EINHELL GC-MM 52 I AS Manual De Instrucciones página 86

Vastklemmen
Mocht het snijmes wegens te dichte vegetatie
blokkeren, dan moet u meteen de motor stilleg-
gen. Ontdoe het apparaat van gras en struikge-
wassen voordat u het opnieuw in bedrijf neemt.
Vermijden van terugslag
Bij het werken met het snijmes bestaat gevaar
voor terugstoot als het een vaste hindernis
(boomstam, tak, boomstomp, steen of iets der-
gelijks) raakt. Het apparaat springt daarbij terug
tegen de draairichting van het gereedschap in.
Dit kan ertoe leiden dat u de controle over het
apparaat verliest. Gebruik het snijmes niet in de
buurt van omheiningen, metalen palen, grenspa-
len of funderingen.
Om dichte stengels te snijden plaatst u die zoals
getoond in afb. 10f om een terugslag te vermijden.
8.2 Werken met de hoogsnoeier
Voorbereiding
Controleer vóór elke inzet de volgende punten om
veilig te kunnen werken:
Toestand van de kettingzaag
Onderzoek de kettingzaag vóór het begin van de
werkzaamheden op beschadigingen aan het huis,
de zaagketting en het zwaard. Neem nooit een
duidelijk beschadigd apparaat in bedrijf.
Olietank
Vulstand van de olietank. Controleer ook tijdens
het werk of er altijd voldoende olie in de tank zit.
Zet de zaag nooit in als er niet voldoende olie in
zit of als het oliepeil is gedaald onder de minimum
markering, om een beschadiging van de ketting-
zaag te vermijden. Een vulling volstaat in de regel
voor 10 minuten, afhankelijk van de pauzes en de
belasting.
Zaagketting
Spanning van de zaagketting, toestand van de
snijkanten. Hoe scherper de zaagketting, des te
gemakkelijker en meer gecontroleerd de ketting-
zaag kan worden gehanteerd. Hetzelfde geldt
voor de kettingspanning. Controleer ook tijdens
het werk minstens om de 10 minuten de ketting-
spanning, om uw veiligheid te verhogen! Met
name nieuwe zaagkettingen neigen tot verhoogde
uitrekking.
Beschermende kleding
Draag absoluut de passende, nauwsluitende be-
schermende kleding zoals snoeibroek, handscho-
enen en werkschoenen.
Anl_GC_MM_52_I_AS_SPK2.indb 86
NL
Gehoorbescherming en veiligheidsbril
Draag een veiligheidshelm met geïntegreerde
gehoor- en gezichtsbescherming. Dit biedt be-
scherming tegen vallende takken en terugslaande
twijgen.
Veilig werken
Nooit onder de te zagen tak staan.
Voorzichtig bij het zagen van onder spanning sta-
ande takken en splinterend hout.
Mogelijk verwondingsgevaar door vallende tak-
ken en weggeslingerde stukken hout!
Wanneer de machine in bedrijf is personen en
dieren uit de gevarenzone houden.
Het apparaat is bij het raken van hoogspan-
ningsleidingen niet beveiligd tegen elektrische
schokken. Houd een minimum afstand van 10 m
tot stroomvoerende leidingen aan. Er bestaat le-
vensgevaar door een elektrische schok!
Op een helling altijd boven of opzij van de te za-
gen tak staan.
Het apparaat zo dicht mogelijk bij het lichaam
houden.
Zo heeft u het beste evenwicht.
Zaagtechnieken
•
Houd het apparaat bij het snoeien in een
hoek van maximaal 60° tot de horizontale lijn,
om niet door een vallende tak te worden ge-
troffen (afb. 11c).
•
Zaag de onderste takken aan de boom het
eerst af.
•
Daardoor kunnen de gesnoeide takken gem-
akkelijker vallen.
•
Nadat de snede is voltooid wordt het gewicht
van de zaag voor de bediener abrupt verh-
oogd, aangezien deze niet meer rust op de
tak. Het gevaar bestaat de controle over de
zaag te verliezen.
•
Trek de zaag alleen met lopende zaagketting
uit de snede. Zo wordt vermeden dat de ket-
ting vastgeklemd raakt.
•
Zaag niet met de punt van het zwaard.
•
Zaag niet in het dikke deel waar de tak uit de
stam komt. Dit verhindert de genezing van de
wond van de boom.
Kleinere takken afzagen (afb. 11a)
Leg het aanslagvlak van de zaag tegen de tak
aan. Zo vermijdt u schokkende bewegingen van
de zaag als u begint te snijden. Leid de zaag met
lichte druk van boven naar beneden door de tak.
- 86 -
14.03.2019 16:45:02