Installatie van de zelfaanzuigende
pomp boven het vloeistofpeil (aanzui-
ging boven vloeistofhoogte). Afbeel-
ding 2,
Afbeelding 3 en
Tab1.
1. Ga na of de leiding na de pomp (toe-
voerzijde) niet wordt afgesloten
2. Open de afsluiter na de pomp (toevoer-
zijde).
3. Open de afsluiter voor de pomp (aan-
zuigzijde).
Raadpleeg Afbeelding 2
voor de installatie.
4. Open een kraan in de buurt van de
pomp om de lucht af te laten.
5. Verwijder de vuldop.
6. Verwijder de vuldop en gebruik de
vulopening als een dergelijke dop is
aangebracht op de leiding na de pomp
(toevoerzijde). Gebruik de vulopening
van de pomp als dit niet het geval is.
7. Vul
het pomphuis en de aanzuigleiding
volledig met vloeistof (Afbeelding 2) of
vul uitsluitend het pomphuis (Afbeel-
ding 3) met een trechter tot de vloeistof
uit de vulopening stroomt.
8. Sluit de vuldop van de pomp.
9. Vul de leiding en de pomp tot uit het
tweede gat vloeistof naar buiten
stroomt als de vulopening op de lei-
ding is geïnstalleerd.
10. Breng de tweede vuldop aan.
11. Start de pomp en wacht tot de vloei-
stof wordt verpompt. De pomp kan 5
minuten werken om de vloeistof aan te
zuigen. Herhaal de stappen van 1 tot
11 als de pomp geen druk en geen de-
biet opbouwt.
De terugslagklep in Afbeelding 3 kan ge-
bruikt worden om te voorkomen dat de
pomp in het geval van een stilstand leeg-
loopt, zodat de vloeistof voor de volgende
inschakeling in het pomphuis achterblijft.
"Installatie"
aanwezig is.
Als de pomp na diverse pogingen niet cor-
rect werkt, raadpleeg het deel defecten
"beknopte gids in het geval van storin-
gen".
Tijdens de inschakeling moet de pomp op
de maximale snelheid werken als deze op
een frequentie-omzetter is aangesloten.
Stop de motor en herhaal de handelingen
van 1 tot 11 als de pomp niet binnen 5 mi-
nuten aanzuigt.
Inbedrijfstelling van de pomp
Door een droge werking kan de pomp
oververhit en beschadigd raken.
dit geval wordt het water in het systeem
erg warm en bestaat het gevaar voor
schade aan het apparaat en brandwon-
den in het geval dat de vloeistof naar bui-
ten stroomt. Schakel in dit geval de pomp
uit en laat het systeem afkoelen.
NEDERLANDS
Vul de pomp altijd voor de in-
schakeling als geen terugslag-
of voetklep op de aanzuigopening
Herhaal de handelingen van 1 tot
11 als de pomp slechts met
moeite de druk kan verhogen.
Werking met frequentie-omzet-
ter
Gebruik de elektropomp binnen
het bereik dat is vermeld op het
typeplaatje.
Laat de pomp om geen enkele
reden werken met gesloten af-
sluiter (aan de aanzuigzijde).
Laat de elektropomp niet draai-
en als de afsluiter volledig is ge-
sloten (aan de toevoerzijde). In
Gebruik de pomp niet in het ge-
val van cavitatie om schade aan
53