Loop Bewerken; De Snelheid Met Of Zonder Verandering Van Toonhoogte Wijzigen; Handmatige Beatteller; Pitch Bend - Het Ritme Van Twee Muziekfragmenten Op Elkaar Afstemmen - IMG STAGELINE CD-70USB Manual De Instrucciones

Een opgeslagen loop wordt gewist bij
– het selecteren van een andere map,
– het verwijderen van het USB-opslagmedium,
– het uitschakelen van het apparaat.

5.11.1 Loop bewerken

Om de loop tijdens het afspelen ervan te wijzigen,
roept u een bewerkingsmodus op.
1) Om de bewerkingsmodus tijdens het afspelen van
een loop op te roepen, drukt u op toets B / EDIT. De
toetsen A en RELOOP / EXIT gaan uit, de toets
B / EDIT knippert snel. Op het display verschijnt de
tijdindex (L) van het eindpunt van de loop, en in de
tekstregel (K) wordt "B-Edit" ingevoegd.
2) De loop kan in de bewerkingsmodus als volgt
worden bewerkt:
– Met het draaiplateau (8) kunt u het eindpunt
van de loop verschuiven.
– Met de toetsen SKIP (7) kunt u de lengte van
de loop wijzigen: Door op de toets
ken, wordt de loop verdubbeld, door op de
toets
te drukken, halveert u de loop.
U kunt de wijziging onmiddellijk hoorbaar nagaan.
3) Om de bewerkingsmodus te verlaten, drukt u
opnieuw op de toets B / EDIT.
5.12 De snelheid met of zonder verandering
van toonhoogte wijzigen
De snelheid kan in twee regelbereiken met de
schuifregelaar PITCH CONTROL (22) worden
gewijzigd: ±8 % of ±16 % afwijking ten opzichte van
de normale snelheid.
1) Om de instelling van de regelaar te doen werken,
en de pitchfunctie te activeren, drukt u op de toets
PITCH ON / OFF (24), als de functie geactiveerd
is, licht de toets op.
2) Selecteer het instelbereik met de toets 8 % / 16 %
(25); de toestand van de toets geeft aan welk
bereik geselecteerd is:
Se borra un bucle memorizado
– Cuando se selecciona otra carpeta
– Cuando se extrae el medio de almacenamiento
USB
– Cuando se desconecta el aparato.
5.11.1 Edición de un bucle
Para modificar el bucle, tiene que activar un modo
de edición durante su reproducción.
1) Para activar el modo de edición, pulse el botón
B/EDIT cuando se reproduzca el bucle. Los boto-
nes A y RELOOP/EXIT se apagan, el botón
B/EDIT parpadea rápidamente. En el visualiza-
dor se muestra el tiempo (L) del punto de finali-
zación del bucle; se indica "B-Edit" en la línea de
texto (K).
2) En el modo de edición, el bucle puede editarse
del siguiente modo:
– El jog wheel (8) permite desplazar el punto de
finalización del bucle.
– Los botones SKIP (7) permiten modificar la
duración del bucle: Pulse el botón
doblar la duración del bucle; pulse el botón
para reducirlo a la mitad.
La modificación puede seguirse acústicamente
en directo.
3) Para salir del modo de edición, pulse el botón
B/EDIT de nuevo.
5.12 Cambiar la velocidad desplazando
o sin desplazar el pitch
Con el control deslizante PITCH CONTROL (22),
puede modificarse la velocidad en dos niveles: Des-
viación del ± 8% o ± 16% de la velocidad estándar.
1) Active la función pitch con el botón PITCH
ON/OFF (24) de modo que el ajuste del control
se haga efectivo: Cuando la función pitch está
activada, se ilumina el botón.
8 % = toets licht niet op, 16 % = toets licht op.
Telkens als het instelbereik wordt omgeschakeld,
geeft de tekstregel (K) kort het geselecteerde
bereik weer.
3) Wijzig de snelheid met de regelaar PITCH CON-
TROL. Het display geeft de procentuele afwijking
(F) ten opzichte van de normale afspeelsnelheid
aan. Met de regelaar in de middelste stand blijft
de snelheid ongewijzigd.
4) Door activeren / deactiveren van de pitchfunctie
met de toets PITCH ON / OFF kunt u tijdens het
afspelen snel tussen ingestelde snelheid en nor-
male afspeelsnelheid omschakelen.
5) Met het wijzigen van de snelheid wijzigt ook de
toonhoogte in verhouding ("pitch"). Als de toon-
hoogte daarbij echter constant moet blijven, drukt
u op de toets MASTER TEMPO (26). Het dis-
playbericht
(O) verschijnt. Om de functie
„constante toonhoogte" uit te schakelen, drukt u
opnieuw op de toets.
te druk-

