lichtnet. Volg, bij aansluiting op het licht-
net, de ter plaatse geldende voorschriften.
Bij de aansluiting dient gebruik gemaakt te
worden van een schakelaar of die alle elek-
trische toevoer naar het apparaat uitscha-
kelt.
Verwijder eerst de bovenste kap (afb. 4).
Het aansluitschema zit onder deze kap.
Controleer vervolgens of het voltage van
het lichtnet overeenkomt met de gegevens
op het typeplaatje van het apparaat. Als het
overeenkomt kunt u de aansluiting vol-
tooien.
Gebruik stroomdraad met diameter en
nummer zoals dat in het aansluitschema
is aangegeven.
De aansluiting op het lichtnet dient te ge-
schieden met een beveiligde kabel die door
de kabelklem naar het apparaat geleid
wordt.
AANSLUITING
WISSELINGSSCHAKELAAR (CR-25)
Dit apparaat dient via een stroomwissel-
schakelaar (CR-25), die apart besteld kan
worden, op het lichtnet aangesloten.
Om de aansluiting te maken dient u één
van de eerder gemarkeerde gaten te ge-
bruiken die achterop het apparaat zitten en
bevestig de kabelklem aan de beveiligde
kabel.
Zie het CR-25 aansluitschema voor de elek-
trische aansluiting.
AANSLUITING OP EEN OMGEVINGS-
THERMOSTAAT (TR1 OF TR-2)
De omgevingstemperatuur kan automa-
tisch geregeld worden door een thermo-
staat op het apparaat aan te sluiten.
Om de aansluiting te maken dient u de
aansluitingsprocedure van de stroom-
wisselingsschakelaar CR-25 te volgen.
Voor de elektrische aansluiting: zie de
OP
DE
STROOM-
aansluitschema's voor de thermostaat (TR-
1or TR-2).
De TR-1 thermostaat kan gebruikt worden
voor de types EC-3N, EC-5N en EC-9N.
De TR-2 thermostaat kan gebruikt worden
voor de types EC12N en EC-15N. Deze ther-
mostaat maakt een verbetering van het
temperatuurdifferentiaal mogelijk en zorgt
voor energiebesparing.
BEDIENING EN WERKING
The CR-25 stroomwisselaar werkt zoals
hieronder beschreven:
The standen op de stroomwisselaar:
0
Stop
Ventilatie
Gematigde verhitting
Volledige verhitting
Als de stroomwisselingsschakelaar aan de
achterzijde van het apparaat (afb. 6) in
stand
staat dan werkt de thermostaat
(TR-1
of
TR-2)
verwarmingsselementen. Deze worden uit-
geschakeld als de geselecteerde tempera-
tuur bereikt is. De ventilator werkt perma-
nent.
Als de stroomwisselaar in stand
dan werkt de thermostaat op zowel de
verwarmingselementen als op de ventila-
tor. Beide worden uitgeschakeld als de ge-
selecteerde temperatuur bereikt is.
De thermostaat zorgt ervoor dat de
gewenste temperatuur in stand gehouden
wordt.
Inschakelen: zet de thermostaatknop op
de maximum stand.
Schakel de stroom in.
Als de omgeving de gewenste temperatuur
bereikt heeft, draai dan de thermostaatknop
tegen de wijzers van de klok in totdat een
zacht klikgeluid klinkt. De luchtverhitter
schakelt nu automatisch aan en uit waar-
alleen
op
de
staat,