Makita 5621RD Manual De Instrucciones página 25

Ocultar thumbs Ver también para 5621RD:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 29
BIJGEVOEGDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
GEBRUIK VAN DE BATTERIJLADER EN HET
BATTERIJPAK
1.
Laad het batterijpak niet op als de temperatuur
LAGER is dan 10°C of HOGER dan 40°C.
2.
Gebruik voor het laden nooit een step-up trans-
formator, een dynamo of een gelijkstroombron.
3.
Zorg dat de ventilatiegaten van de batterijlader
niet afgesloten worden of verstopt raken.
4.
Bedek altijd de polen van de accu met het accu-
deksel wanneer u de accu niet gebruikt.
5.
Voorkom kortsluiting van het batterijpak:
(1) Raak de aansluitklemmen nooit aan met
geleidend materiaal.
(2) Bewaar het batterijpak niet op een plaats
waar ook andere metalen voorwerpen zoals
spijkers, munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel het batterijpak niet bloot aan water of
regen.
Kortsluiting van het batterijpak kan leiden tot
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden of zelfs tot defecten.
6.
Bewaar de batterijlader en het batterijpak niet in
plaatsen waar de temperatuur tot 50°C of hoger
kan op lopen.
7.
Werp zwaar beschadigde of volledig uitgeputte
batterijpakken niet in het vuur, omdat een
gevaarlijke explosie er het gevolg van kan zijn.
8.
Wees voorzichtig dat u het batterijpak niet laat
vallen en het niet aan schokken of stoten bloot-
stelt.
9.
Laad het batterijpak niet op in een kist, een con-
tainer e.d. Om het batterijpak op te laden, dient u
dit in een goed geventileerde ruimte te plaatsen.
BIJGEVOEGDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR DE MACHINE
1.
Denk eraan dat dit gereedschap altijd gebruiks-
klaar is, omdat het niet op een stopkontakt hoeft
te worden aangesloten.
2.
Draag oorbeschermers.
3.
Wijzig de stand van de beschermkappen niet en
houd ze in goede konditie.
Probeer nooit de onderste beschermkap open te
houden door ze vast te klemmen of vast te bin-
den. Gebruik het gereedschap niet, wanneer de
verende beschermkap niet met kracht over het
zaagblad dichtklapt.
LET OP: Indien het gereedschap is gevallen kan
de onderste beschermkap verbogen zijn waar-
door ze niet volledig dicht kan klappen.
4.
Gebruik geen zaagbladen die gebarsten of ver-
vormd zijn.
5.
Gebruik geen zaagbladen die gemaakt zijn van
sneldraaistaal.
6.
Stop het zaagblad niet door er zijwaartse kracht
op uit te oefenen.
7.
Houd de zaagbladen schoon en scherp.
Wanneer de zaagbladen scherp zijn, hebt u min-
der last van afslaan en terugslag (kickback).
8.
WAARSCHUWING:
Houd uw handen uit de buurt de zaagbladen.
Steek tijdens het zagen (terwijl het zaagblad dus
ronddraait) uw handen niet onder het werkstuk.
Verwijder ook nooit de doorgezaagde stukken
wanneer het zaagblad nog ronddraait.
LET OP: Na het uitschakelen van de spanning
blijven de zaagbladen nog even ronddraaien.
9.
Ondersteun omvangrijke werkstukken.
(Fig. 1 en 2)
Omvangrijke werkstukken bijv. planken, dienen
te worden ondersteund, zoals aangetoond in Fig.
1 om te voorkomen dat het zaagblad klemraakt
of het gereedschap terugslaat.
Wanneer u het zagen even moet onderbreken,
zet dan het gereedschap op het breder gedeelte
van het werkstuk of waar het kleinste stuk van is
afgezaagd.
10. Gebruik van een geleider.
Gebruik altijd een rechte geleider wanneer u in
de richting van de draad moet zagen.
11. Voorzorgsmaatregelen tegen terugslag.
(Fig. 1 en 3)
Er heeft terugslag oftewel kickback plaats, wan-
neer het gereedschap plotseling afslaat en met
kracht in de richting van de zager teruggedreven
wordt. Laat de schakelaar onmiddellijk los zodra
het zaagblad klemraakt of het gereedschap
afslaat. Houd de zaagbladen altijd scherp.
Ondersteun omvangrijke werkstukken, bijv. plan-
ken, zoals boven in Fig. 1 is aangetoond.
Gebruik altijd een rechte geleider wanner u in de
richting van de draad zaagt. Forceer het gereed-
schap niet. Houd uw gedachten bij het werk en
wees altijd op uw hoede. Verwijder de zaag nooit
van het werkstuk wanneer het zaagblad nog
ronddraait.
Plaats uw hand of vinger NOOIT achter het
gereedschap, aangezien deze lichaamsdelen
ernstige verwondingen kunnen oplopen, wan-
neer het gereedschap bij eventuele kickback met
kracht teruggedreven wordt.
12. Onderste beschermkap.
Verdraai de onderste beschermkap in de boven-
ste stand met behulp van de verstelhendel.
13. Bijstellingen.
Kontroleer alvorens te zagen of de zaagdiepte en
eventueel de afschuiningshoek juist zijn inge-
steld.
14. Installeer op het gereedschap uitsluitend de
juiste zaagbladen.
Installeer nooit zaagbladen met asgaten van
onjuiste diameters. Installeer ook nooit defekte
zaagbladen en zorg dat u altijd de juiste vulrin-
gen of bouten gebruikt.
15. Zorg dat tijdens het zagen het zaagblad niet in
kontakt komt met spijkers.
Kontroleer dus alvorens te zagen of alle spij-kers
uit het werkstuk zijn verwijderd.
25
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido