Novoferm VivoPort K3 Instrucciones De Montaje página 10

Sistema de puerta
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 8
Vivoport
®
Montagehandleiding
Alleen gebruiken als aanvulling tot de montagehandleiding
voor handbediende deuren !
- Montage alleen door gekwalificeerde monteurs -
Gelieve vóór de montage zorgvuldig te lezen
Cijfercombinaties in rechthoekige haakjes, bijvoorbeeld [1.05 a], verwijzen naar
de betreffende pagina's en afbeeldingen in het geïllustreerde deel.
In afwijking tot de montagehandleiding voor handbediende deuren moeten de
volgende punten in acht worden genomen:
1
Beschermfolie verwijderen en de deur in resp. achter de opening zetten [3.05 a].
2
Toebehoreneenheid compleet in het vormstuk van de aandrijving af nemen en aan
de kant leggen. Zijdelingse vormstukken verwijderen.
3
Punten 2 – 7 uitvoeren zoals beschreven in de montagehandleiding voor handbe-
diende deuren.
4
Kunststof lagerbussen in het rolblok klemmen [3.05 b, c]. Evt. daarvoor de rol-
blokschroefverbinding losdraaien [3.05 d].
5
Punten 8 – 10 uitvoeren zoals beschreven in de montagehandleiding voor hand-
bediende deuren.
6
Vergrendeling eraan schroeven [3.10 a] en rubberen buffer [3.10 b] zo in de loo-
prail steken dat de bovenste snapschoot later in de open eindpositie het looprail-
verbindingsstuk niet raakt.
7
Punten 11 – 18 uitvoeren zoals beschreven in de montagehandleiding voor hand-
bediende deuren.
8
Noodontgrendeling in de aandrijving hangen [3.10 c]. Een gat van 2mm in de bin-
nengreep boren [3.10 d] en de draadkabel doorvoeren. Borgen met klem. Noo-
dontgrendelingsfunctie controleren. Opgelet: De draadkabel moet losjes geleid
zijn. Niet spannen.
9
Transformatorhouder (accuhouder) in het midden vastschroeven aan een van de
looprails (aan de kant van het stopcontact) [3.15 a,b].
10 Spiraalkabel met veerklemmen leggen langs het deurpaneel [3.15 c,d]. Bovendien
vastmaken aan het rolblok.
11 Stekker in de aandrijfbehuizing steken [3.15 e] en netstekker in het stopcontact
steken.
Programmeringshandleiding:
Zender aanmelden:
12 Na het eerste inschakelen van het apparaat moet eerst een zender worden aan-
gemeld:
12.a Blauwe toets aan de onderkant van de aandrijving indrukken en ingedrukt
houden tot er na ca. 4 seconden een korte bevestigingstoon te horen is, dan
de toets loslaten.
12.b De lamp begint te knipperen.
12.c Terwijl de lamp knippert (ca. 10 sec.) kan door één van de toetsen in te druk-
ken de handzender aangemeld worden. De succesvolle aanmelding wordt
door de aandrijving bevestigd door een korte bevestigingstoon. Er kunnen
maximaal 4 handzenders aangemeld worden. Als er wordt geprobeerd een
vijfde handzender aan te melden, dan negeert de aandrijving deze.
Softstop instellen, referentiebeweging starten
Om de softstop in te stellen moet een referentiebeweging worden uitgevoerd. Bij deze
beweging wordt de tijd gemeten en opgeslagen. Zo kan de aandrijving kort voor het
bereiken van de betreffende eindpositie de snelheid verlagen.
13 Deur sluiten zodat de aandrijving de deur bij de volgende beweging opent.
14 Toets aan de aandrijving ingedrukt houden tot na ca. 4 seconden een korte piep-
toon de lange druk op de toets bevestigt, dan de toets loslaten.
15 De lamp begint te knipperen.
16 Toets aan de aandrijving nog een keer kort indrukken.
17 De lamp knippert niet meer (de beweegtijden zijn nu verwijderd – het volgende
open en dicht gaan wordt een referentiebeweging).
18 Toets aan de aandrijving of aan de handzender indrukken om de referentiebewe-
ging „openen" te starten.
19 De deur gaat open.
20 Als de deur volledig is geopend, dan stopt de aandrijving en bevestigt de referen-
tiebeweging „openen" door kort knipperen van de lamp.
21 Toets aan de aandrijving of aan de handzender indrukken om de referentiebewe-
ging „sluiten" te starten.
22 De deur gaat dicht.
23 Als de deur volledig is gesloten, dan stopt de aandrijving en bevestigt de referen-
tiebeweging „sluiten" door kort knipperen van de lamp.
Aanwijzing: De referentiebeweging wordt niet beëindigd door de toets of de zender
te activeren, maar alleen door de activering van de interne krachtbegrenzing (kracht-
balans).
Als de aandrijving bij een referentiebeweging niet is gestopt door het bereiken van de
eindposities maar door een hindernis e.d., dan moet de instelprocedure volledig her-
haald worden.
Zender afmelden, softstop verwijderen resp. uitschakelen (reset)
Alle instellingen van de aandrijving kunnen worden verwijderd (reset).
Toets indrukken en ingedrukt houden tot er na ca. 8 seconden een tweede, korte
bevestigingstoon te horen is, dan de toets loslaten.
De lamp knippert drie keer (bij netbedrijf) resp. vijf keer (bij accubedrijf).
Alle instellingen met betrekking tot de zender en de softstop zijn nu verwijderd.
