omkeerschakelaar vanaf kant A voor de draairichting
rechtsom, of vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de middenstand staat,
kunt u de aan/uit-schakelaar niet inknijpen.
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
• Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de
draairichting verandert voordat het gereedschap
volledig stilstaat, kan het gereedschap worden
beschadigd.
• Als u het gereedschap niet gebruikt, zet u de
omkeerschakelaar altijd in de middenstand.
De snelheid veranderen (zie afb. 4)
Om de draaisnelheid van het gereedschap te veranderen,
schakelt u eerst het gereedschap uit en verschuift u
daarna de snelheidsinstelknop naar stand "2" voor een
hoge draaisnelheid, of naar stand "1" voor een lage
draaisnelheid. Zorg ervoor dat de snelheidsinstelknop in
de juiste stand staat alvorens het gereedschap te
bedienen. Gebruik de juiste draaisnelheid voor uw klus.
LET OP:
• Zet de snelheidsinstelknop altijd volledig in de
gewenste stand. Als u het gereedschap bedient terwijl
de snelheidsinstelknop halverwege de standen "1" en
"2" staat, kan het gereedschap worden beschadigd.
• Bedien de snelheidsinstelknop niet terwijl het
gereedschap draait. Het gereedschap kan hierdoor
worden beschadigd.
Het draaikoppel instellen (zie afb. 5)
Het draaikoppel kan in 17 stappen worden ingesteld door
de instelring te draaien zodat de gewenste stand op de
schaalverdeling is uitgelijnd met de aanwijspunt op de
behuizing van het gereedschap. Het draaikoppel is
minimaal wanneer stand 1 is uitgelijnd met de
aanwijspunt, en maximaal wanneer het symbool
uitgelijnd met de aanwijspunt.
In de standen 1 t/m 16 zal de koppeling slippen bij steeds
oplopende draaikoppelniveaus. De koppeling is
ontworpen om niet te slippen op het symbool .
Bepaal het juiste draaikoppelniveau door bij wijze van
proef een schroef in het materiaal of een stuk
gelijkwaardig materiaal te draaien, alvorens het
gereedschap voor de daadwerkelijke klus te gebruiken.
DE ONDERDELEN MONTEREN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enige
werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten.
Het schroefbit of boorbit aanbrengen en
verwijderen (zie afb. 6)
Draai de mof linksom om de klauwen in de spankop te
openen. Steek het bit zo ver mogelijk in de spankop.
Draai de mof rechtsom om de spankop te sluiten.
Om het bit te verwijderen, draait u de mof linksom.
BEDIENING
LET OP:
• Steek de accu altijd zo ver mogelijk in het gereedschap
totdat deze met een klik wordt vergrendeld. Als u het
rode deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is
de accuadapter niet goed aangebracht. Steek de
accuadapter zo ver mogelijk erin tot het rode deel niet
meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per
ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in
uw omgeving verwonden.
Gebruik als schroevendraaier (zie afb. 7)
LET OP:
• Stel de instelring in op het juiste draaikoppelniveau
voor uw klus.
Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop en
oefen druk uit op het gereedschap. Start het gereedschap
op lage snelheid en voer vervolgens de snelheid
geleidelijk op. Laat de aan/uit-schakelaar los zodra de
koppeling begint te slippen.
LET OP:
• Zorg ervoor dat het schroefbit recht op de schroefkop
staat omdat anders de schroef en/of het bit kunnen
worden beschadigd.
OPMERKING:
• Bij het schroeven van houtschroeven moet u de gaten
voorboren om het schroeven te vergemakkelijken en te
voorkomen dat het werkstuk splijt. Zie de tabel.
Nominale diameter van
houtschroef
is
Gebruik als boormachine
Draai eerst de instelring zodat de pijlpunt op het symbool
staat. Ga daarna als volgt te werk.
Boren in hout
Bij het boren in hout krijgt u de beste resultaten met een
houtboor die voorzien is van een geleideschroef. De
geleideschroef zorgt ervoor dat het boren gemakkelijker
verloopt door het bit in het werkstuk te trekken.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat bij het beginnen van het boren het
bit wegglijdt, maakt u een putje met een centerpons en
hamer op het punt waar u wilt boren. Plaats de punt van
het bit in het putje en begin te boren.
Gebruik bij het boren in metaal een snijolie als
smeermiddel. De uitzonderingen hierop zijn ijzer en
messing, die droog moeten worden geboord.
Aanbevolen diameter
voorgeboord gat
(mm)
3,1
3,5
3,8
4,5
4,8
5,1
5,5
5,8
6,1
(mm)
2,0 - 2,2
2,2 - 2,5
2,5 - 2,8
2,9 - 3,2
3,1 - 3,4
3,3 - 3,6
3,7 - 3,9
4,0 - 4,2
4,2 - 4,4
23