De overige versies van het ap-
paraat kunnen in zone 2 of er-
buiten worden
7. Het apparaat mag enkel door
een gekwalificeerde installa-
teur worden geïnstalleerd vol-
gens de geldende veiligheids-
regels en andere voorschriften.
8. Alle installaties die op het ap-
paraat worden aangesloten,
moeten overeenstemmen met
de toepasselijke voorschriften
voor de regio.
9. Er mogen geen verlengsnoeren
of adapters voor stopcontac-
ten worden gebruikt om het
apparaat te voeden.
10. Koppel het apparaat en-
kel aan op een correct aan-
gelegde elektrische installa-
tie (zie typegegevens op het
verwarmingselement).
11. Het apparaat is bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
Gebruik het enkel volgens de
bestemming die in de gebrui-
kershandleiding is vermeld.
74