voorkomen dat de druk in de radiator gevaarlijk hoog wordt als gevolg van
het uitzettend warmte middel. In radiator die op de C.V. zijn aangesloten
moet één van de afsluiters open staan!
10. Het apparaat is bedoeld voor thuisgebruik.
11. Monteer het apparaat in overeenstemming met alle plaatselijke voor-
schriften met betrekking tot elektrische veiligheidseisen, inclusief de
toegestane locatie en afstand van natte zones.
Veiligheidseisen — gebruik
1. Het verwarmingselement moet tijdens gebruik moet volledig in vloeistof
zijn ondergedompeld. Een radiator die is aangesloten op het centrale
verwarmingssysteem met een elektrisch verwarmingselement moet
regelmatig worden ontlucht.
2. Controleer regelmatig of het apparaat niet is beschadigd en of het veilig is.
3. Een beschadigde kabel is niet te repareren — deze moet worden vervangen
door de fabrikant of door een erkende reparateur.
4. Zorg ervoor dat de radiator niet overstroomt.
5. Gebruik het verwarmingselement niet in een C.V. installatie, waarin de
watertemperatuur in de radiator hoger kan worden dan 82°C.
NL
91