2.
De pLAN-buscommunicatiekabel is aangesloten tussen het e-source beheer en de rest van het pLAN-netwerk
(warmtepompen ecoGEO HP, toezichthouder, etc.) volgens de aanwijzingen in paragraaf 4.6. Raadpleeg de handleidingen
van de ecoGEO HP-warmtepompen en die van de toezichthouder voor meer informatie.
3.
Alle nodige temperatuursensors zijn geïnstalleerd op de e-source, op de ecoGEO HP-warmtepompen en op de
toezichthouder indien aanwezig, volgens de aanwijzingen in paragrafen 4.4 en 4.5. Raadpleeg de handleidingen van de
ecoGEO HP-warmtepompen en die van de toezichthouder voor meer informatie.
4.
Op de e-source, op de ecoGEO HP-warmtepompen en indien aanwezig op de toezichthouder zijn alle controlesignalen
aangesloten afkomstig van externe apparaten (thermostaten en/of overige externe apparaten), volgens de aanwijzingen
in paragrafen 4.4 en 4.5. Raadpleeg de handleidingen van de ecoGEO HP-warmtepompen en die van de toezichthouder
voor meer informatie.
5.
Op de e-source, de ecoGEO HP-warmtepompen en de toezichthouder indien aanwezig, zijn alle externe apparaten
(pompen, kleppen en/of overige externe apparaten) aangesloten volgens de aanwijzingen in paragrafen 4.4 en 4.5. 4.5.
Raadpleeg de handleidingen van de ecoGEO HP-warmtepompen en die van de toezichthouder voor meer informatie.
Inbedrijfstelling en inspectie op abnormale geluiden:
1.
Kijk na dat de temperatuuraflezingen van de verschillende sensoren correct zijn.
2.
Stel het volledige systeem in werking (e-source, warmtepomp en toezichthouder) en kijk na dat het gedrag geschikt is
voor de verschillende werkingsmodi waarin zal worden gewerkt.
3.
Kijk mogelijke abnormale geluiden na op verschillende punten van de installatie.
8. Identificatie en oplossing van problemen
8.1. Alarmlijst
Er bestaan een aantal redenen voor het activeren door het e-source beheer van een alarm voor het beschermen van het systeem
tegen mogelijke storingen of om de gebruiker in kennis te stellen van een abnormale werking. Indien een alarm geactiveerd wordt,
gaat de knop
van het bedieningspaneel branden in rode kleur en indien deze knop ingedrukt wordt, krijgt u toegang tot het
alarmmenu (zie paragraaf 0). Onderstaande mogelijkheden kunnen zich voordoen:
1.
Knop
brandt ononderbroken: Er treedt een alarm op dat de vergrendeling van het systeem veroorzaakt.
2.
Knop
knippert: Er treedt een alarm op dat geen vergrendeling veroorzaakt of er heeft een alarm bestaan.
Indien de oorzaak van de vergrendeling verholpen wordt, begint het systeem op normale wijze te werken en gaat knop
knipperen om te waarschuwen dat er een alarm bestond. Dit proces kan zich ontelbare keren herhalen, het e-source beheer
veroorzaakt geen permanente vergrendeling.
Hierna wordt de lijst vermeld met mogelijke alarmen en de overeenstemmende berichten die op het bedieningspaneel
weergegeven worden:
Handleiding voor gebruiker, installateur en servicedienst
Geen alarmen
E-source heeft geen alarm.
30
ecoSMART e-source