Honeywell FENZY BIOLINE Instrucciones De Uso página 50

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 28
Controles vooraf
Zorg ervoor dat alle aansluitingen correct verbonden zijn.
Toepassing
Plaats het BIOLINE-blok onderaan de rug van de gebruiker en trek vervolgens de riem van het toestel aan.
Plaats het ademhalingsmasker op uw gezicht (raadpleeg de gebruikshandleiding van het ademhalingsmasker) (Afbeelding 4a)
Controleer de dichtheid van het ademhalingsmasker (raadpleeg de gebruikshandleiding van het ademhalingsmasker),
(Afbeelding 4b)
Verbind de snelle aansluiting van de FENZY BIOLINE met die van de luchtbron.
Pal het inademventiel op de Air Klic-aansluiting van het ademhalingsmasker (zie hoofdstuk inademventiel), (Afbeelding 4c)
Het ademhalingstoestel is klaar voor gebruik.
Het wordt sterk aanbevolen de aansluiting van het inademventiel te laten controleren door een
andere persoon, die er, erg belangrijk, op moet toezien dat de vergrendelvoorzieningen (Air Klic)
correct zijn vastgeklikt in de aansluitingsgroeven van het masker.
Gebruik
Adem normaal tijdens het gebruik.
Aangezien de FENZY BIOLINE niet autonoom werkt in het geval de persluchtvoeding
onderbroken wordt, wordt het gebruik ervan in een zone die rechtstreeks levensgevaar inhoudt
voor de gebruiker ten zeerste afgeraden.
In het geval van moeilijke of dringende situaties (bijvoorbeeld: lichamelijke letsels of
ademhalingsmoeilijkheden) volstaat het voor de gebruiker om, indien hij nood heeft aan extra
inadembare lucht, op de by-passknop van het deksel van het inademventiel te drukken om het
debiet van inadembare lucht die in het masker wordt gebracht te verhogen.
Na de tussenkomst
Koppel het inademventiel los door tegelijkertijd op de knoppen van de Air Klic te drukken terwijl het hoofd lichtjes naar achteren
wordt gebogen (zie hoofdstuk inademventiel).
Indien er een SX-PRO-ventiel gebruikt wordt, plaats het mechanisme voor eerste inademing dan in de gesloten positie door
zijdelings op de knop voor eerste inademing te drukken (zie hoofdstuk inademventiel).
Bevestig het inademventiel op de drager.
Plaats het ademhalingsmasker op uw gezicht (raadpleeg de gebruikshandleiding van het ademhalingsmasker).
Zuiver het circuit geleidelijk aan door op de by-passknop van het inademventiel te drukken.
Maak de riem van het toestel los.
Koppel het BIOLINE-blok los van de leiding van de persluchtbron onder middelmatige druk.
GEBRUIKELIJK ONDERHOUD
Reinigen, desinfecteren en drogen
Reinigen
De vuile en/of verontreinigde elementen van het ademhalingstoestel dienen na ieder gebruik gereinigd te worden.
Reinig ze met een spons, doordrenkt met een combinatie van lauw water en een universeel reinigingsmiddel (zeepoplossing), en spoel
ze vervolgens af met een propere en vochtige spons.
Let erop dat het gekozen reinigingsmiddel geen bijtende bestanddelen bevat (bijvoorbeeld
organische solventen) die de vergankelijke elementen zouden kunnen aanvallen en dat er geen
vloeistoffen of vuiligheid in de holtes van het toestel binnendringen.
Zorg ervoor dat u geen perslucht in de holtes spuit waarin zich breekbare elementen bevinden,
zoals de membranen, veren, kleppen en pakkingen, om deze niet te beschadigen.
Desinfecteren
Zodra de reiniging uitgevoerd is, dient het ademhalingsmasker gedesinfecteerd te worden door het onder te dompelen in een bad met
een desinfecterend middel. Wanneer de concentratie en de toepassingsduur van het desinfecterende middel gerespecteerd worden,
zoals die aangegeven staan in de gebruikshandleiding van de maskers, hoeft u niet te vrezen voor ongewenste effecten op de
verschillende materialen. Spoel na de desinfectie het masker onmiddellijk af met zuiver water om eventuele restanten van het
desinfecterende product te verwijderen.
Drogen
Zodra de reiniging en de desinfectie uitgevoerd zijn, laat u alle elementen van het toestel drogen bij een temperatuur tussen 5° C en
50° C. Vermijd hierbij elke vorm van thermische stra ling (zon, oven of centrale verwarming). Het wordt ten stelligste aanbevolen de
drukgeleidende onderdelen (drukverminderingssysteem en koppelsensor) te drogen door er perslucht onder lage druk door te blazen,
zodat elk spoor van vochtigheid verwijderd wordt.
Bij gebruik in koude omstandigheden kan de aanwezigheid van eventuele vochtigheid in het inademventiel zorgen voor de
vorming van witte kristallen binnenin en bijgevolg de werking wijzigen.
Elke vorm van vochtigheid in het inademventiel en in de leiding voor gemiddelde druk dient verplicht verwijderd te
worden.
Het is eveneens noodzakelijk om het ventiel volledig droog te maken na de reiniging.
Gooi nooit een ademhalingstoestel met perslucht bruusk op de grond
NL-3
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido