Nederlands
3. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt.
4. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit.
VOORZICHTIG
Als de batterij bij gebruik te warm geworden is
(door gebruik in de volle zon e.d.), bestaat de kans
dat het controlelampje niet rood oplicht. Mocht dit
zich woordoen, laat de batterij dan eerst even
afkoeken alvorens u deze oplaadt.
Wanneer het controlelampje snel in rood knippert
(vijfmaal per sekonde), neem de batterij dan uit het
oplaadapparaat en controleer de opening van de
laatste dan op de aanwezigheid van een voorwerp
dat er niet hoort. Is er geen voorwerp in de opening
aanwezig, dan is de storing waarschijnlijk te wijten
aan de oplaadbare batterij of het oplaadapparaat.
Laat deze dan controleren door een bevoegde
onderhoudsinstantie.
VOOR HET GEBRUIK
1. Voorbereiden en kontroleren van de werkomgeving
Zorg ervoor dat de werkplaats voldoet aan alle
eisen die in de voorzorgsmaatregelen vermeld staan.
2. Kontroleren van de accu
Zorg ervoor dat de accu stevig geplaatst wordt.
Indien dit niet gebeurd, kan het voorkomen dat de
accu eruit valt en een ongeluk veroorzaakt.
3. Monteren van het schroefstuk
Volg altijd de onderstaande aanwijzingen bij het
monteren van het schroefstuk. (Afb. 4)
(1) Trek de geleide ring uit.
(2) Steek het schroefstuk in de zeshoekige opening in
het draaistuk.
(3) Laat de geleide ring los, waarna deze naar de
oorspronkelijke positie terugkeert.
OPGELET
Als de geleide ring niet naar de oorspronkelijk positie
terugkeerd, is het schroefstuk niet op de juiste wijze
gemonteerd.
GEBRUIK
1. In- en uitschakelen, veranderen van draairichting
De boor draait rechtsom (van achteren gezien)
wanneer de R-kant van de druktoets inge-drukt
wordt.
De L-kant van de druktoets dient te worden ingedrukt
om de boor linksom te laten draaien. (Zie Afb. 5)
De
R
en
merktekens zijn op de buitenkant van
L
het frame aangebracht.
Door de trekschakelaar over te halen, zal het toerental
traploos variëren tussen de 0 en 2200 omwentelingen
per minuut.
OPMERKING:
Wanneer de trekschakelaar slechts
een beetje wordt overgehaald, zult
u een pieptoon horen. Dit is het
geluid van de motor, en duidt niet
op een storing.
OPGELET
De stand van de druktoets kan niet veranderd worden
zolang het apparaat in gebruik is.
Voor omschakelen van de schakelaar dient u eerst
het apparaat uit te zetten.
26
2. Vast- en losdraaien van schroeven
Monteer het juiste schroefstuk voor de schroef en
steek het schroefstuk in de groeven van de kop van
de schroef. Draai daarna de schroef vast.
Druk zo hard tegen het apparaat aan dat het
schroefstuk in de kop van de schroef blijft.
OPGELET
Wanneeer de schroef met het apparaat te vast wordt
gedraaid, kan de schroef afbreken.
Het onder een hoek vastdrraien van de schroef met
het apparaat kan de kop van de schroef beschadigen.
Tevens wordt de schroef dan niet met de juiste
aantrekkracht vastgedraaid. Breng daarom voor het
vastdraaien van een schroef het apparaat in één lijn
met de schroef.
3. Het aantal mogelijk vast te draaien schroeven (met
een lading)
Kijk naar de onderstaande tabel voor het aantal
mogelijk vast te draaien schroeven met een lading.
Zoals boven te zien is, neemt het aantal
vastdraaiingen af als de vastdraaitijd langer wordt.
Vastdraai
*Gebruikte bout
M10 (Trekvaste
bout)
Het aantal vastdraaiingen neemt toe als de
vastdraaitijd korter wordt. Deze waarden kunnen
licht variëren met de omgevingstemperatuur en de
karakteristieken van de accu.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
1. Na het langdurig vastdraaien met het apparaat
moet u het apparaat tijdelijk buiten gebruik
houden.
Wanneer u na het langdurig vastdraaien van
schroeven de batterijen vervangt, dient u het
apparaat voor ongeveer 15 minuten niet te
gebruiken.
Als onmiddellijk na het vervangen van de batterijen
het apparaat weer gebruikt wordt, kunnen de motor
en schakelaar e.d. bijzonder heet worden en
verbranden.
2. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de
snelheidsregelaar
Deze regelaar is voorzien van een ingebouwd,
elektronisch circuit waarmee het toerental traploos
kan worden ingesteld. Hierdoor kunnen, wanneer
de trekschakelaar slechts een beetje wordt
overgehaald (laag toerental) en de motor gestopt
wordt terwijl u een schroef aan het indraaien bent,
onderdelen van het elektronisch circuit oververhit
en beschadigd raken.
3. Aantrekkoppel
Zie Afb. 6, voor informatie over het aantrekkoppel
voor bouten (naar grootte) onder de kondities zoals
in de Afb. 7 getoond.
Gebruik dit voorbeeld als algemeen referentiepunt,
aangezien het aantrekkoppel zal variëren met de
omstandigheden waaronder wordt vastgedraaid.
Antal
tijd
vastdraaiingen
1 sec
Ca. 220
*Gebruik de zeshokige bus