Installatieprocedures
Een SureFlow-station voor zuurstoftoevoer
gebruiken
De volgende stapsgewijze instructies gelden voor
SureFlow-stroomstations die worden gebruikt met
zuurstofconcentrators. U kunt echter een willekeurige
bron met medische zuurstof gebruiken met een druk die
niet hoger is dan 138 kPa (20 psig).
Ga als volgt te werk om zuurstof naar het SureFlow-
systeem aan te voeren:
NB: tijdens de installatie wordt in eerste instantie niets
aangesloten op de zuurstofconcentrator. Dit is belangrijk,
want zo wordt voorkomen dat er te veel van de concentrator
wordt gevraagd wanneer hij wordt gebruikt in combinatie met
SureFlow-systemen.
1. Schakel de netvoeding naar de
zuurstofconcentrator in en zet de I/O-schakelaar
op 'I' om hem in te schakelen.
2. Stel de debietmeter naar de zuurstofconcentrator
in op het maximale vermogen voor het systeem
(bijvoorbeeld 5, 8 of 10 l/min, afhankelijk van het
concentratormodel).
3. Sluit de meegeleverde zuurstofslang aan op
de aansluiting van de zuurstofconcentrator
(zie afbeelding 1).
Afbeelding 1
40 — MN152-1 G DUT
4. Sluit het andere uiteinde van de zuurstofslang aan
op een ingang van het SureFlow-systeem (zie
afbeelding 2).
Afbeelding 2
5. Test weerszijden van de slang zo nodig op lekkage
door een sopje op beide aansluitpunten aan te
brengen. Wanneer er belletjes ontstaan, is er sprake
van een lek; sluit de aansluiting goed aan tot er geen
lekkage meer optreedt.
Eventuele lekkages kunnen gemakkelijker worden
geconstateerd door de concentrator te laten draaien
terwijl alle debietmeters van het stroomstation zijn
uitgeschakeld. De debietmeter op de concentrator
moet een waarde van nul aangeven wanneer er geen
lekkage is.
Een andere methode om de bron van een lek vast
te stellen, is door uw duim achtereenvolgens op
de verschillende aansluitingen van het SureFlow-
station te plaatsen. Het balletje in de debietmeter
moet bij elke test naar nul dalen als bewijs dat er
geen lekkage in het SureFlow-station aanwezig is.
6. Bevestig, afhankelijk van het aantal patiënten
dat zuurstof krijgt toegediend, maximaal vijf
(5) canules aan de zuurstofaansluitingen van
het stroomstation. De lengte van de canule per
aansluiting dient maximaal 15 meter (50 ft.) te zijn.
Afbeelding 3