ledematen verpletteren. De wand beweegt
tijdens de werking binnen het frame.
• Reik niet in de machine of tussen het frame.
• Houdt uzelf en ieder ander weg bij verplaats gebieden en paden.
Veiligheidswaarschuwingen—Trommel en Programma Gevaar
2.1.4.
[Document BIUUUS13]
Hieronder vindt u informatie over de risico's met betrekking tot de cilinder en het wasproces.
GEVAAR 4 : Gevaar voor vastlopen/verstrikt raken en afbreken—Kontakt met te verwerken
goederen kunnen de goederen om uw lichaam en ledematen draaien en u uiteen rijten / uitschakelen. De
goederen zijn normaal gesproken afgeschermd door een gesloten trommel deur.
• Probeer niet de deur te openen of in de trommel te reiken voordat de trommel gestopt is.
• Raak geen goederen aan die in de draaiende trommel liggen of die er gedeeltelijk uithangen
• Gebruik de machine niet met een niet funktionerend veiligheids deurslot
• Zorg dat u weet waar de noodschakelaar, trekkoorden en/of veiligheids-platen zitten, en gebruik ze
bij nood om de machine te stoppen.
• Zorg er steeds voor dat u zelf de hoofdschakelaar uitschakelt voordat u aan de machine gaat
werken en controleer met een goed werkend meetinstrument of er nog spanning op de machine
aanwezig is. Zorg ervoor dat niemand anders de hoofdschakelaar kan omzetten tijdens het werken.
WAARSCHUWING 5 : Verpletter Gevaar—Kontakt met de draaiende trommel kan uw ledematen
verpletteren of afrukken. Tracht de trommel niet te stoppen met uw handen of andere vreemde
voorwerpen. De deur moet gesloten zijn als de trommel draait.
• Probeer niet de deur te openen of in de trommel te reiken voordat de trommel gestopt is.
• Plaats niets in de draaiende trommel.
• Gebruik de machine niet met een niet funktionerend veiligheids deurslot
WAARSCHUWING 6 : Besloten / Te nauwe Ruimte Gevaar—In de trommel kruipen kan u doden
of verwonden. Gevaar is er niet alleen voor paniek, verbranding, vergiftiging, verstikking, hitte uitputting,
biologische vervuiling, elektrokutie en verplettering.
• Laat geen ongekwalificeerde mensen, onderhoud, reparaties of modificaties uitvoeren.
115
Hoofdstuk 2. Veiligheid
[Document
PELLERIN MILNOR CORPORATION