en laat deze los zodra het zaagblad
in het werkstuk is binnengedrongen.
Bij alle andere zaagwerkzaamheden moet
de onderste beschermkap automatisch
werken.
d) Leg de zaagmachine niet op de werk-
bank of op de vloer zonder dat de
onderste beschermkap het zaagblad
bedekt. Een onbeschermd uitlopend
zaagblad beweegt de zaagmachine te-
gen de zaagrichting en zaagt wat er in
de weg komt. Let op de uitlooptijd van
de zaagmachine.
e) Gebruik een spouwmes dat bij het in-
gezette zaagblad past. Het spouwmes
moet dikker zijn dan het zaagblad, maar
dunner dan de tandbreedte van het blad.
f) Stel het spouwmes in zoals in de ge-
bruiksaanwijzing beschreven. Ver-
keerde dikte, positie en richting kunnen
een reden zijn dat het spouwmes niet
effectief een terugslag voorkomt.
g) Gebruik altijd het spouwmes, behal-
ve bij invallend zagen. Monteer het
spouwmes na het invallend zagen weer.
Het spouwmes stoort bij invallend zagen
en kan een terugslag veroorzaken.
h) Het spouwmes moet zich in de zaag-
opening bevinden om effectief te
kunnen zijn. Bij kort zagen is het spouw-
mes niet werkzaam om een terugslag te
voorkomen.
i) Gebruik de zaagmachine niet met
een verbogen spouwmes. Reeds een
geringe storing kan het sluiten van de
beschermkap verlangzamen.
5.5 Informatie over geluid
en vibratie
Meetwaarden vastgesteld volgens EN 60 745.
Het kenmerkende A-gewaardeerde geluids-
niveau van de machine bedraagt:
Geluidsdrukniveau 101 dB (A).
Geluidsvermogenniveau 114 dB (A).
Onnauwkeurige meting K = 3 dB (A).
ATTENTIE
Het lawaai dat tijdens het werk ont-
staat kan het gehoor beschadigen.
► Gebruik middelen ter bescherming van
het gehoor!
Kenmerkend is dat de hand-arm vibratie
minder is dan 2,5 m/s
Onnauwkeurige meting K = 1,5 m/s
6
Ingebruikneming
en bediening
WAARSCHUWING
Kans op ongevallen als het gereed-
schap bij een verkeerde netspanning
wordt gebruikt.
De spanningsaanduiding op het typeplaatje
moet overeenkomen met de spanning van
het stroomnet.
Machines van 230 V kunnen ook op een
stroomnet van 220 V / 240 V worden ge-
bruikt.
Controleer of het type van de stekker met
het type van het stopcontact klopt.
Instelling van de splijtwig
WAARSCHUWING
Kans op ongevallen, als de splijtwig
niet juist is ingesteld.
Splijtwig [2-6] moet om veiligheidsredenen
altijd gebruikt worden. De splijtwig voor-
komt het klemmen van het zaagblad bij
het schulpen.
Bout [1-5] losdraaien, splijtwig [2-6] in-
stellen en bout weer vastdraaien (zie af-
beelding).
1-5
2-6
2,5 – 5 mm
Controleer de functie van de pendelbe-
schermkap [1-8].
Inschakelen en uitschakelen
Inschakelen:
Inschakelblokkering [1-1] bedienen.
Aan/uit-schakelaar [1-2] indrukken en in-
gedrukt houden.
.
2
.
2
2,5 – 5 mm
51