MS-700.qxd
24/06/03
15:19
Page 159
Elektronicamodule
De elektronicamodule moet altijd met 4mm-metaalschroeven of het meegeleverde
dubbelzijdige kleefband in de cabine van het voertuig worden gemonteerd. Monteer de
elektronicamodule niet bij onderdelen die hoogspanning geleiden of op plaatsen die
vochtig zijn of veel warmte afgeven. Montageplaatsen die de voorkeur hebben: Onder het
dashboard aan de bestuurderszijde, achter het handschoenenvak of het voetenbord aan
de bestuurders- of de bijrijdersplaats (zie
G). Monteer de elektronicamodule niet in de
motorruimte. Voorafgaand aan de montage markeert u de gaten met de centerpons en
boort u twee 3mm-gaten. Controleer vóór het boren steeds of er genoeg ruimte is voor
het doorschieten van de boor.
Plaats de elektronicamodule provisorisch op de gekozen positie.
Maak de elektronicamodule niet vast voordat u precies weet waar de kabels zullen
komen. Na afloop van de montage bevestigt u de module op de gekozen positie.
Kabelboom
Nadat de montageplaats voor de elektronicamodule bepaald is, kan de kabelboom van
de cruise control worden gemonteerd.
Bedieningsmodule (zie
H 1) Er zijn voor vele toepassingen bedieningsmodules
beschikbaar, voor meer bedieningsgemak in de auto. De bedieningsmodule van de cruise
control moet op een plaats worden gemonteerd, waar onder alle omstandigheden veilig
gewerkt kan worden. Geschikte plaatsen zijn op het dashboard of de middenconsole,
afhankelijk van vorm en bereikbaarheid daarvan en ook van de bedieningsmodule zelf.
Nadat u de geschikte plaats voor de bedieningsmodule hebt bepaald, moet een 6 mm
groot gat in de omgeving van de bedieningsmodule worden geboord. De kabels van de
bedieningsmodule kunnen nu door dit gat naar de kabelboom van de cruise control
worden geleid. De aansluitkabels van de bedieningsmodule kunnen in de connector
worden geschoven en in de 8-polige lege behuizing worden gestoken. Steek de
gemonteerde 8-polige connector van het bedieningsgedeelte en de 8-polige contrasteker
van de hoofdkabelbundel op elkaar.
159