Bosch GPL 5 Professional Manual Original página 36

Ocultar thumbs Ver también para GPL 5 Professional:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 19
OBJ_BUCH-815-005.book Page 36 Monday, June 27, 2016 9:58 AM
36 | Nederlands
Gebruik
Ingebruikneming
 Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
 Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig worden beïnvloed.
 Voorkom heftige schokken of vallen van het meetge-
reedschap. Door beschadigingen van het meetgereed-
schap kan de nauwkeurigheid worden geschaad. Vergelijk
na een heftige schok of val de laserlijnen of loodstralen ter
controle met een bekende horizontale of verticale referen-
tielijn of met gecontroleerde loodpunten.
 Schakel het meetgereedschap uit wanneer u het ver-
plaatst of vervoert. Bij het uitschakelen wordt de pende-
leenheid vergrendeld. Anders kan deze bij heftige bewe-
gingen beschadigd raken.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen duwt u de
aan/uit-schakelaar 4 omhoog, zodat op de schakelaar „I" ver-
schijnt. Onmiddellijk na het inschakelen zendt het meetge-
reedschap uit elk van de laserstraalopeningen 1 één laser-
straal.
 Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
 Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen duwt u de
aan/uit-schakelaar 4 omlaag, zodat op de schakelaar „0" ver-
schijnt. Als u het meetgereedschap uitschakelt, wordt de pen-
deleenheid vergrendeld.
Automatische uitschakeling instellen
Standaard wordt het meetgereedschap 20 minuten na het in-
schakelen automatisch uitgeschakeld.
Deze automatische uitschakeling kan van 20 minuten op
8 uur worden omgeschakeld. Schakel daarvoor het meetge-
reedschap in, onmiddellijk weer uit en binnen 4 seconden op-
nieuw in. Ter bevestiging van de wijziging knipperen alle laser-
stralen na de tweede keer inschakelen gedurende 2 seconden
in een snel ritme.
Als u het meetgereedschap de volgende keer inschakelt, is de
automatische uitschakeling weer op 20 minuten ingesteld.
1 609 92A 272 | (27.6.16)
Werkzaamheden met automatisch nivelleren
Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele onder-
grond of bevestig het op de houder 8 of het statief 18.
Na het inschakelen worden door het automatisch waterpas-
sen oneffenheden binnen het zelfwaterpasbereik van ±5°
(lengteas) resp. ±3° (breedteas) automatisch gecompen-
seerd. Het waterpassen is afgesloten zodra de punten van de
laserstraal niet meer bewegen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld
omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat
meer dan 5° bzw. 3° van de waterpaslijn afwijkt, knipperen de
laserstralen in een snel ritme. Stel in dit geval het meetge-
reedschap horizontaal op en wacht het zelfwaterpassen af.
Zodra het meetgereedschap zich binnen het zelfwaterpasbe-
reik van ±5° resp. ±3° bevindt, schijnen de laserstralen weer
continu.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
vindt automatisch opnieuw waterpassen van het meetgereed-
schap plaats. Controleer na het waterpassen de positie van
de laserstralen met betrekking tot referentiepunten om fou-
ten door een verschuiving van het meetgereedschap te voor-
komen.
Nivelleernauwkeurigheid
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen in de buurt van de grond of
vloer het grootst zijn, dient u het meetgereedschap indien
mogelijk op een in de handel verkrijgbaar statief te monteren
en het in het midden van het werkoppervlak op te stellen.
Naast externe invloeden kunnen ook toestelspecifieke invloe-
den (zoals bijv. val of heftige stoten) tot afwijkingen leiden.
Controleer daarom de nivelleernauwkeurigheid, telkens voor-
dat u begint te werken.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxima-
le afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klanten-
service te laten repareren.
Als de waterpasnauwkeurigheid van de horizontale laserstra-
len voor de breedte- en lengteas binnen de maximaal toege-
stane afwijking ligt, is daarmee ook de waterpasnauwkeurig-
heid van de loodstralen (verticale as) gecontroleerd.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de breedteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 20 meter op
een stabiele ondergrond vóór een muur nodig.
– Monteer het meetgereedschap op 20 meter afstand van de
muur op de houder resp. een statief of plaats het op een
stabiele en vlakke ondergrond. Schakel het meetgereed-
schap in.
Bosch Power Tools
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido