NEDERLANDS
In de bovenste uitgangspositie
van de zaagkop moet de veilig-
heidsvergrendeling de zelfstel-
lende beschermkap vergrende-
len, zodat ze niet per ongeluk zou
worden opengemaakt.
Controleer de zaagbladvergren-
deling – het zaagblad moet vrij
kunnen draaien.
9.2
Aandrijfriem spannen
De aandrijfriem die op de rechterzijde
van de zaagkop achter de afdekking
loopt moet worden nagespannen, wan-
neer hij in het midden tussen de beide
riemschijven meer dan 8 mm meegeeft
of als de aandrijfkrachten niet meer wor-
den overgebracht.
Spanning controleren
1.
De zaagkop is naar boven zwenken.
2.
Hellingshoek van de kantelarm op
0° instellen en de blokkeerschroef
voor de hellingshoekinstelling vast-
draaien.
3.
Moer en spaankap losmaken en de
spaankap verwijderen.
4.
Blokkeerschroeven voor de snij-
hoogte losmaken, boventafel naar
omhoog brengen en verwijderen.
5.
Afsluitstop (59) naast de motor
aftrekken.
6.
Spanning van de aandrijfriem door
de opening controleren met een
stomp werktuig. Aandrijfriem aan-
spannen als hij meer dan 8 mm
meegeeft (zie "Naspannen").
7.
Indien de aandrijfriem niet moet
worden nagespannen:
Afsluitstop in de opening druk-
ken.
Er de boventafel opzetten, volle-
dig naar beneden brengen en de
blokkeerschroeven voor de snij-
hoogte vastdraaien.
De spaankap aanbrengen en de
moer aan de spaankap vast-
draaien.
14
Naspannen
1.
Zaagblad verwijderen (zie "Zaag-
blad vervangen").
2.
Drie inbusschroeven (60) van de lin-
ker zaagbladbescherming (61) los-
draaien, zaagbladbescherming ver-
wijderen.
60
61
3.
Twee inbusschroeven door de sleuf
(62) in de behuizing losdraaien.
62
4.
Twee inbusschroeven (63) tussen
motor en kantelarm losdraaien –
inbussleutel met kleine schacht-
lengte (max. 10 mm) gebruiken.
59
5.
Om na te spannen, verschuift u de
motor naar achter.
6.
Vier losgedraaide inbusschroeven
aan de motor kruisgewijs vast-
draaien.
7.
Linker zaagbladbescherming mon-
teren en de inbusschroeven vast-
draaien.
8.
Afsluitstop in de opening drukken.
9.
Zaagblad aanbrengen (zie "Zaag-
blad vervangen").
10. Er de boventafel opzetten, volledig
naar beneden brengen en de blok-
keerschroeven voor de snijhoogte
vastdraaien.
11. De spaankap aanbrengen en de
moer aan de spaankap vastdraaien.
12. Zaagkop naar beneden zwenken:
De zelfstellende beschermkap
Bij het omhoogzwenken van de
In de bovenste uitgangspositie
Controleer de zaagbladvergren-
9.3
A
is, bestaat het risico dat kleine voor-
werpen tussen het inlegprofiel en het
zaagblad geklemd raken en het zaag-
blad blokkeren. Beschadigde inleg-
profielen moeten onmiddellijk vervan-
gen worden!
1.
Schroef de werkstukaanslag (64)
los.
2.
Licht het inlegprofiel (65) met een
schroevendraaier op. Het inlegpro-
fiel wordt daarbij beschadigdt en
kan niet opnieuw worden gebruikt.
63
3.
Breng een nieuw inlegprofiel aan en
laat het aangrijpen.
4.
Monteer de werkstukaanslag (64).
9.4
Werkstukaanslag afstellen
1.
Maak de bevestigingsschroeven
(67) van de werkstukaanslag los.
moet het zaagblad bij het
omlaagzwenken vrijgeven, zon-
der andere onderdelen te raken.
zaagkop in de uitgangspositie
moet de zelfstellende bescherm-
kap het zaagblad automatisch
afdekken.
van de zaagkop moet de veilig-
heidsvergrendeling de zelfstel-
lende beschermkap tegen per
vergissing openen vergrendelen.
deling – het zaagblad moet vrij
kunnen draaien.
Inlegprofiel vervangen
Gevaar!
Als het inlegprofiel beschadigd
65
64
Afstellingen