18 Rode LED-oplaadindicatie
19 Groene LED-oplaadindicatie
20 Netstekker**
21 Serienummer
22 Vleugelmoer
23 Hendel voor accuafscherming
24 Stroomkringonderbreker
**verschilt per land
In de gebruiksaanwijzing afgebeeld en beschreven
toebehoren wordt niet altijd standaard meegeleverd.
Voor uw veiligheid
Let op! Schakel de machine uit en verwijder de
stroomkringonderbreker en de accu voordat u
de machine schoonmaakt of instelt en wan-
neer de kabel doorgesneden, beschadigd of in
de war is.
Nadat de machine uitgeschakeld is, draaien de
messen nog enkele seconden.
Voorzichtig! Raak ronddraaiende messen niet
aan.
Accu opladen
Let op de netspanning: De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje. Met 230 V aangeduide appara-
ten kunnen ook worden gebruikt met een spanning
van 220 V/240 V.
Gebruik alleen het meegeleverde oplaadappa-
raat. Alleen dit oplaadapparaat is afgestemd op de
bij de machine gebruikte lithiumionaccu.
De accu is voorzien van een thermische beveiliging
die ervoor zorgt dat de accu alleen in het tempera-
tuurbereik tussen 0 en 45 °C kan worden opgela-
den. Daardoor wordt een lange levensduur van de
accu bereikt.
De accu wordt gedeeltelijk opgeladen geleverd.
Laad de accu voor het eerste gebruik van de ma-
chine volledig op. De lithiumionaccu kan onafhanke-
lijk van de oplaadtoestand op elk moment worden
opgeladen zonder de levensduur te verkorten (geen
„memory-effect"). Een onderbreking van het opla-
den schaadt de accu niet.
De lithiumionaccu is tijdens het gebruik in de ma-
chine beschermd tegen te sterk ontladen. Als de
accu leeg is, wordt de machine door een veiligheids-
schakeling uitgeschakeld en kan de machine niet
meer gebruikt worden.
Druk na het automatisch uitschakelen van de
machine niet meer op de aan/uit-schakelaar. De
accu kan anders beschadigd worden.
74 • F016 L70 447 • TMS • 07.12.06
Opladen
Het opladen begint zodra de netstekker in het stop-
contact en de accu 8 in de oplaadschacht 16 wordt
gestoken.
Door de intelligente oplaadmethode wordt de op-
laadtoestand van de accu automatisch herkend en
wordt de accu afhankelijk van de accutemperatuur
en -spanning met de optimale laadstroom opgela-
den.
Daardoor wordt de accu ontzien en blijft deze, indien
in het oplaadapparaat bewaard, altijd volledig opge-
laden.
Betekenis van de indicatie-elementen
Het bewaken van het opladen wordt aangegeven
door de LED-indicaties 19 en 18:
Snel opladen
Tijdens het opladen gaan de drie groene LED's van
de accu na elkaar branden en gaan deze gedurende
korte tijd uit. De accu is volledig opgeladen als de
drie groene LED's continu branden. Ongeveer vijf
minuten nadat de accu volledig is opgeladen, gaan
de drie groene LED's weer uit.
Snel opladen is alleen mogelijk wanneer de
temperatuur van de accu tussen 0 °C en
45 °C ligt.
Accu opgeladen
Bovendien klinkt gedurende ca. twee seconden een
geluidssignaal waardoor akoestisch wordt aangege-
ven dat de accu volledig is opgeladen.
De accu kan vervolgens worden verwijderd en on-
middellijk worden gebruikt.
Als de accu niet in het oplaadapparaat is gestoken,
geeft het permanente licht van de groene LED-indi-
catie 19 aan dat de stekker in het stopcontact is ge-
stoken en het oplaadapparaat gereed is voor ge-
bruik.
Accutemperatuur onder 0 °C en boven 45 °C
0 °C – 45 °C ligt. Zodra het toegestane temperatuur-
bereik wordt bereikt, schakelt het oplaadapparaat
automatisch over op snelladen.
Nederlands - 4
Snel opladen wordt aangegeven
door knipperen van de groene LED-
indicatie 19.
Permanent licht van de groene
LED-indicatie 19 geeft aan dat de
accu volledig is opgeladen.
Het permanent branden van de
rode LED-indicatie 18 geeft aan dat
de accutemperatuur buiten het tem-
peratuurbereik voor snelladen van