7.3 RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PRO-
BLEMEN
PRO-
MOGELIJKE OORZAAK
BLEEM
Beperkte
Netspanningszekering door-
stroom-
gebrand
toevoer
Doorgebrande diode of dio-
van het
des
lasappa-
raat
Doorgebrande printplaat
Losse toorts-, aardings- of
andere elektrische aanslui-
tingen
Los contact in spannings-
schakelaar
Verkeerd ingestelde laspara-
Veel
meters
metaal-
spatten
tijdens
het las-
sen
Onvoldoende aarding
Geen of
Aandrijfrol met te brede
onregel-
groef
matige
draa-
Binnenspiraal belemmerd of
daanvoer
verstopt
Draadrol zit niet goed vast
Verstopte contacttip
De draad
loopt
Contacttip met verkeerde
vast of
diameter
raakt ver-
strikt tus-
Slechte uitlijning van de aan-
sen de
drijfrolgroef
aandrij-
Binnenspiraal belemmerd of
frollen en
verstopt
de bin-
nenspi-
raal
Onvoldoende beschermgas
Poreushe
id binnen
Overmatige oxidatie van de
de
te lassen randen
lasnaad
Gasmondstuk geheel of
gedeeltelijk verstopt door
lasspatten
48
OPLOSSING
Vervang de leidingzekering
Vervangen
Vervangen
Maak alle aansluitingen vast
Vervang de schakelaar
Kies de juiste parameters
met behulp van de lasspan-
ningsschakelaar en de
instelknop voor de draad-
snelheid
Controleer zijn efficiëntie
Vervang de aandrijfrol
Verwijderen en schoon-
maken
Goed vastzetten
Vervangen
Vervangen
Opnieuw uitlijnen
Verwijderen en schoon-
maken
Gastoevoer verhogen
Maak de randen goed
schoon met een metaalbor-
stel
Verwijderen en schoon-
maken of vervangen, erop
lettend dat de gasuitgangen
niet verstopt raken