Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Installatie en inloopprocedure
De luchtcompressor opstellen
Zet de luchtcompressor op een schone, droge en goed
geventileerde plaats. Het luchtfilter mag niet worden
geblokkeerd omdat dit de luchttoevoer naar de lucht-
compressor kan verlagen. De luchtcompressor dient te
worden opgesteld op een afstand van minstens 305 mm
van een muur en andere obstructies die de luchtstroom
kunnen hinderen. De compressorkop en beschermkap
van de luchtcompressor zijn zodanig ontworpen dat een
goede koeling mogelijk is.
Als de luchtvochtigheid hoog is, kan een luchtfilter wor-
den gemonteerd op de luchtuitlaatadapter om buiten-
sporig vocht te verwijderen. Volg de instructies die zijn
geleverd met het luchtfilter voor een juiste installatie.
Plaats de luchtcompressor op een vlakke ondergrond
zodat hij stevig op zijn rubber poten staat.
WAARSCHUWING:
WAT KAN ER GEBEUREN?
De luchtcompressor kan van een tafel, werkbank
of dak af vallen en schade aan de luchtcompressor
veroorzaken wat kan leiden tot ernstig letsel of de
dood van de gebruiker.
HOE KAN DIT WORDEN VOORKOMEN?
Gebruik de luchtcompressor altijd in een stabiele
positie om te voorkomen dat de luchtcompressor per
ongeluk beweegt. Gebruik de luchtcompressor nooit
op een dak of andere verhoogde locatie. Gebruik een
extra luchtslang om een hoge locatie te bereiken.
Bedrijfstemperatuur
De bedrijfstemperatuur van deze luchtcompressor ligt
tussen 0 °C en 40 °C.
LET OP:
Bedien de luchtcompressor nooit
bij een temperatuur lager dan 0 °C of hoger dan
40 °C.
Werkcyclus
Bij alle door Makita geproduceerde luchtcompressors
wordt geadviseerd om ze op niet meer dan 50% van de
werkcyclus te gebruiken. Dit betekent dat het gebruik
van een luchtcompressor die meer dan 50% in een uur
lucht pompt, wordt beschouwd als misbruik omdat de
luchtcompressor te licht gebouwd is voor de vereiste
luchtopbrengst.
Risico van vallen
Leidingwerk
Kunststof- of pvc-buizen zijn niet geschikt voor gebruik
van perslucht. Ongeacht de aangegeven drukwaarde
kunnen kunststofbuizen barsten door de luchtdruk.
Gebruik uitsluitend metalen buizen voor de luchtdistri-
butieleidingen. Als een leiding noodzakelijk is, gebruikt
u een buis van dezelfde maat of groter dan de uitlaat
van de luchttank. Een leiding met een te kleine diame-
ter, beperkt de luchtstroom. Als het leidingwerk meer
dan 30,5 meter lang is, gebruikt u de eerstvolgende gro-
tere maat. Begraaf ondergrondse leidingen dieper dan
de vorstgrens en vermijd zakken waarin condenswater
zich kan ophopen en bevriezen. Zet druk op de leiding
alvorens deze met grond te bedekken om te controleren
of alle buiskoppelingen lekvrij zijn.
Accubeveiligingssysteem
Deze luchtcompressor is uitgerust met een accubevei-
ligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch de
voeding naar de motor uit om de levensduur van de
luchtcompressor en de accu te verlengen. De luchtcom-
pressor kan tijdens het gebruik automatisch stoppen
als de luchtcompressor of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelasting
Als de luchtcompressor/accu wordt gebruikt op een
manier die een abnormaal hoge stroomsterkte vergt.
Schakel in die situatie de luchtcompressor uit en stop
het gebruik dat ertoe leidde dat de luchtcompressor
overbelast raakte. Schakel vervolgens de luchtcom-
pressor in om hem weer te starten.
Als de luchtcompressor niet start, kan de accu over-
verhit zijn. In die situatie laat u de accu eerst afkoelen
voordat u de luchtcompressor opnieuw inschakelt.
Onvoldoende accuspanning
Als de resterende acculading onvoldoende is, zal de
luchtcompressor niet starten. Als u de machine inscha-
kelt, draait de motor weer, maar stopt kort daarna. In
dat geval, verwijdert u de accu en laadt u deze op.
Beveiliging tegen andere oorzaken
Het beveiligingssysteem is ook ontworpen voor andere
oorzaken die de luchtcompressor kunnen beschadigen,
en zorgt ervoor dat de luchtcompressor automatisch
stopt. Voer alle volgende stappen uit om de oorzaken
op te heffen, wanneer de luchtcompressor tijdelijk is
onderbroken of tijdens het gebruik is gestopt.
1.
Schakel de luchtcompressor uit en schakel hem
daarna weer in om hem opnieuw te starten.
2.
Laad de accu op of vervang hem door een opgela-
den accu.
3.
Laat de luchtcompressor en de accu afkoelen.
Als geen verbetering optreedt nadat het beveiligings-
systeem is gereset, neemt u contact op met uw lokale
Makita-servicecentrum.
63 NEDERLANDS
