WAT KUNT U VERWACHTEN BIJ HET GEBRUIK VAN DE
BLAFBEHEERSINGHALSBAND
Belangrijk: Laat uw hond de eerste paar keer dat hij een statische stimulatie krijgt niet alleen.
Doe uw hond de blafbeheersinghalsband op de juiste manier om en wacht in de buurt tot hij blaft.
De meeste honden hebben snel door dat de blafbeheersinghalsband hun drang om te blaffen
verstoort en zullen zich ontspannen en ophouden met blaffen. Aangezien de hond de eerste keer
verrast kan worden door de statische stimulatie of ervan kan schrikken, beginnen sommige
honden na de eerste correctie meer te blaffen.
In zeldzame gevallen raakt een hond in een blaf-stimulatie-blaf-stimulatiecyclus. Als dat
gebeurt, stelt u uw hond met een kalme, geruststellende toon op zijn gemak. Als uw hond zich
ontspant, begrijpt hij dat als hij stil blijft hij geen statische stimulatie meer krijgt toegediend.
De kleine minderheid van de honden die zo reageert, doet dat alleen de eerste keer dat ze de
blafbeheersinghalsband om krijgen.
Binnen de eerste paar dagen dat uw hond de blafbeheersinghalsband draagt, zou u moeten
merken dat hij minder gaat blaffen. Op dit moment is het belangrijk dat u zich realiseert
dat het leerproces nog niet is voltooid. Honden 'testen' deze nieuwe leerervaring en doen
vaker een poging tot blaffen. Dit gebeurt gewoonlijk in de tweede week dat een hond de
blafbeheersinghalsband om heeft. Als dit gebeurt, moet u consequent blijven en geen
verandering aanbrengen in het gebruik van de blafbeheersinghalsband. U moet uw hond de
blafbeheersinghalsband in alle situaties omdoen waarin u van hem verwacht dat hij stil is. Als
uw hond de blafbeheersinghalsband niet draagt, kan hij weer beginnen te blaffen en gaat hij een
stap terug in zijn leerproces.
42
SPORTDOG.COM