OPMERKING
* Zet het volume altijd lager en schakel alle
apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om
defecten en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen.
* Voordat u verbindingskabels aansluit of
loskoppelt, moet u ervoor zorgen dat alle
volumeregelaars in uw systeem op het minimum
zijn ingesteld.
* Gebruik verbindingskabels zonder ingebouwde
weerstand. Als u kabels met ingebouwde
weerstand gebruikt, kan er mogelijk onvoldoende
volume komen van het apparaat dat op de
AUX IN-connectors is aangesloten of kan het
onhoorbaar zijn.
* Sluit op de OUTPUT-connector geen koptelefoon
aan. Hierdoor kan de koptelefoon beschadigd
raken.
Let op bij het gebruik van een microfoon
* Afhankelijk van de locatie van microfoons
ten opzichte van luidsprekers kunnen er
fluittonen worden voortgebracht. Dit kan
worden verholpen door:
• De plaats van de microfoon(s) te
veranderen.
• Microfoon(s) verder van de
luidsprekers vandaan te zetten.
• De volumeniveaus te verlagen.
* Als de versterker en de microfoon
zich te dicht bij elkaar bevinden, kan
geluid van de versterker worden
opgepikt door de microfoon. Als u
onder dergelijke omstandigheden
iets opneemt of overdubt, wordt
ook het geluid van de versterker dat
wordt opgepikt door de microfoon
opgenomen. Plaats de versterker en de
De stroom inschakelen
De stroomvoorziening wordt ingeschakeld wanneer een
stekker in de OUTPUT-connector L wordt gestoken.
Schakel de stroom naar uw verschillende apparaten in de
aangegeven volgorde in zodra de aansluitingen voltooid
zijn. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde inschakelt,
kunt u defecten en/of schade veroorzaken aan luidsprekers
en andere apparaten.
Bij het inschakelen
Bij het uitschakelen
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit.
Let op bij het uitschakelen van de stroom
De stroom mag nooit worden uitgeschakeld
wanneer de RC-30 zich in een van de volgende
toestanden bevindt (d.w.z. de stekker uit OUTPUT-
connector L trekken).
Hierdoor zouden alle opgeslagen gegevens
verloren kunnen gaan.
• Wanneer de indicator REC of PLAY brandt
(tijdens opnemen/afspelen/overdubben)
• Wanneer de indicator PLAY snel knippert
(terwijl het frasegeheugen wordt gelezen of er een
bewerking van het interne geheugen plaatsvindt)
microfoon uit elkaar zodat geluid van
de versterker niet wordt opgepikt door
de microfoon.
* Schakel de fantoomvoeding altijd uit bij
het aansluiten van andere apparatuur
dan condensatormicrofoons, waarvoor
de fantoomvoeding nodig is. U kunt
schade veroorzaken als u per ongeluk
een fantoomvoeding aansluit op
dynamische microfoons, audiospelers
of andere apparatuur waarvoor
een dergelijke stroomvoorziening
niet noodzakelijk is. Controleer de
specificaties van alle microfoons
die u wilt gebruiken aan de hand
van de bijbehorende handleiding.
(Fantoomvoeding van dit instrument:
48 V DC, max. 10 mA)
Paneelbeschrijvingen
Schakel de stroom naar de
gitaarversterker als laatste in.
Schakel de stroom naar de
gitaarversterker als eerste uit.
Het duurt even (enkele seconden) na het opstarten
voordat het apparaat normaal werkt.
* Dit instrument is uitgerust
met uitgebalanceerde
ingangen (type XLR).
Bedradingsschema's voor
deze ingangen worden
hieronder weergegeven.
Controleer eerst de
bedradingsschema's van
andere apparatuur die u
wilt aansluiten voordat u
aansluitingen maakt.
7