Algemene Beschrijving - SDMO DX 3000 Manual De Uso Y De Mantenimiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 21
1.3.5 Voorzorgsmaatregelen tegen uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten een zeer toxische stof: koolmonoxide. Deze stof kan dodelijk zijn wanneer ze in hoge concentraties wordt
ingeademd.
Gebruik daarom uw aggregaat altijd in een goed verluchte ruimte waar de gassen niet kunnen blijven hangen.
Gevaar
Een goede ventilatie is noodzakelijk voor de goede werking van uw stroomaggregaat. Zonder ventilatie zou de motor snel oververhitten met ongevallen of
beschadiging van het materieel en goederen in de omgeving tot gevolg. Indien echter het aggregaat binnenin een gebouw moet worden gebruikt, is een
aangepaste verluchting noodzakelijk om koolmonoxidevergiftiging van mens of dier te voorkomen. De uitlaatgassen moeten naar buiten worden afgevoerd.
1.3.6 Tanken
Brandstof is uitermate ontvlambaar en verspreidt explosieve dampen.
Het is verboden te roken, dichtbij te komen of vonken te veroorzaken tijdens het vullen van de brandstoftank.
Tijdens het tanken moet de motor stilliggen. Veeg alle sporen van brandstof weg met een schone doek.
Gevaar
Plaats het aggregaat altijd op een effen ondergrond, vlak en horizontaal om te vermijden dat brandstof van de tank op de motor terechtkomt. Olieproducten
moeten worden opgeslagen en behandeld overeenkomstig de bepalingen van de wet. Draai de brandstofkraan (indien aanwezig) na elke vulbeurt dicht. Vul de
tank met behulp van een trechter, zorg ervoor dat geen brandstof wordt gemorst en schroef de dop na de vulbeurt terug op de brandstoftank. Vul nooit
brandstof bij terwijl het aggregaat in werking of warm is.
1.3.7 Voorzorgsmaatregelen tegen brandwonden
Raak de motor noch de uitlaatdemper nooit aan terwijl het aggregaat in werking is of onmiddellijk na een stilstand.
Waarschuwing
Hete olie veroorzaakt brandwonden, en ook contact met de huid is te vermijden. Vergewis u ervan dat het systeem niet meer onder druk staat alvorens er aan te
werken. Start de motor nooit of laat hem nooit draaien terwijl de olievuldop verwijderd is, wegens het risico op uitspattende olie.
1.3.8 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de accu's
Plaats de accu nooit in de buurt van een vlam of vuur
Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap
Gebruik nooit zwavelzuur of aangezuurd water om de elektrolyt bij te vullen.
Gevaar
1.3.9 Bescherming van het milieu
Laat de motorolie bij het aftappen nooit op de grond vloeien maar giet ze in een daartoe voorziene verzamelbak. Vermijd indien mogelijk geluidsweerkaatsing
door de muren of andere constructies, aangezien dat het geluidsniveau zou verhogen. Indien de demper van uw aggregaat niet is uitgerust met een
vonkenvanger en moet worden gebruikt in beboste gebieden, tussen struikgewas of op onbewerkte met gras begroeide gronden, dient u zeer voorzichtig te
werk te gaan opdat de vonken geen brand zouden veroorzaken (struikgewas over een tamelijk grote oppervlakte verwijderen op de plaats waar u uw aggregaat
wilt opstellen).
1.3.10 Gevaar van draaiende onderdelen
Ga nooit dichtbij draaiende onderdelen in werking staan met losse kleren of lange haren zonder beschermnet op het hoofd. Probeer geen
draaiende onderdelen in werking tegen te houden, te vertragen of te blokkeren.
Waarschuwing
1.3.11 Capaciteit van het stroomaggregaat (overbelasting)
Overschrijd nooit de capaciteit (ampère en/of watt) van het nominaal vermogen van het aggregaat tijdens werking in continu bedrijf.
Bereken het vereiste elektrische vermogen van de elektrische apparaten (in watt of ampère) alvorens het aggregaat aan te sluiten en in werking te stellen. Dit
elektrische vermogen staat eveneens vermeld op de identificatieplaat van de lampen, elektrische apparaten, motoren etc. De totale waarde van alle vermogens
van de gebruikte apparaten mag terzelfder tijd niet hoger liggen dan het nominale vermogen van het aggregaat.
1.3.12 Voorwaarden voor het gebruik
De vermelde prestaties van de stroomaggregaten worden behaald onder de referentieomstandigheden volgens ISO 3046-1:
+27° C, 100 m boven zeeniveau, vochtigheidsgraad 60 %, of
+20° C, 300 m boven zeeniveau, vochtigheidsgraad 60 %.
De prestaties van de aggregaten worden ongeveer 4 % verminderd voor elke temperatuurstijging van 10°C en/of ongeveer 1 % voor elke toename van de
hoogteligging met 100 m.

2. Algemene beschrijving

2.1. Beschrijving van het aggregaat (figuur A)
Brandstoftank (punt 1)
Dop van brandstoftank (punt 2)
Olievuldoppen (punt 3)
Olieaftappluggen (punt 4)
Aardingsaansluiting (punt 5)
Alternator (punt 6)
Motor (punt 7)
Trolleykit (optie) met wielen (19), as (20), steun (21), handgreep (22), onderlegringen (23) en pen (24)
3/8
Uitlaatdemper (punt 8)
Luchtfilter (punt 9)
schakelaar voor het starten en stoppen (punt 10)
Afrolstarter (punt 11)
Stopcontacten (punt 12)
Starthendel (punt 13)
Ref. GPAO : 33522115601
Brandstofkraan (punt 14)
Vermogensschakelaar (punt 15)
Brandstoffilter (punt 16)
Decompressiehendel (punt 17)
Oliefilter (punt 18)
Opslagoliedop (punt 25)
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido