3) Gebruik de grasmaaier in geen geval als er personen,
met name kinderen of dieren in de buurt zijn.
4) Denk eraan dat de bedienaar of gebruiker van de
grasmaaier aansprakelijk is voor ongevallen en
onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun
eigendommen kunnen overkomen.
5) Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en
een lange broek. Gebruik de grasmaaier niet met
blote voeten of met open sandalen.
6) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig
en verwijder alles wat door het gereedschap kan
worden weggeslingerd.
7) Voer vóór gebruik altijd altijd een visuele controle uit of
het maaimes, de mesbout of het maaimechanisme
versleten of beschadigd is. Vervang het versleten of
beschadigd maaimes en mesbout altijd samen, om
onbalans te voorkomen.
8) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
9) Gebruik de grasmaaier bij voorkeur niet wanneer het
gras nat is.
10) Controleer op een glooiend terrein altijd of u
voldoende steun hebt om te staan.
11) Loop rustig, nooit te snel.
12) Maai met cirkelmaaiers met wielen een helling altijd in
de dwarsrichting en nooit van boven naar beneden.
13) Ga altijd uiterst voorzichtig te werk bij het veranderen
van richting op een helling.
14) Maai niet op bijzonder steile hellingen.
15) Pas goed op als u de grasmaaier achteruit laat rijden
of naar u toe haalt.
16) Het maaimes moet stilstaan wanneer de grasmaaier
bij het vervoeren moet worden gekanteld, wanneer de
grasmaaier over een oppervlak waar geen gras groeit
moet worden verplaatst en bij het vervoer naar en van
een te maaien gedeelte.
17) Gebruik de grasmaaier nooit met defecte
afschermingen of zonder veiligheidsvoorzieningen
zoals een achterklep en/of grasopvangbak.
18) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en
houd uw voeten uit de buurt van het maaimes.
19) Kantel de grasmaaier niet bij het starten of
inschakelen van de motor, behalve wanneer dit nodig
is. Kantel in dit geval alleen zo ver als nodig is en
alleen aan de van u afgekeerde zijde.
20) Start de motor niet als u voor het uitwerpkanaal staat.
21) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of
onder draaiende onderdelen, en blijf altijd uit de buurt
van de uitwerpopening.
22) De grasmaaier nooit optillen of dragen wanneer de
motor loopt.
23) De motor afzetten en het netsnoer loskoppelen:
- voordat u blokkeringen verwijdert of voordat u het
uitwerpkanaal leegt;
- voordat u de grasmaaier controleert, reinigt of er
werkzaamheden aan gaat verrichten;
- na het raken van een vreemd voorwerp. Controleer
of de grasmaaier beschadigd is en laat deze indien
nodig repareren voordat u de grasmaaier opnieuw
gaat starten en gebruiken;
- als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint
te trillen (onmiddellijk controleren).
24) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten
om er zeker van te zijn dat het gereedschap altijd op
een veilige manier gebruiksklaar is.
25) Controleer regelmatig de grasopvangbak op slijtage
en beschadigingen.
26) Vervang veiligheidshalve versleten of beschadigde
delen.
27) Gebruik de grasmaaier niet met een beschadigd of
versleten netsnoer.
28) Steek geen beschadigd netsnoer in het stopcontact of
raak een beschadigd netsnoer niet aan voordat de
stekker uit het stopcontact is getrokken. Bij een
beschadigd netsnoer is het mogelijk in aanraking te
komen met delen die onder stroom staan.
29) Raak het maaimes niet aan voordat het netsnoer is
losgekoppeld van de voeding en het maaimes
helemaal stilstaat.
30) Houd het netsnoer uit de buurt van het maaimes. Het
maaimes kan het netsnoer beschadigen waardoor het
mogelijk is in aanraking te komen met delen die onder
stroom staan.
31) Het netsnoer loskoppelen (d.w.z. de stekker uit het
stopcontact trekken):
- iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd
achterlaat;
- voordat u een blokkering verwijdert;
- voordat u de grasmaaier controleert, reinigt of er
werkzaamheden aan gaat verrichten - na het raken
van een vreemd voorwerp;
- als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint
te trillen.
32) Kinderen dienen onder toezicht te staan om ervoor te
zorgen dat zij niet met het apparaat spelen.
33) Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) met een verminderd
lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk vermogen, of
gebrek aan kennis en ervaring, behalve indien zij
instructies hebben gehad en onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
34) Wanneer het netsnoer is beschadigd moet het
vervangen worden door een speciaal snoer of
snoersamenstel dat verkrijgbaar is bij de fabrikant of
zijn service-agentschap.
35) Aanwijzingen voor het veilig gebruik van het apparaat,
inclusief de aanbeveling dat het apparaat gevoed
moet worden via een elektrische beveiliging
(reststroomschakelaar) met een afslagstroom van
maximaal 30 mA.
36) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel
waarvoor hij is ontworpen: voor het maaien en
opvangen van gras. Al het andere gebruik kan
gevaarlijk zijn en schade aan het gereedschap
veroorzaken.
3. BESCHRIJVING VAN DE
ONDERDELEN (zie afb. 1)
27