3) Selecteer met de toets of een van de
volgende parameters en bevestig met de
toets ENTER .
Zwenkpositie (pan)
Kantelpositie (tilt)
Roodaandeel (red)
Groenaandeel (green)
Blauwaandeel (blue)
Witaandeel (white)
Totale helderheid (dimmer)
Stroboscoopeffect (strobe)
De effectvarianten zijn in overeen-
stemming met het stroboscoop-
kanaal bij de DMX-besturing
☞
(
4) Stel met de toets of de gewenste waar-
de (0 – 255) in en sla op met de toets ENTER .
Herhaal de stappen 3 en 4 voor de andere pa-
rameters .
Dit menu-item wordt niet automatisch afgeslo-
ten, maar blijft actief tot het via de toets MENU
wordt verlaten of tot het apparaat van de voe-
dingsspanning wordt gekoppeld .
7.3 Master-slavebedrijf
U kunt meerdere apparaten WASH-50LED syn-
chroon bedienen . Daarbij neemt een apparaat
(masterapparaat) de besturing over van de ove-
rige apparaten (slaveapparaten) . Verbind de ap-
paraten met elkaar tot een ketting . Zie hiervoor
hoofdstuk 8 .1, evenwel zonder bedieningsstap
1 in acht te nemen . Stel de apparaten als volgt
in op het gewenste bedrijf:
1) Open het menu met de toets MENU .
2) Selecteer met de toets of het menu-item
en bevestig met de toets ENTER . Op
het display verschijnt de huidige instelling .
3) Stel met de toets of de gewenste be-
drijfsmodus in en sla op met de toets ENTER .
Masterapparaat
Slaveapparaat
Slaveapparaat (met tegengestelde
bewegingen)
De omschakeling tussen master- en slavebedrijf
kan alternatief ook via de toets SLAVE van de
infraroodafstandsbediening gebeuren .
Open op het masterapparaat een automatisch
(muziekgestuurd) programma of stel handma-
tig in . Het display van de slaveapparaten geeft
aan .
48
hoofdstuk 11 .1 .2, kanaal 4)
8 DMX-besturing
DMX is de afkorting van Digital Multiplex,
en laat de digitale besturing van meerdere
DMX-apparaten via één gemeenschappelij-
ke besturingsleiding toe . Voor de bediening
via een DMX-lichtregelaar (bv . DMX-1440 of
DMX-510USB van "img Stage Line") beschikt de
WASH-50LED over 16 DMX-besturingskanalen .
Als niet alle besturingsopties nodig zijn of als er
op het besturingsapparaat niet zoveel kanalen
beschikbaar zijn, kan de schijnwerper ook op 9
DMX-besturingskanalen of slechts één kanaal
worden omgeschakeld . De functies van de ka-
nalen en de overeenkomstige DMX-waarden
vindt u terug in het hoofdstuk 11 .1 .
8.1 Aansluiting
Als DMX-interface heeft het apparaat 3-polige
XLR-aansluitingen met volgende contacten:
pen 1 = massa, pen 2 = DMX–, pen 3 = DMX+
Voor het aansluiten moeten speciale kabels voor
de DMX-signaaloverdracht worden gebruikt (bv .
kabels van de CDMXN-serie van "img Stage
Line") . Bij kabellengtes vanaf 150 m of bij het
besturen van meer dan 32 apparaten via een
DMX-uitgang wordt in principe het gebruik van
een DMX-ophaalversterker (bv . SR-103DMX van
"img Stage Line") aanbevolen) .
1) Verbind de besturingsingang DMX IN (4) met
de DMX-uitgang van de lichtregelaar of van
een ander DMX-gestuurd apparaat .
2) Verbind de besturingsuitgang DMX OUT (5)
met de besturingsingang van het volgende
DMX-gestuurde apparaat . Verbind de uit-
gang hiervan opnieuw met de ingang van
het nageschakelde apparaat etc ., tot alle
DMX-gestuurde apparaten in een kring zijn
aangesloten .
3) Om storingen bij signaaloverdracht uit te
sluiten, moet u bij lange leidingen of bij een
groot aantal aaneengesloten apparaten de
besturingsuitgang van het laatste DMX-ap-
paraat in de ketting afsluiten met een weer-
stand van 120 Ω (> 0,3 W): Steek een ge-
schikte afsluitstekker (bv . DLT-123 van "img
Stage Line") in de uitgangsbus .