rev04
4.1. Check control-functie
Tijdens de inhibitietijd kunnen de veiligheidsfuncties van het systeem geteste worden zonder een alarmcyclus te veroorzaken.
Schakel het systeem in, wacht 20 sec. zodat het gestabiliseerd kan worden en voer de testen binnen de resterende 40 seconden uit:
a) Test de verplaatsingssensor door bijvoorbeeld het wegslepen en het optillen van het voertuig te simuleren.
Wordt de simulatie correct
gedetecteerd, dan wordt dit door hoge geluidssignalen gesignaleerd. Regel zonodig de gevoeligheid.
b) Schakel het paneel in.
Als de beveiliging van het startblok correct werkt, zal een reeks hoge geluidssignalen klinken.
4.2. Alarmgeheugen
Als het systeem tijdens uw afwezigheid in alarm getreden is, zult u bij de uitschakeling ervan daarop attent gemaakt worden door verschillende
geluidssignalen al naargelang de aard van de inbraak die tot de inwerkingtreding geleid heeft:
a) 1 geluidssignaal = ingreep op het schakelblok of poging tot onderbreking van de voedingsspanning
b) 2 geluidssignalen = verplaatsing van het voertuig
c) 3 geluidssignalen = a + b
Het signaal blijft bewaard tot het einde van de inhibitietijd (60 sec.) die volgt op de volgende inschakeling.
4.3. Afzwakking van het geluidsalarm
De intensiteit van het geluidsalarm kan verlaagd worden wanneer het voertuig in een zone geparkeerd is waar geluidsoverlast vermeden met
worden. Op het moment van inschakeling houdt u toets nr. 1 van de zender circa 7 seconden lang ingedrukt. De afzwakking van het geluid
wordt bevestigd door 2 lage, korte geluidssignalen. Deze instelling is alleen geldig voor een enkele periode van inschakeling.
5. MAIN-LIBRE-FUNCTIE
Naast het gebruik als conventionele afstandsbediening, kan de zender gebruikt worden in de Main-libre-modaliteit (= herkenning van de
bestuurder). Het betreft een selecteerbare functie.
Als de Main-libre-functie ingeschakeld is, knippert de kleine LED van de afstandsbediening om de 1,5 seconden en zendt de zender
automatisch (zonder op de knop te drukken) een gecodeerd signaal met een bereik van circa 3 meter uit. In deze confi guratie wordt het
veiligheidssysteem automatisch ingeschakeld wanneer de zender de actieradius van de ontvanger verlaat (dus wanneer de bestuurder, na
het voertuig geparkeerd te hebben, het voertuig achterlaat en de zender in zijn jaszak heeft). Op analoge wijze wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld wanneer de bestuurder terugkeert en de zender in de actieradius van de ontvanger komt. Voor gedetailleerde informatie over
de inschakeling en de uitschakeling in de Main-libre-modaliteit, kunt u eveneens de volgende paragrafen over dit onderwerp raadplegen.
75