5.12.1 Handmatige beatteller

Met de toets TAP (27) kunt u voor de huidige track
het aantal beats per minuut (BPM = beats per
minute) vastleggen: druk enkele keren op de toets
TAP op het ritme van de muziek, zodat op het dis-
play het aantal beats (N) wordt weergegeven. Bij wij-
ziging van de snelheid met de regelaar PITCH CON-
TROL wordt ook de BPM-weergave overeenkomstig
gewijzigd.
Als de volgende track bereikt of geselecteerd is,
wordt de weergave gereset (displaybericht – – – ),
en de BPM-waarde moet opnieuw worden berekend.
5.13 Pitch Bend – het ritme van twee muziek-
fragmenten op elkaar afstemmen
Bij gebruik van twee spelers kunnen de beats van
twee muziekfragmenten met dezelfde snelheid tijde-
lijk precies op elkaar worden afgestemd. Op deze
manier wordt bij het mengen tussen twee apparaten
het ritme tijdens het dansen niet onderbroken.
2) Seleccione el rango de ajuste con el botón 8% /
16% (25); el estado del botón muestra el rango
seleccionado:
8 % = botón apagado, 16 % = botón iluminado
Cada vez que se cambia el rango ajustado, la
línea de texto (K) muestra brevemente el rango
seleccionado.
3) Cambie la velocidad con el control PITCH CON-
TROL. El visualizador muestra el porcentaje de
desviación (F) de la velocidad estándar. Con el
control en posición intermedia, la velocidad no se
modifica.
4) Activando/desactivando la función de pitch con el
botón PITCH ON/OFF, se puede cambiar entre
velocidad normal y velocidad ajustada durante la
reproducción.
5) Cuando se cambia la velocidad, el pitch también
cambia proporcionalmente. Sin embargo, para
mantener constante el pitch, pulse el botón MAS-
TER TEMPO (26). Aparecerá
lizador. Para desactivar la opción de pitch cons-
tante, pulse de nuevo el botón.
para

5.12.1 Contador manual de pulsaciones (beats)

Con el botón TAP (27), puede determinarse las pul-
saciones por minuto (BPM) de la pista actual: Pulse
el botón TAP varias veces al ritmo de la música para
que se indique el número de pulsaciones (N).
Cuando se cambia la velocidad con el PITCH CON-
TROL, la indicación BPM cambia acordemente.
Cuando se llega a la siguiente pista o se selec-
ciona, se reinicia la indicación (indicación de visuali-
zación – – – ) y hay que determinar de nuevo el valor
BPM.
5.13 Pitch Bend – Sincronización de pulsa-
ciones entre dos piezas de música
Cuando se utilizan dos lectores, las pulsaciones de
dos piezas musicales con la misma velocidad pueden
sincronizarse de modo preciso en cuanto al tiempo.
1) Gebruik de regelaar PITCH CONTROL (22) om
eerst de snelheid van het muziekstuk, waarmee
moet worden gemengd, te synchroniseren met
de snelheid van het huidige muziekfragment
(
hoofdstuk 5.12). Hiervoor kan de manuele
beatteller worden gebruikt (
Als voor beide tracks het aantal beats per minuut
is berekend, stelt u de regelaar zo in dat de
muziekfragmenten hetzelfde aantal beats per
minuut hebben.
2) Stem de beats van het muziekfragment dat moet
worden ingemengd, precies af op deze van het
huidige muziekfragment; gebruik hiervoor de
toetsen PITCH BEND (23) of het draaiplateau (8):
– zolang de toets + is ingedrukt resp. het draai-
plateau naar rechts wordt gedraaid, speelt de
track sneller;
– zolang de toets - is ingedrukt resp. het draai-
plateau naar links wordt gedraaid, speelt de
track langzamer.
Op deze manier verschuiven de beats zich ten
opzichte van de beats van het huidige muziek-
fragment.

5.14 Effecten

Om het muziekprogramma creatief vorm te geven,
beschikt u over een waaier van effecten:
1. FLANGER doorlopende klankverschuiving, die
2. FILTER
3. ECHO
4. REVERSE achteruit afspelen
5. SCRATCH simuleert het manueel draaien van
Bij het wisselen van het USB-opslagmedium worden
alle ingeschakelde effecten automatisch uitgescha-
keld.
De este modo, el ritmo de baile no se interrumpe
cuando se hace el crossfading de un aparato al otro.
1) Primero ajuste la velocidad de la pieza musical
de la que quiere hacerse el crossfading a la velo-
cidad de la pieza musical actual con el control
PITCH CONTROL (22) [
ello, puede utilizarse el contador manual de pul-
saciones (
saciones por minuto se han determinado en
ambas pistas, ajuste el control de modo que las
piezas musicales tengan el mismo número de
pulsaciones por minuto.
2) Sincronice las pulsaciones de la pieza musical de
la que quiere hacerse el crossfading a las de la
pieza musical actual con los botones PITCH
BEND (23) o con el jog wheel (8):
– Mientras se mantenga pulsado el botón + o se
gire la rueda en el sentido de las agujas del
reloj, la pista será más rápida;
– Mientras se mantenga pulsado el botón - o se
(O) en el visua-
gire la rueda en el sentido contrario al de las
agujas del reloj, la pista será más lenta.
Esto provoca el desplazamiento de las pulsacio-
nes respecto a las pulsaciones de la pieza de
música actual.

5.14 Efectos

Están disponibles varios efectos para arreglos crea-
tivos del programa de música.
1. FLANGER Desplazamiento continuo del sonido
2. FILTER
3. ECHO
4. REVERSE Reproducción inversa
5. SCRATCH Simulación de un plato desplazado
Cuando se cambia el medio de almacenamiento
USB, se desactivan automáticamente todos los
efectos activos.
hoofdstuk 5.12.1):
aan het starten van een straaljager
doet denken
uitfilteren van frequenties
echo-effect
een draaitafel
apartado 5.12]. Para
apartado 5.12.1): Cuando las pul-
que recuerda al despegue de un avión.
Filtrado de frecuencias
Efecto eco
hacia delante y hacia atrás con la
mano en un giradiscos.
NL
B
E
31
loading

Este manual también es adecuado para:

21.2440