Opstelling en afstelling
Plaats de slijpmachine horizontaal en stabiel op een
vaste ondergrond, en zorg voor voldoende verlich-
ting.
De machine heeft geen voor- of achterkant. U kunt
slijpen met de draairichting mee of tegen de draai-
richting in.
m Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aange slo ten.
De aansluiting is in overeenstemming met de toepas-
selijke VDE- en DIN-voorschriften.
De netstroomaansluiting van de klant en de ge-
bruikte ver lengkabel moeten in overeenstem-
ming zijn met deze voor schriften en met de plaat-
selijke EVU-voorschriften.
Beschadigde elektrische aansluitleidingen
Vaak wordt de isolatie van elektrische aansluitleidin-
gen beschadigd.
Mogelijke oorzaken:
• De aansluitleidingen zijn gekneld tussen venster- of
deur kieren.
• Er zit een kink in de aansluitleidingen doordat ze
ondes kun dig werden bevestigd of geplaatst.
• De aansluitingleidingen vertonen scheuren doordat
ero ver wordt gereden.
• De isolatie is beschadigd doordat de kabels niet
met de stekker uit het stopcontact worden getrok-
ken.
• De isolatie is gescheurd als gevolg van slijtage.
Dergelijke beschadigde elektrische aansluitleidin-
gen mogen niet worden gebruikt en zijn wegens de
beschadigde isolatie levensgevaarlijk!
Controleer regelmatig of de elektrische aansluitlei-
dingen beschadigd zijn. Let erop dat u de stekker uit
het stop con tact trekt voor u een aansluitleiding con-
troleert. De elektrische aansluitleidingen moeten in
overeenstemming zijn met de toepasselijke VDE- en
DIN-voorschriften en met de plaatselijke EVE-voor-
schriften. Gebruik alleen aan sluit leidingen met het la-
bel H07RN. De type aan dui ding moet vermeld staan
op de aansluitkabel.
Wisselstroommotor
• De netspanning moet 220÷240 V / 50 Hz bedragen.
• Verlengkabels met een lengte tot 25 m moeten een
minimale diameter van 1,5 mm² hebben. Verleng-
kabels met een lengte van meer dan 25 m moeten
een minimale diameter van 2,5 mm² hebben.
• De aansluiting op het stroomnet wordt maximaal
met 16A beveiligd.
De elektrische uitrusting mag enkel worden aange-
sloten en gerepareerd door een erkende elektricien.
Als u vragen hebt, dient u de volgende gegevens te
vermel den:
• Fabrikant van de motor; motortype
• Type stroom van de motor
• Gegevens van het typeplaatje van de machine
• Gegevens over de elektrische sturing
Als u de motor terugstuurt, moet u ook de vol-
ledige aan drijf eenheid met elektrische sturing
terugsturen.
Gebruiksvoorschriften
Slijprichting (afb. 1 + 2)
Of u in de slijprichting of tegen de slijprichting in
werkt, is afhankelijk van uw wensen. Wilt u snel veel
staal weg ne men (bijvoorbeeld bij erg oud, verroest
gereedschap) of wilt u grof gereedschap slijpen, zo-
als een bijl, dan kunt u beter tegen de slijprichting in
werken. Wanneer u preciezer en fijner wilt slijpen,
adviseren wij u, in de slijp richting te werken. Dit is bij-
voorbeeld van toepassing bij houtsnijgereedschap en
messen. Houdt u er alstublieft reke ning mee dat het
slijpen met de draairichting mee langer duurt. Con-
troleer telkens vooraf of de slijpsteen vlak is, door de
steun tot op de steen te laten zakken en de steen één
keer met de hand 360° rond te draaien. Indien nodig
verwijdert u oneffenheden met behulp van afdraai-
appa raat 250. Bij aflevering is de TiGer vlak.
Waterreservoir (afb. 3 + 4)
Vul het waterreservoir tot aan het merkstreepje met
water. De slijpsteen zuigt zich vol water; vul indien
nodig water bij. Slijp nooit zonder water te gebruiken.
Laat na het slijpen het waterreservoir zakken, zodat
de slijp steen niet gedurende langere tijd in het water
staat.
Maak het waterreservoir regelmatig leeg, omdat zich
an ders staal- en slijpsteenpartikels in het water kun-
nen opho pen en daarin samenklonteren.
Tip van de vakman: u kunt de vorming van derge-
lijke bezin ksels voorkomen door een magneet in het
water te leggen.
Hoekmeter (afb. 5)
Meet de hoek van het snijoppervlak, door de snijkant
te vergelijken met de sleuven in het sjabloon. De zo
vast gestelde hoek stelt u nu op het apparaat in, door
de hoogte van de steun te veranderen. Ga daartoe
als volgt te werk: klem eerst het gereedschap in de
werkstukhouder en steek dit op de steun.
Houd nu de hoekmeter met de gewenste hoek aan
het uiteinde van het gereedschap.
Verander de hoogte van de steun nu zo, dat het voor-
ste uiteinde van de hoekmeter net tegen de slijpsteen
komt. Let erop dat de hoekmeter altijd met het uit-
einde van het gereedschap inéén lijn staat.
Opmerking: de op de hoekmeter aangegeven waar-
den zijn slechts richtwaarden. Deze waarden kunt u
uiteraard over eenkomstig uw eigen wensen verande-
ren.
Slijpen (afb. 6)
Aangezien de slijpsteen slechts langzaam ro-
teert, is een beweging in zijwaartse richting te
zien. Dit is normaal en oefent geen negatieve in-
vloed uit op het slijpresultaat.
27 | NL