Echo CS 1800 Instrucciones De Manejo página 76

Ocultar thumbs Ver también para CS 1800:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 39
• . Leg de zaagketting op het zwaard en let op de loop-
richting van de ketting. De snijtanden moeten aan de
bovenkant van het zwaard naar voren wijzen (zie
afb.4).
• Leg het vrijstaand einde van de zaagketting over het
aandrijfwiel van de ketting (B).
• Leg het zwaard er zo op, dat het langgat in het zwaard
precies op de geleiding in de zwaarddrager zit.
• Let er op dat de kettingspanbout (A) precies in de kleine
opening in het zwaard zit (afb. 3). Deze moet door de
opening zichtbaar zijn. Indien nodig, met het kartelwiel
het kettingspanningmechaniek (16) net zolang heen
resp. terug stellen, totdat de kettingspanbout zich in
de opening op het zwaard vastzet.
• . Controleer of alle kettingschakels precies in de
zwaard-gleuf zitten en dat de zaagketting nauwkeurig
om het aandrijfwiel van de ketting is geleid.
• Zet de rondselkap 8 er weer op en druk deze stevig
aan.
• Draai de vleugelschroef 7 in de richting van de wijzers
van de klok iets aan.
• Span de ketting. Draai daartoe het kartelwiel naar
boven (pijlrichting +). De ketting dient zo te zijn
ge-spannen, dat hij in het midden van het zwaard
ongeveer 3 mm speling heeft (afb. 4). Voor het
ontspannen van de ketting het vleugelwiel naar
beneden (pijlrichting -) draaien.
• Tenslotte de vleugelschroef 7 met de hand vast
aandraaien.
De kettingspanning heeft grote invloed op de levensduur
van het snijwerktuig en moet vaak worden gecontroleerd.
Bij verwarming van de ketting op gebruikstemperatuur
zet de ketting uit en moet nagespannen worden. Een
nieuwe zaagketting moet vaak nagespannen worden,
voordat ze op de juiste lengte gespannen is.
Opgelet: Gedurende de inlooptijd moet de
ketting vaker worden nagespannen. Onmiddellijk
naspannen- wanneer de ketting gaat trillen of uit
de sleuf losraakt!
Draai, om de ketting te spannen, de vleugelschroef 7
iets los. Daarna het kartelwiel naar boven (pijlrichting +)
draaien. Span de ketting zo ver, dat deze in het midden
van het zwaard ongeveer 3 mm speling heeft, zoals dat
in afb. 4 wordt getoond.
3. Aansluiting van de kettingzaag (afb. 5)
Wij adviseren u om de kettingzaag te bedienen
met een lekstroom-veiligheidsvoorziening met een
maximale afschakelstroom van 30mA.
Dit apparaat is voor het gebruik aan een elektriciteitsnet
voorzien van een systeemimpedantie Zmax op het door-
geefpunt (de huisaansluiting) van maximaal 0,4 Ohm.
De gebruiker moet zich ervan verzekeren, dat het appa-
raat alleen gebruikt wordt op een elektriciteitsnet dat aan
deze eis voldoet. Zo nodig kan de systeemimpedantie
bij het lokale elektriciteitsbedrijf worden opgevraagd.
Gebruik alleen verlengsnoeren, die voor buiten-
gebruik zijn goedgekeurd en die niet lichter zijn
dan rubberen snoeren H07 RN-F volgens DIN/
VDE 0282 met minimaal 1,5 mm². Ze moeten tegen
spatwater beschermd zijn. Bij beschadiging
van het aansluitsnoer van dit apparaat, mag
dit alleen door een door de fabrikant erkend
reparateur worden vervangen, omdat hiervoor
speciaal gereedschap nodig is. Apparaten die
op verschillende plaatsen in de buitenlucht
worden
gebruikt,
veiligheidsschakelaars te worden aangesloten.
Deze kettingzaag is voor de beveiliging van het aan-
sluitingssnoer
uitgerust
Verbind eerst de stekker van het apparaat met het
aansluitingssnoer. Maak dan met het aansluitingssnoer
een nauwe lus en schuif deze door de veiligheidsopening
aan de onderkant van de machine. Hang de lus in
de haak op de manier zoals dit op afbeelding 6 wordt
getoond. De insteekverbinding is nu tegen vanzelf
losgaan beveiligd.
4. Inschakelen (afb. 2)
• Druk met de duim de veiligheidsknop 15 aan de
linkerkant van de achterste handgreep in en vervolgens
de bedieningsschakelaar 9.
• De veiligheidsknop 15 dient alleen om de inschakeling
te ontgrendelen en hoeft na het inschakelen verder niet
ingedrukt te worden.
• Om het apparaat uit te schakelen laat u schakelaar 9
los.
Opgelet: De zaagketting start onmiddellijk met
hoge snelheid. Bij het ter zijde leggen van de
zaag nooit de ketting met stenen of metalen
voorwerpen in aanraking brengen.
Veiligheidsvoorzieningen aan uw kettingre
1. Kettingrem (afb. 6)
Deze kettingzaag is uitgerust met een mechanische
kettingrem. In geval de zaag omhoog slaat doordat
het uiteinde van het zwaard met hout of met een vast
voorwerp in aanraking komt, wordt de aandrijving van
de zaagketting door het in werking stellen van hand-
bescherming 4 onmiddellijk gestopt. Het remproces
treedt in werking doordat de rug van uw hand aan de
voorste handgreep 2 tegen de handbeschermer 4 drukt.
De kettingrem dient telkens voor gebruik van de zaag op
haar werking te worden gecontroleerd.
Opgelet: Bij het uitschakelen van de kettingrem
(handbeschermer naar achteren in de richting
van de handgreep trekken en inklikken) mag geen
schakelaar ingedrukt zijn!
Let erop, dat voor het in werking stellen van
de
kettingzaag
in de bedieningsstand is vastgezet. Daartoe de
handbeschermer naar achteren in de richting van de
handgreep trekken.
2. Uitlooprem
Deze kettingzaag is overeenkomstig de nieuwste
voorschriften van een mechanische uitlooprem voorzien.
Deze is aan de kettingrem gekoppeld en zorgt voor het
afremmen van de lopende ketting, nadat de kettingzaag
wordt uitgeschakeld.
NL-4
dienen
via
met
een
trekontlasting.
de
handbeschermer
lekstroom-
4
altijd
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Cs 2100

Tabla de contenido