Automatische herkenning van net- of accubedrijf
De aandrijving herkent automatisch aan welke stroombron hij is aangesloten. Als de
aandrijving aan de stroombron wordt aangesloten, dan knippert de lamp driemaal bij
netbedrijf en vijfmaal bij accubedrijf.
Aanwijzingen bij het accubedrijf
Ingebruikname
Voordat de accu operationeel is moet hij
eerst volledig worden opgeladen. Het la-
den is alleen mogelijk bij temperaturen
tussen 5° en 40°C. Sluit daarvoor de ac-
cupack met de meegeleverde 230V-lei-
ding aan aan een 230V-stopcontact.
Het laadproces kan bij volledig lege accu
tot 15h duren. Tijdens het laadproces
brandt de LED rood. Het laadproces mag
niet onderbroken worden tot de accu vol
is, d.w.z. de LED omschakelt op groen.
Het apparaat mag niet langer dan 48h
aan het net aangesloten blijven.
Aanwijzing: Bij diep ontladen of defecte accu kan het voorkomen dat de LED aan-
vankelijk maar zwak of helemaal niet rood oplicht. Dit duurt echter maar zo lang tot
de accu weer wat energie heeft opgenomen. In dit geval wordt de accu geladen, hoe-
wel de LED niet brandt. De capaciteit van de accu neemt af bij elke lading/ontlading.
Ook bij opslag bij te hoge of te lage temperatuur neemt de capaciteit geleidelijk af. In
elk geval kan de accu binnen 6 maanden na aankoop nog opgeladen/ontladen wor-
den. Na afloop van deze 6 maanden raden wij aan de accu bij een duidelijke afname
van de capaciteit te vervangen.
Accupack monteren
De houder van de accupack moet indien mogelijk in het midden van de looprail van
de deur worden aangebracht. Zorg daarbij voor een stevige en goede bevestiging. De
houder kan ook aan een muur bevestigd worden. Let er daarbij op dat de kabel naar
de aandrijving nog lang genoeg is. De spiraalleiding mag niet te sterk uitgerekt wor-
den, omdat de accu anders van de houder af kan worden getrokken of de stekker uit
de accupack kan glijden.
Aandrijving aansluiten
Om de aandrijving te verbinden met de accupack volstaat het om de aansluitkabel
van de aandrijving in het rechter stopcontact van de accupack te steken (zie Aans-
luitfoto).
Gangreserve
Bij intacte, volledig geladen accu heeft de aandrijving bij 20°C een gangreserve van
ongeveer 20 dagen (bij 3 beweegcycli per dag, 1 beweegcyclus komt overeen met
eenmaal openen en eenmaal sluiten). Deze gangreserve wordt korter bij lage of zeer
hoge temperaturen. Als de accu veroudert, dan moet eveneens rekening worden ge-
houden met een verkorting van de gangreserve. Als de capaciteit van de accu
afneemt, dan waarschuwt de aandrijving door een regelmatige signaaltoon. Als deze
signaaltoon na een beweging te horen is, dan resteren er nog 2 dagen tot de accu-
capaciteit niet meer voldoende is voor het bedrijf. De signaaltoon verstomt ongeveer
een minuut na de beweging. Als de accucapaciteit tijdens een beweging te zwak
wordt, dan stopt de aandrijving onmiddellijk en meldt door driemaal te piepen dat de
accu leeg is. De aandrijving is dan gedurende ongeveer 10 seconden geblokkeerd en
kan niet geactiveerd worden.
Opgelet: Bij ontladen accu kan de deur via de geïnstalleerde noodontgrendeling
handmatig bediend worden !
Aansluitkarakteristieken:
Ladingsschakeling 230V:
Ingangsspanning:
230V / 50Hz
Krachtontneming:
15W max.
Interne primaire beveiliging: 250mA
Acculaadstroom:
500mA
Laadtijd:
ca. 15 uur
Uitgang voor aandrijving:
Uitgangsspanning:
12V
Overstroombeveiliging:
8A
Accucapaciteit:
7Ah
Krachtinstelling aan de motorbalans
(normaal gezien niet vereist)
Het is mogelijk om de kracht voor de sluitrichting
te beïnvloeden. Hoe meer de veer in de veer-
houder voorgespannen wordt, des te sterker is
de sluitkracht. In principe mag de kracht niet
sterker worden ingesteld dan nodig.
Algemene aanwijzingen
Vóór het aanmelden van de eerste zender moet er een reset worden uitgevoerd
om te garanderen dat alleen de gewenste zender is aangemeld.
Bij geblokkeerde of defecte motor schakelt de aandrijving na ongeveer 5 secon-
den uit en hij geeft een foutmelding door tweemaal te piepen.
De netvariant werkt met een gloeipeer van 24V, de accuvariant met een gloeipeer
van 12V.
De lamp gaat ca. 1,5 minuut na het laatste beweegcommando uit.
De aandrijving loopt maximaal ca. 40 seconden. Als de poort binnen deze tijd niet
werd geopend, dan schakelt de aandrijving uit.
De gevoeligheid voor het uitschakelen verandert zodra de te verwachten „eind-
punten" genaderd worden. Op dat moment reageert de krachtbegrenzing gevoe-
liger.
Bij net- resp. accu-uitval blijven alle gegevens bewaard: aangemelde zenders, re-
ferentietijd „openen", referentietijd „sluiten" en de laatste positie van de deur
(open resp. gesloten).
Als de aandrijving werd aangesloten aan de stroomvoeding, dan wordt eerst het
interne geheugen gecontroleerd. Deze controle duurt ongeveer 4 seconden – ge-
durende deze tijd kan de deur niet bewogen worden.
lading
aandrijving
Anschlussbild
Krachtinstelling
zwak normaal sterk
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido